3 min lezen

Algemene voorwaarden: de M van Medewerkingsvervalclausule

NL

Verzekeringsvoorwaarden, bijna iedereen krijgt er een keer mee te maken. Automatisch krijg je dan ook te maken met clausules zoals de clausule waaruit volgt dat bij niet-tijdige schademelding het recht op uitkering vervalt. Dit is de medewerkingsvervalclausule. Wat houdt deze clausule precies in, wanneer doen verzekeraars hier een beroep op en wanneer heeft het beroep kans van slagen? Advocaat verbintenissenrecht Thomas van Vugt legt uit.

Wat is een medewerkingsvervalclausule?

De medewerkingsvervalclausule is de clausule in algemene voorwaarden van verzekeraars waaruit volgt dat wanneer een verzekerde op de hoogte is of zou moeten zijn van een gebeurtenis waaruit voor de verzekeraar een verplichting tot uitkering kan ontstaan, de verzekerde verplicht is de verzekeraar dit te melden (de meldingsplicht). Daarnaast dient de verzekerde alle inlichtingen en stukken te verschaffen die nodig zijn voor de verzekeraar om de uitkeringsplicht te beoordelen (de inlichtingenplicht). Doet de verzekerde dit niet, dan vervalt het recht op uitkering, mits de verzekeraar in een ‘redelijk belang’ is geschaad.

Het ‘redelijk belang’-vereiste

Uit de rechtspraak volgt dat van een redelijk belang sprake is indien de verzekeraar in een daadwerkelijk belang is geschaad. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld wanneer een autoverzekeraar een bij de verzekerde bekend modern car-detectie systeem alsmede een meldingstermijn van een uur hanteert, maar de verzekerde zonder geldige reden de diefstal pas na vier uur na het verdwijnen van de auto meldt en de gestolen auto zich al buiten het bereik van het detectiesysteem bevindt.

Geen sprake van een redelijk belang

Het enkele feit dat de verzekeraar door de niet-nakoming of niet-tijdige nakoming van de meldings- en inlichtingenplicht de mogelijkheid is onthouden om tijdig zelfstandig onderzoek te doen en om feiten en omstandigheden te verzamelen die van belang kunnen zijn voor de dekkingsvraag, is in ieder geval niet voldoende. Als bovendien de benodigde gegevens toch nog komen vast te staan en de verzekeraar niet daadwerkelijk is benadeeld, dan kan de verzekeraar niet met succes een beroep doen op de medewerkingsvervalclausule.

Wie moet wat bewijzen?

De verzekeraar die een beroep doet op de medewerkingsplichtvervalclausule dient te stellen dat hij in een redelijk belang is geschaad. Als de verzekerde deze stelling vervolgens gemotiveerd betwist, rust de bewijslast op de verzekeraar. De verzekeraar moet dan bewijzen dat hij in een redelijk belang is geschaad.

Praktijkvoorbeeld; diefstal telefoon in buitenland

De telefoon van een consument Een natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
» Meer over consument
consument
is gestolen in het buitenland en de consument meldt deze diefstal pas bij terugkomst in Nederland bij zijn verzekeraar. De verzekeraar beroept zich op het medewerkingsvervalbeding en weigert over te gaan tot uitkering.

Hoe luidde het medewerkingsvervalbeding?

“Zodra u op de hoogte bent of behoort te zijn van het feit dat zich een voorval heeft voorgedaan waaruit voor verzekeraar een verplichting tot uitkering kan ontstaan, bent u verplicht in geval van diefstal direct de politie hiervan te informeren. Van de aangifte dient bij het indienen van de schade een origineel bewijsstuk te worden overlegd. Indien deze verplichting niet door u zijn nagekomen loopt u het risico dat verzekeraar een deel van de schade, of de gehele schade niet aan u zal vergoeden.”

Wat was het verweer van verzekeraar?

De verzekeraar stelt dat hij niet gehouden is de schade te vergoeden, omdat de consument geen onmiddellijke aangifte heeft gedaan in de pleegplaats (de plaats in het buitenland), de aangifte bij de politie pas na enige tijd in Nederland is gedaan en het voor verzekeraar niet voldoende duidelijk is dat er daadwerkelijk een diefstal heeft plaatsgevonden.

Verzekeraar dient ‘redelijke belang’ te bewijzen

Deze kwestie werd voorgelegd aan het KiFiD en op 1 november 2017 kwam het KiFiD tot de volgende uitspraak. De verzekeraar diende te stellen, en bij betwisting te bewijzen, dat hij in een redelijk (lees: een daadwerkelijk) belang is geschaad. De verzekeraar diende dus te bewijzen dat hij door het niet-nakomen van de verplichting – het direct informeren van de politie – daadwerkelijk in een ongunstigere positie was gebracht. De verzekeraar stelde dat indien de verzekerde direct aangifte had gedaan in het buitenland de telefoon sneller zou zijn teruggevonden.

Verzekeraar trekt aan het kortst eind

Hiermee had de verzekeraar echter onvoldoende aangetoond dat hij door de handelswijze van de verzekerde daadwerkelijk in een concreet belang was geschaad. De verzekeraar had zich dan ook ten onrechte op de medewerkersvervalclausule in zijn algemene voorwaarden beroepen en ten onrechte geweigerd de schade van de verzekerde te vergoeden. De verzekeraar diende de schade van de consument te vergoeden.

 

Thomas van Vugt

Thomas van Vugt

Thomas adviseert en procedeert met name op het gebied van het verbintenissenrecht, het vastgoedrecht, en mediarecht. Bekijk hier zijn track record. Volg Thomas op Twitter en LinkedIn.
Ravel Residence