Het hof Den Haag vindt dat een werknemer die vlak voor zijn werk harddrugs had gebruikt “niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld”, waardoor de werknemer recht heeft op de maximale
transitievergoeding
De ontslagvergoeding waar werknemers met een dienstverband van minimaal 2 jaar recht op hebben bij onvrijwillig ontslag.
» Meer over transitievergoeding
transitievergoeding (
ontslagvergoeding
De vergoeding die een werknemer krijgt van de werkgever bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
» Meer over ontslagvergoeding
ontslagvergoeding) van € 75.000,-. Is het Nederlandse arbeidsrecht te ver doorgeschoten of niet? Oordeelt u zelf aan de hand van dit blog van advocaat arbeidsrecht Sander Schouten over de rechtszaak.
Sinds de invoering van de WWZ (Wet Werk en Zekerheid) in 2015 is het Nederlands ontslagrecht ingrijpend veranderd. Een werkgever kan een werknemer alleen nog maar ontslaan als is voldaan aan een aantal door de wet genoemde gronden. Eén van die gronden is dat de werkgever de
arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
» Meer over arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst kan opzeggen als er sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De vraag is natuurlijk: wanneer is daar nou sprake van en wanneer niet?
In deze zaak stelde de werkgever, een Rotterdamse containerterminal dat sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer omdat de betreffende werknemer aantoonbaar cocaïne gebruikte vlak voordat hij moest werken. Dit drugsgebruik leidde volgens de werkgever tot agressief gedrag, slapeloosheid en uitputting. Bovendien heeft hij zijn collega’s in gevaar gebracht, omdat hij met een bedrijfsauto een ongeval op het werk zou hebben veroorzaakt. Terwijl hij die auto bestuurde kreeg hij een black-out en viel hij in slaap. Uit een drugstest bleek dat hij cocaïne had gebruikt. De kantonrechter heeft vervolgens op verzoek van de werkgever de arbeidsovereenkomst ontbonden wegens ernstig verwijtbaar handelen zonder toekenning van een transitievergoeding.
De advocaat van de werknemer ging tegen deze uitspraak in beroep. Het hof was net zoals de kantonrechter van oordeel dat de werknemer verwijtbaar had gehandeld, omdat hij wist dat gebruik van drugs tijdens of voorafgaand aan zijn werk was verboden, hij zich desondanks niet aan de voorschriften had gehouden en bovendien tegenover een onderzoekscommissie van de werkgever enkele malen had gelogen.
Toch is het hof het niet met de kantonrechter eens dat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Het hof vindt met name relevant dat de werknemer reeds sinds 1984 bij de werkgever in dienst was en het grootste deel van zijn dienstverband normaal heeft gefunctioneerd. Ook al was er langere tijd sprake van veelvuldig ziekteverzuim, de problemen begonnen pas in 2013 en pas begin 2015 is werknemer voor het eerst op indringende wijze op zijn gedrag aangesproken. Ook vindt het hof het van belang dat werknemer privéproblemen had en dat sprake was van een fysieke burn-out. Het hof is daarom van mening dat niet uitgesloten kan worden dat het in slaap vallen achter het stuur was veroorzaakt door deze fysieke burn-out en niet door het gebruik van cocaïne. Het hof vindt het niet van belang dat de werknemer in oktober 2015 was aangehouden terwijl hij in een (onverzekerde) auto rondreed samen met 2 Albanezen die verhoord zijn over betrokkenheid bij drugssmokkel.
Het hof vindt dus dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst wel terecht heeft ontbonden wegens verwijtbaar handelen van de werknemer, maar dit handelen acht het hof niet ernstig verwijtbaar, zodat de werknemer wel recht heeft op een transitievergoeding (die gelet op het de leeftijd en de datum van indiensttreding het maximumbedrag van € 75.000 zal bedragen). Ook oordeelde het hof dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ten onrechte heeft ontbonden per 1 januari 2016 in plaats van 1 april 2016. De werknemer krijgt dus ook nog eens drie maanden langer salaris doorbetaald.
Het cocaïne gebruik van de betreffende werknemer leidt volgens het hof dus niet tot ernstig verwijtbaar handelen. Als dat wel het geval was geweest, zou de werknemer geen recht op een transitievergoeding hebben gehad en had de kantonrechter de arbeidsovereenkomst kunnen ontbinden per een eerdere datum dan de datum waarop de arbeidsovereenkomst normaal gesproken zou eindigen. Uit deze uitspraak blijkt maar weer eens dat er heel wat voor nodig is om een werknemer te kunnen ontslaan op grond van ernstig verwijtbaar handelen.