Een werkgever heeft met de komst van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) sinds 1 januari 2015 een aanzegverplichting. Werknemers met een
arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
» Meer over arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dienen te worden aangezegd of, en zo ja onder welke voorwaarden hun arbeidsovereenkomst wordt verlengd. De werkgever raakt een boete verschuldigd indien de aanzegging niet of niet tijdig plaatsvindt. Advocaat arbeidsrecht Sander Schouten bespreekt de nieuwe situatie.
De nieuwe wet betekent dat een werkgever verplicht is een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd minimaal één maand vóór het einde van het dienstverband schriftelijk te informeren (‘aan te zeggen’):
Ook als een werkgever een aanzegging achterwege laat, eindigt de arbeidsovereenkomst (in het geval niet wordt voortgezet of doorgewerkt) van rechtswege. De werkgever is in dat geval echter een boete verschuldigd ter hoogte van een ‘kaal’ maandsalaris (dat wil zeggen: zonder looncomponenten als vakantiegeld, een vaste eindejaarsuitkering of een dertiende maand). Indien de werkgever de aanzegverplichting niet tijdig is nagekomen, is hij aan de werknemer een vergoeding naar rato verschuldigd.
De werkgever is de vergoeding is niet verschuldigd indien hij in staat van faillissement is verklaard, bij een verlening van surseance van betaling of in het geval de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing is.
De werknemer dient binnen twee maanden een
verzoekschrift
Zaken die niet met een dagvaarding beginnen, worden ingeleid met een verzoekschrift. De wet verbindt een aantal minimumvereisten aan de inhoud van een verzoekschrift.
» Meer over verzoekschrift
verzoekschrift bij de rechter in te dienen om aanspraak te kunnen maken op de boete. Indien de werknemer dit nalaat, vervalt zijn aanspraak.
Indien niet is aangezegd en de arbeidsovereenkomst feitelijk wordt voortgezet, wordt, net als voorheen, de arbeidsovereenkomst voortgezet onder dezelfde voorwaarden en voor dezelfde duur tot een maximum van één jaar(‘voortzetting zonder tegenspraak’). Ook in dit geval is de werkgever dan een vergoeding wegens het niet aanzeggen verschuldigd. Hierbij geldt eveneens dat de werknemer daarvoor tot twee maanden de tijd heeft na de dag waarop de arbeidsovereenkomst zou zijn geëindigd.
Er is een drietal uitzonderingen waarbij de aanzegverplichting niet geldt:
De kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland kreeg op 13 mei 2015 de vraag voorgelegd of al in de arbeidsovereenkomst kan worden voldaan aan de aanzegplicht (waarvan in deze zaak sprake was op grond van een
cao (collectieve arbeidsovereenkomst)
Een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) is een schriftelijke overeenkomst waarin afspraken over arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd.
» Meer over cao (collectieve arbeidsovereenkomst)
cao). Dit door middel van het reeds in de arbeidsovereenkomst opnemen van de aanzegging dat de arbeidsovereenkomst niet verlengd zal worden. Deze aanzegging hield stand.
De regering heeft de mogelijkheid om aan te zeggen in de arbeidsovereenkomst ook erkend (Kamerstukken II, 33818, 7, p. 34-5). Hierbij kunnen zich echter problemen voordoen. Zo is het mogelijk dat de werknemer niet meer beschikbaar is indien de werkgever de arbeidsovereenkomst toch wenst voort te zetten. De regering signaleerde dit ook al (Kamerstukken II, 33818, 7, p. 35). In de literatuur wordt ook de vraag opgeworpen wat er gebeurt als halverwege de looptijd van de arbeidsovereenkomst wordt aangegeven dat wordt voortgezet, maar dit uiteindelijk toch niet gebeurt. Het lijkt dan aannemelijk dat (opnieuw) aangezegd moet worden.