De Rechtspraak heeft het vonnis tegen journalist Perdiep Ramesar, die eind vorig jaar door dagblad Trouw werd ontslagen omdat hij bronnen in zijn artikelen had verzonnen, gepubliceerd. Ramesar had loondoorbetaling en wedertewerkstelling gevorderd, maar de rechter wees de vorderingen af. Het vonnis bevat onder meer een ontluisterend verslag van een gesprek met de journalist en de adjunct-hoofdredacteur op 7 november 2014. Advocaat arbeidsrecht Sander Schouten licht de uitspraak toe.
Trouw raakte vorig jaar in opspraak nadat bekend was geworden dat één van haar journalisten, Perdiep Ramesar, artikelen uit zijn duim had gezogen. Ramesar werd bekend met sensationele achtergrondreportages over onder meer jihadisten en mensensmokkel in Nederland. Het spraakmakende artikel over de vermeende shariadriehoek in de Schilderswijk werd zelfs in de Tweede Kamer aangehaald. Kenmerkend voor de artikelen van Ramesar waren de vele geciteerde bronnen.
In een gesprek met (onder meer) de adjunct-hoofdredacteur geeft Ramesar zijn fouten toe:
naam 1]: (..) Kun je in je computer of telefoon de telefoonnummers en e-mailadressen of iets dergelijks geven van de mensen die je hebt gesproken? Je weet dat diverse keren aan jou is gevraagd dat je altijd voor je chef en de hoofdredactie op verzoek moet kunnen zorgen dat de opgevoerde namen voor hen traceerbaar zijn. Dat hebben [naam 4] (ex-adjunct), [naam 5] (ex-chef) en [naam 3] achtereenvolgens opnieuw afgesproken.
[ eiser De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde. Dit in tegenstelling tot de eiser, de partij die het initiatief tot de rechtszaak heeft genomen en daartoe door een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft laten betekenen aan de gedaagde.
» Meer over eiser eiser]: ik weet niet of ik die lijst kan geven. Stilte. Ja, ik weet dat dat is afgesproken.
[naam 1]: kun je dan thuis in je oude blocnotes de gegevens opzoeken en ons die informatie geven?
[eiser]: ik weet niet of ik het kan terugvinden. Zo werkt het meestal niet.
[naam 3]: [eiser], ik wil dat je ophoudt en eerlijk bent. Zijn deze mensen echte mensen of heb jij ze deze namen gegeven?
[eiser]: stil
[naam 3]: ok. Je hebt ook een essay geschreven dat je volgende week in de Tweede Kamer zou voordragen. Daarin voer je twee jongens op. Onder meer een geslaagde zakenman in [naam wijk 1]. Kunnen wij daar nu samen naartoe rijden. Kun je deze man aan ons voorstellen?
[eiser]: weet niet. Stil.
[naam 3]: En die moeder die je in het essay opvoert. Kunnen we daar langs, kunnen we haar spreken?
[eiser]: weet niet. Stil. Ik weet niet waar ze woont.
[naam 3]: Maar je schrijft dat je haar hebt gesproken. Dat is niet zo hè? Het verhaal klopt gewoon niet. Het is een mooi essay en het had net zo goed wél waar kunnen zijn, maar het klopt niet.
[eiser]: het verhaal klopt wel. Ik heb die [naam 6] gesproken. Ik heb de jongens niet zelf gesproken, maar het verhaal van een derde gehoord. Ik heb contacten in die wijk. Een agent, meerdere agenten, en een aantal andere mensen. Die agenten vertellen mij verhalen, soms mag ik ook de stukken inzien. De verhalen kloppen. Zo gaat dat. Ik ben echt niet iemand die achter zijn bureau alleen verhalen maakt. Ik ben de hele tijd op straat.
[naam 1]: Maar soms heb je namen gefingeerd?
[eiser]: Ja, dat moet ik toegeven. Dat heb ik wel eens gedaan
[naam 3]: Dus die twee jongens in [naam wijk 1] hadden kunnen bestaan, maar ze bestaan niet? We kunnen niet nu naar ze toe?
[eiser]: Stil. Haalt schouders op. “Nee, ik denk het niet.”
[naam 1]: Sinds wanneer ben je dat gaan doen? Is dat voor of na je verhaal over [artikel 2] in [plaats]?
[eiser]: Weet niet meer, daarna denk ik. En het gaat alleen om repo-verhalen, niet om het nieuws. Ik verzeker jullie: De nieuwsverhalen zijn echt helemaal waar.
[naam 3]: Vind jij dat we je als krant te veel druk hebben opgelegd?
[eiser]: Nou ja. Tsja. Misschien.
[naam 1]: Ik begrijp best dat je druk voelde om steeds weer te presteren. Dat het zwaar is om steeds aan de hoge verwachtingen te blijven voldoen. Ervaar jij dat zo? Kun je daar iets over vertellen?
[eiser]: Ik leg de lat bij mezelf hoog. En als ze uit Amsterdam na het nieuws een reportage of interviewtjes willen, dan wil ik daaraan voldoen.
[naam 1]: Dat is niet de lat hoog leggen, maar juist laag. Want je hebt de basisregels van de journalistiek geschonden, je hebt namen gefaket. In les 1 op de opleiding voor journalistiek heb je geleerd dat zoiets echt niet kan.
[naam 3]: Je zegt nooit nee. En het lukt je altijd. Daarom ging ik twijfelen, want dat kan niet waar zijn. Dat lukt geen enkele verslaggever. Maar jou lukt het altijd. Dat kan niet. Durfde je wel nee te zeggen?
[eiser]: Eigenlijk niet. Het mocht gewoon niet mislukken. Het niveau dat ik heb gehaald met [artikel 2] wilde ik gewoon elke keer weer herhalen.
[naam 1]: [eiser], je weet dat we het hier hebben over frauderen?
[eiser]: Ja.
[naam 1]: Je bent uiteindelijk van af en toe faken naar heel veel artikelen faken gegaan?
[eiser]: Niet een beetje: van nul tot dat wat jullie nu laten zien.
(..)
Bron: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2014:9379
Trouw onderzocht de bronnen en van de 56 namen die Ramesar in zijn (recente) artikelen had opgevoerd, was er niet één traceerbaar via internet. Ook bleken de namen niet voor te komen in de familiedatabank van het Meertensinstituut. Na dit onderzoek en het gesprek werd Ramesar op staande voet ontslagen. Als
dringende reden
Een gedraging van een werknemer die zodanig is dat van de werkgever niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
» Meer over dringende reden
dringende reden werd opgegeven dat Ramesar op ernstige wijze de journalistieke integriteit had geschonden.
Ramesar heeft Trouw vervolgens in kort geding gedagvaard. Hij riep de nietigheid van het ontslag in en heeft loondoorbetaling en wedertewerkstelling gevorderd. Hij voerde aan dat het door Trouw uitgevoerde internetonderzoek onzorgvuldig en oncontroleerbaar was. Daarnaast zou Trouw ook het beginsel van hoor en wederhoor hebben geschonden. De voorzieningenrechter stelt voorop dat de stelplicht en bewijslast ter zake van de aanwezigheid van een geldige dringende reden in beginsel op werkgever Trouw rust.
Volgens de rechter heeft Trouw hieraan voldaan. Niet is gebleken dat het internetonderzoek naar de bronnen onzorgvuldig is uitgevoerd, noch dat het oncontroleerbaar was voor Ramesar. Trouw heeft immers een lijst van onderzochte namen verstrekt en aangegeven hoe zij deze namen op internet heeft gezocht. Voorts is Ramesar voldoende in de gelegenheid gesteld om zijn kant van het verhaal toe te lichten. Ramesar heeft geen redelijke verklaring gegeven voor het feit dat geen van zijn bronnen traceerbaar zijn. Ook heeft hij niet zelf kunnen aantonen dat de bronnen wel degelijk bestaan. Daarbij komt nog dat Ramesar nota bene zelf heeft toegegeven bronnen te hebben verzonnen. De rechter concludeert dan ook dat Trouw bevoegd was Ramesar op staande voet te ontslaan. De vorderingen van Ramesar worden afgewezen.