Een statutair bestuurder van een onderneming heeft vaak een ‘dubbele’ rechtspositie. Hij is zowel (statutair) bestuurder van vennootschap als werknemer. Voor de rechtspositie als bestuurder gelden de regels van het vennootschapsrecht en voor de rechtspositie als werknemer de regels van het arbeidsrecht. Dit heeft consequenties voor het ontslag van een bestuurder. Advocaat arbeidsrecht Sander Schouten bespreekt een recente zaak waarin dit wordt toegelicht.
In deze zaak was bestuurder X als operationeel directeur in dienst getreden bij de Onderneming. Vervolgens is hij door de
algemene vergadering
Het orgaan binnen verenigingen en vennootschappen met in aandelen verdeeld kapitaal met alle bevoegdheid die niet aan het bestuur of aan anderen is toegekend.
» Meer over algemene vergadering
AVA tevens aangesteld als statutair bestuurder. Op een gegeven moment wordt X door de Onderneming aangesproken op het uitblijven van positief bedrijfsresultaat. X en de Onderneming verschillen van mening over de oorzaak hiervan. Tijdens een aandeelhoudersvergadering is − buiten aanwezigheid van bestuurder X om − besloten om X per direct te ontslaan als statutair bestuurder en zijn arbeidsovereenkomst op te zeggen tegen 1 maart 2019.
X is het niet met dit besluit eens en start een procedure bij de kantonrechter. De advocaat van X vecht zowel het (vennootschapsrechtelijke) ontslagbesluit aan als de (arbeidsrechtelijke) opzegging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter behandelt eerst de vraag of het ontslagbesluit rechtsgeldig is genomen. X voert een aantal (formele) bezwaren aan waarom het ontslagbesluit niet rechtsgeldig is. Zo maakt hij er bezwaar tegen dat het besluit is genomen tijdens zijn afwezigheid. Volgens de kantonrechter is X echter voldoende in de gelegenheid gesteld om zijn visie te geven op het voorgenomen besluit. X heeft zelf− ondanks te zijn uitgenodigd op de AVA − besloten geen gebruik te maken van deze gelegenheid. Het ontslagbesluit is aldus rechtsgeldig genomen.
De kantonrechter overweegt dat het (rechtsgeldige) ontslagbesluit directe gevolgen heeft voor de arbeidsovereenkomst. Uit vaste rechtspraak volgt namelijk dat het rechtsgeldige ontslag van een statutair bestuurder als regel ook opzegging van de arbeidsovereenkomst met zich meebrengt. Door het vennootschapsrechtelijke ontslag, is de arbeidsovereenkomst als het ware een lege huls geworden. Anders dan bij reguliere ontslagsituaties, kan het arbeidsrechtelijke ontslag van een bestuurder − in een procedure − niet als zodanig worden aangevochten en hersteld. De achtergrond hiervan is het principe dat een statutair bestuurder altijd moet kunnen worden ontslagen door het bevoegde orgaan (in dit geval de AVA).
Uitzondering hierop doet zich voor als er sprake is van een wettelijk ontslagverbod. Nu zich dit niet voordoet in deze zaak, staat het ontslag van de bestuurder vast. Door opzegging is de arbeidsovereenkomst geëindigd. Wel kan de bestuurder een billijke vergoeding eisen als een redelijke grond voor het ontslag ontbreekt.
Dit heeft de advocaat van X ook gedaan in deze zaak. De kantonrechter is echter van oordeel dat de opzegging is gedaan op de h-grond; omstandigheden die zodanig zijn dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Het verschil van inzicht en de fundamentele verstoring van de arbeidsrelatie is volgens de rechter voldoende aangetoond. Van de Onderneming kon niet worden gevergd dat zij de arbeidsrelatie voortzette. De gevorderde billijke vergoeding wordt daarom afgewezen.