Werknemer krijgt te horen dat werkgever zijn dienstverband wil beëindigen middels een minnelijk beëindiging. Hierop vooruitlopend wordt werknemer vrijgesteld van werk. Voordat de werknemer naar huis gaat, mailt hij vier werkbestanden naar zijn eigen zakelijke e-mailadres. Op de bestanden staan overzichten van alle accountgegevens van de werknemer, licenties en contactpersonen. Werkgever ontslaat werknemer vervolgens op staande voet. Is dit terecht? Advocaat arbeidsrecht Sander Schouten bespreekt de uitspraak.
Volgens de wet mag ieder van partijen de
arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
» Meer over arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst onverwijld beëindigen op grond van een
dringende reden
Een gedraging van een werknemer die zodanig is dat van de werkgever niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
» Meer over dringende reden
dringende reden. De dringende reden die de werkgever in deze zaak heeft aangevoerd is dat werknemer zich schuldig zou hebben gemaakt aan het zichzelf toesturen van hoogst vertrouwelijke documenten die essentiële en zeer concurrentiegevoelige informatie bevatten. Volgens werkgever had de werknemer de kennelijke intentie om deze informatie te gebruiken voor het
onrechtmatig
Ieder handelen of nalaten dat in strijd is met een wet of met de maatschappelijke betamelijkheid.
» Meer over onrechtmatig
onrechtmatig beconcurreren van de werkgever en om schade toe te brengen aan haar bedrijfsdebiet.
De advocaat van de werknemer stelt allereerst dat de werkgever het ontslag niet onverwijld heeft gegeven. Het was de werkgever al direct na het eerste gesprek bekend dat hij bestanden aan zichzelf had gemaild, aldus de werknemer. Toch werd werknemer pas na 3 weken ontslagen. De werkgever stelt echter dat zij aanvankelijk dacht dat het om slechts één document ging. Bij nader onderzoek bleken het er meer te zijn geweest en werd toen pas duidelijk om welke inhoudelijke documenten het ging.
De rechter overweegt dat als een werkgever vermoedt dat zich een dringende reden tot ontslag van een werknemer voordoet, de werkgever eerst de juistheid van dit vermoeden mag (zelfs moet) onderzoeken voordat hij tot ontslag op staande voet overgaat. Hoe snel dit onderzoek moet plaatsvinden hangt af van de omstandigheden van het geval: de aard en de omvang van het onderzoek, de behoedzaamheid die is geboden en de eventuele noodzaak tot het inwinnen van juridisch advies en het verzamelen van bewijsmateriaal. De rechter acht het tijdsverloop tussen de eerste ontdekking van het e-mailverkeer van de werknemer en het uiteindelijke ontslag, gerechtvaardigd.
Dan de hamvraag: leverde het e-mailen van vertrouwelijke informatie voldoende grond op voor ontslag op staande voet? De kantonrechter stelt voorop dat ontslag op staande voet een “ultimum remedium” is waarvan dus niet te vlug mag worden aangenomen dat het terecht is gegeven. Vermoedens en/of hypotheses, die niet stevig zijn verankerd in feiten, kunnen doorgaans niet leiden tot een ontslag op staande voet.
In casu bestaan er geen regels die het werknemer verbieden om bestanden naar zijn zakelijke e-mailadres te versturen. Daarmee staat dus vast dat het enkel versturen van de bestanden geen schending van een regel oplevert. Het onrechtmatig handelen zou volgens werkgever gelegen zijn in het door haar veronderstelde doel; het misbruik maken van die informatie door werknemer.
Er is volgens de rechter niet gebleken dat werknemer de bestanden heeft verspreid onder derden, althans dat de bestanden daadwerkelijk ten nadele van de werkgever zijn gebruikt, of dat hij daartoe de intentie had. Er is dus niet aangetoond dat het de intentie van werknemer was de werkgever schade toe te brengen. Het blijft bij een niet onderbouwd vermoeden van werkgever dat werknemer de intentie had om haar onrechtmatig te beconcurreren. De rechter oordeelt dat er geen sprake is van een dringende reden die een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Het ontslag op staande voet is dan ook niet rechtsgeldig. Overigens acht de rechter wel dat de verhouding tussen partijen dusdanig verstoord is dat het subsidiaire verzoek tot ontbinding evenwel wordt toegewezen.