Op het uitgangspunt dat een bestuurder van een N.V. of B.V. niet aansprakelijk is voor het handelen of nalaten van de
rechtspersoon
Het BW kent geen algemene definitie van rechtspersoon.
» Meer over rechtspersoon
rechtspersoon, wordt door de wet een belangrijke uitzondering gemaakt. Artikel 2:11 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt namelijk dat de
aansprakelijkheid
De gehoudenheid van een persoon of bedrijf om schade ontstaan uit een onrechtmatige daad of wanprestatie te vergoeden.
» Meer over aansprakelijkheid
aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een andere rechtspersoon
hoofdelijke aansprakelijkheid
schuldenaren gezamenlijk aansprakelijk voor een en dezelfde schuld. Betaling van de een werkt bevrijdend voor de ander, jegens de schuldeiser.
» Meer over hoofdelijke aansprakelijkheid
hoofdelijk rust op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid daarvan bestuurder is. De aansprakelijkheid van een vennootschap klimt als het ware op naar de
natuurlijk persoon
Een mens met rechten en plichten.
» Meer over natuurlijk persoon
natuurlijk persoon-bestuurder.
Deze wettelijke uitzondering is meer dan eens onderdeel van een procedure. Advocaat Lennard Noordzij bespreekt aan de hand van de huidige jurisprudentie artikel 2:11 BW.
Een bestuurder van een vennootschap kan – indien de vennootschap aansprakelijk is – onder omstandigheden ook aansprakelijk zijn. De maatstaf die daarbij geldt, is dat de bestuurder van het handelen of nalaten dat tot schade heeft geleid persoonlijk een voldoende ernstig verwijt moet kunnen worden gemaakt. Daarvan is – op grond van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad – sprake als geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden – waarbij geldt dat alle omstandigheden van het geval meespelen – zo zou hebben gehandeld.
De hoofdregel dat een eisende partij belast is met de stelplicht en bewijslast van de feiten en omstandigheden die meebrengen dat een bestuurder persoonlijk een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt en daarom aansprakelijk is, geldt niet voor het aannemen van aansprakelijkheid op grond van artikel 2:11 BW is. De aansprakelijkheid van een rechtspersoon-bestuurder die gebaseerd is op artikel 6:162 BW rust in beginsel ook op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid bestuurder was van de aansprakelijke rechtspersoon-bestuurder.
Het is aan de bestuurder om de eigen aansprakelijkheid op grond van artikel 2:11 BW te voorkomen door te stellen, en zo nodig te bewijzen, dat hem persoonlijk geen ernstig verwijt kan worden gemaakt van de gedragingen waarop de aansprakelijkheid van de rechtspersoon-bestuurder is gebaseerd.
Indien een rechtscollege van mening is dat de bestuurder onvoldoende heeft gesteld en/of bewezen dat hem persoonlijk geen ernstig verwijt kan worden gemaakt dan brengt dat met zich dat de bestuurder hoofdelijk aansprakelijk is. Van
hoofdelijke aansprakelijkheid
schuldenaren gezamenlijk aansprakelijk voor een en dezelfde schuld. Betaling van de een werkt bevrijdend voor de ander, jegens de schuldeiser.
» Meer over hoofdelijke aansprakelijkheid
hoofdelijke aansprakelijkheid is sprake indien twee of meer schuldenaren tezamen worden veroordeeld tot een bepaalde prestatie (bijv. betaling schadevergoeding, terugbetaling lening, etc.).
Hoofdelijke aansprakelijkheid brengt met zich dat degene die recht heeft op de prestatie waartoe de hoofdelijk aansprakelijke veroordeeld is deze in zijn geheel kan vorderen bij één van de veroordeelden. Voldoet een veroordeelde meer dan het deel dat hem aangaat kan diegene zich verhalen op de andere hoofdelijke schuldenaren.