Bij een reorganisatie dacht een werknemer slim te zijn: hij koos voor vrijwillig ontslag en maakte aanspraak op de riante beëindigingsvergoeding conform het Sociaal Plan. Maar had de werknemer de voorwaarden voor deze vergoeding wel goed begrepen? Niet echt, zo bleek in een recente procedure. Advocaat arbeidsrecht Sander Schouten vat de uitspraak van het hof samen.
In deze zaak was Nuon bezig met een reorganisatie. Hierdoor zou de functie van de werknemer komen te vervallen per 1 februari 2015. Nuon heeft de werknemer meegedeeld dat hij per 1 februari 2015 boventallig zou worden tenzij de werknemer een eventueel aanbod van Nuon van ‘een andere passende functie’ zou accepteren. Voorts deelde Nuon mee dat Het Sociaal het binnen Nuon geldende Sociaal Plan van toepassing was.
In het Sociaal Plan stond onder meer dat een werknemer van wie de functie zal komen te vervallen, twee keuzes heeft: Optie A ‘Directe beëindiging van de
arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
» Meer over arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst’ of optie B ‘Werkbegeleiding’. Wordt voor Optie A gekozen, dan heeft de werknemer recht op een beëindigingsvergoeding. Deze zou in het geval van werknemer ruim € 130.000 bedragen.
In het Sociaal Plan staat voorts dat de werknemer verplicht is een redelijk aanbod van een passende functie te accepteren. Doet de werknemer dit niet, dan leidt dat tot verval van de aanspraken uit het Sociaal Plan.
De werknemer heeft Nuon op 30 november 2014 al bericht dat hij voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst en de vergoeding kiest. Nuon weigert echter de vergoeding te betalen. Nuon heeft namelijk ruim vóór 1 februari 2015 aan werknemer een andere functie aangeboden. Werknemer heeft deze functie echter afgewezen.
In de procedure die werknemer tegen Nuon heeft ingesteld, vordert hij via een advocaat arbeidsrecht betaling van de beëindigingsvergoeding. Maar tevergeefs. Het hof meent dat het Sociaal Plan helder is op dit punt. De werknemer aan wie een redelijk aanbod van een passende functie wordt gedaan tijdens een reorganisatie en dit aanbod weigert, kan geen aanspraak maken op de vergoeding als hij niettemin voor vertrek kiest. De keuze om -met het oog op een baan elders- toch de arbeidsovereenkomst te beëindigen komt en blijft voor rekening van de werknemer.