Als een werknemer na vertrek bij zijn werkgever aan de slag wil bij een ander bedrijf, is hij vaak gebonden aan een concurrentiebeding. Een dergelijk beding is bindend ook al wordt het voor de werknemer lastig om een nieuwe baan te vinden. Een werknemer moet goede gronden aanvoeren wil een kantonrechter in een procedure een concurrentiebeding schorsen (buiten werking stellen). Bijvoorbeeld dat de werkgever geheel geen belang heeft bij de handhaving van een
concurrentiebeding
De contractuele beperking voor een werknemer om na beëindiging van het dienstverband werkzaam te zijn in concurrerende functies of in een zekere aan de werkgever gerelateerde branche.
» Meer over concurrentiebeding
concurrentiebeding. Advocaat arbeidsrecht Sander Schouten bespreekt een recente uitspraak waarin dit aan de orde was.
In deze zaak speelde het volgende. Werknemer is van 1 maart 2003 tot 1 oktober 2013 in dienst geweest van werkgever Deltacell.In zijn arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen. Medio 2013 heeft Deltacell al haar medewerkers (via een UWV ontslag procedure) ontslagen wegens een voorgenomen bedrijfssluiting. Ook werknemer werd ontslagen. Hij heeft geen financiële vergoeding meegekregen.
Werknemer heeft Deltacell verzocht het concurrentiebeding buiten werking te stellen zodat hij bij een ander bedrijf aan de slag kon. Deltacell weigerde dit. Werknemer had geen andere keuze dan de kantonrechter te verzoeken het concurrentiebeding te schorsen. De kantonrechter heeft deze vordering toegewezen. Volgens de rechter is niet gebleken dat Deltacell enig redelijk belang heeft bij handhaving van het beding. Immers, een concurrentiebeding strekt tot bescherming van het bedrijfsdebiet (know-how, bedrijfsgeheimen) van de voormalige werkgever.
Maar Deltacell is feitelijk niet meer actief dus valt er ook niets te beschermen. Deltacell heeft haar werkzaamheden gestaakt en er zijn ook al 5 maanden verstreken sinds het ontslag van werknemer. Daarnaast is de arbeidsmarkt voor vergelijkbare functies krap en is werkgever al op de leeftijd van 51 jaar. De kantonrechter heeft daarom het concurrentiebeding geschorst.
Op grond van artikel 7:653 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek kan de rechter een concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk vernietigen op grond dat, in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk wordt benadeeld. Daarnaast geldt dat een concurrentiebeding opnieuw schriftelijk moet worden overeengekomen indien de wijziging in de arbeidsverhouding van zo ingrijpende aard is, dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken. Is dit niet gebeurd, dan verliest het oorspronkelijke beding zijn werking.
Ook als een rechter het concurrentiebeding in stand laat, kan hij wel de duur van het beding beperken. De rechter maakt dus steeds opnieuw een belangenafweging. Het is dan ook raadzaam om bij een geschil over een concurrentiebeding steeds juridisch advies in te winnen. De advocaten van AMS Advocaten zijn gespecialiseerd in dergelijke geschillen en staan u hierbij graag bij. Indien u vragen heeft over het concurrentiebeding of andere arbeidsrechtelijke onderwerpen, kunt u contact opnemen met Sander Schouten.