Vanaf 1 juli 2021 moeten verenigingen en stichtingen voldoen aan de nieuwe Wet Bestuur en Toezicht
rechtspersoon
Het BW kent geen algemene definitie van rechtspersoon.
» Meer over rechtspersoon
Rechtspersonen (WBTR). Advocaat aansprakelijkheidsrecht Sjoerd Yntema bespreekt in deze blog wat de gevolgen van deze wet zijn met betrekking tot de
aansprakelijkheid
De gehoudenheid van een persoon of bedrijf om schade ontstaan uit een onrechtmatige daad of wanprestatie te vergoeden.
» Meer over aansprakelijkheid
aansprakelijkheid van bestuurders van verenigingen en stichtingen.
Door een aantal incidenten waaronder fraude, zelfverrijking van bestuurders en financiële problemen vond het ministerie van Justitie en Veiligheid dat het bestuur en toezicht van stichtingen en verenigingen, maar ook van coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen moest worden verbeterd. Daarom is daar nu de WBTR.
Door deze nieuwe wet wordt meer aansluiting gezocht bij de al bestaande regels over bestuur en toezicht die al tijden gelden voor de NV’s en de BV’s in Nederland.
Met het intreden van de WBTR worden er hogere eisen aan bestuurders en toezichthouders gesteld. Bestuurders kunnen op grond van een onbehoorlijke taakvervulling waarbij aannemelijk is dat deze onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement, vanaf 1 juli 2021
hoofdelijke aansprakelijkheid
schuldenaren gezamenlijk aansprakelijk voor een en dezelfde schuld. Betaling van de een werkt bevrijdend voor de ander, jegens de schuldeiser.
» Meer over hoofdelijke aansprakelijkheid
hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor het tekort in het faillissement van hun vereniging,
stichting
Een stichting is een door een rechtshandeling in het leven geroepen rechtspersoon zonder leden of aandeelhouders.
» Meer over stichting
stichting, coöperatie en
onderlinge waarborgmaatschappij
Een als onderlinge waarborgmaatschappij opgerichte vereniging met het doel met haar leden verzekeringsovereenkomsten te sluiten.
» Meer over onderlinge waarborgmaatschappij
onderlinge waarborgmaatschappij.
Van een onbehoorlijke taakvervulling is sprake wanneer de jaarrekening bijvoorbeeld niet wordt gedeponeerd, er overeenkomsten worden aangegaan waarvan het bestuur wist dat die niet konden worden nagekomen en/of wanneer de administratie niet klopt.
Uit de wet volgt bovendien het bewijsvermoeden dat van een onbehoorlijke taakvervulling waarbij sprake is van het kort gezegd niet op orde hebben van de jaarcijfers en/of de administratie, wordt vermoed dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is.
Voor stichtingen en verenigingen die niet zijn onderworpen aan vennootschapsbelasting en evenmin een jaarrekening hoeven te publiceren (dus de niet-commerciële stichtingen en verenigingen), geldt echter dat de
curator
Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator bij een faillissement de bestuurder(s) niet al te gemakkelijk aansprakelijk kan stellen voor het tekort in het faillissement. Het bewijsvermoeden geldt in dat geval namelijk niet.