Als er beslag wordt gelegd op een bankrekening van een onderneming, kan dat de continuïteit van het bedrijf schaden. De onderneming heeft immers geen
beschikking
Uitspraak in een verzoekschriftprocedure
» Meer over beschikking
beschikking meer over het (door het beslag geraakte) saldo op de bankrekening. In een kort geding kan opheffing van het beslag worden gevraagd. Dit wordt doorgaans toegewezen als de onderneming op een andere wijze
zekerheidsrecht
Zakelijke rechten die strekken tot ter zekerheid van een vordering, zoals pand en hypotheek.
» Meer over zekerheidsrecht
zekerheid kan stellen voor de vordering van de crediteur. Door het afgeven van een
bankgarantie
De garantstelling van een bank om een geldbedrag aan de begunstigde uit te keren als de wederpartij niet nakomt of niet betaalt.
» Meer over bankgarantie
bankgarantie, bijvoorbeeld. Advocaat Marco Guit, gespecialiseerd in beslag- en executiegeschillen, licht dit toe aan de hand van een recente uitspraak.
In deze zaak was er beslag gelegd op de bankrekening van onderneming RDS, voor een bedrag van € 2 miljoen. De beslaglegger stelde dat hij een vordering op RDS had, wegens
vertragingsschade
De schade die een schuldeiser lijdt door de vertraging in de nakoming van de overeenkomst.
» Meer over vertragingsschade
vertragingsschade door een te late levering van een schip. RDS heeft vervolgens in een kort geding opheffing van het beslag gevorderd, eventueel onder de voorwaarde dat RDS zekerheid stelt in de vorm van een afgifte van een bankgarantie.
Opheffing kan worden toegewezen als (summierlijk) blijkt dat het door de beslaglegger ingeroepen recht ondeugdelijk is. Ook wordt een beslag meestal opgeheven als het onnodig is gelegd. Bij deze laatste grond kan van belang zijn of er op een andere wijze zekerheid kan worden gesteld.
Volgens RDS moet het beslag worden opgeheven omdat de beslaglegger in strijd met artikel 21 Rv. heeft gehandeld. Dit artikel verplicht partijen in een proces om voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. De beslaglegger zou volgens RDS hebben nagelaten om in het
beslagrekest
Het verzoekschrift waarmee een schuldeiser verlof vraagt van de voorzieningenrechter om conservatoir beslag te mogen leggen bij een schuldenaar.
» Meer over beslagrekest
beslagrekest het verweer tegen de schadevordering te vermelden. Hierdoor is de voorzieningenrechter niet ingelicht over het standpunt van RDS en heeft de beslaglegger de rechter daardoor misleid, aldus RDS.
De voorzieningenrechter is het met RDS eens: de beslaglegger heeft het verweer van RDS tegen de schadevordering niet in het beslagrekest opgenomen, terwijl hij hier wel bekend mee was. Echter, de rechter acht dit
verzuim
De situatie dat, en de periode waarin een schuldenaar nalaat een opeisbare prestatie te verrichten.
» Meer over verzuim
verzuim te gering om het beslag op te heffen. Wel is de rechter overtuigd van de stelling van RDS dat de door de beslaglegger gepretendeerde schade in ieder geval een stuk lager uitvalt dan de gestelde ruim € 2 miljoen. Dat er geheel geen schade zou zijn geleden, vindt de rechter weer te ver gaan.
Het beslag wordt dus niet zonder meer opgeheven. Bij afweging van de belangen acht de rechter bovendien het belang van de beslaglegger op instandlating van het beslag als zekerheid voor zijn vordering groter dan het belang van RDS op opheffing. Maar nu RDS heeft aangeboden een bankgarantie af te geven, wijst de rechter de opheffing van het beslag toe onder de voorwaarde van zekerheidstelling voor een (naar beneden bijgesteld) bedrag van € 750.000.