De coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie signaleren in het Regeerakkoord 2017 dat de Wet werk en
zekerheidsrecht
Zakelijke rechten die strekken tot ter zekerheid van een vordering, zoals pand en hypotheek.
» Meer over zekerheidsrecht
zekerheid (Wwz) een ontslag onnodig bemoeilijkt. Daarom gaan werkgevers minder onbepaalde tijd contracten aan dan voorheen. Om deze reden moet het ontslagrecht op de schop op verschillende punten. Één van die punten is dat ontslag op verschillende wettelijke gronden mogelijk moet worden. Arbeidsrecht advocaat Lennard Noordzij legt uit.
Op dit moment kan een werkgever een arbeidsovereenkomst opzeggen of ontbinden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van een werknemer niet in de rede ligt. Afhankelijk van welke ontslaggrond wordt aangevoerd, heeft een werkgever daarvoor toestemming nodig van het UWV of ontslagcommissie, of de kantonrechter. Ontbreekt deze toestemming dan is – afgezien van terecht gegeven ontslag op staande voet – een gegeven ontslag niet rechtsgeldig.
Onder een redelijke grond dient naar huidig recht te worden verstaan:
a. bedrijfseconomische redenen
b. langdurige arbeidsongeschiktheid
c. frequent ziekteverzuim
d. disfunctioneren
e. verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer
f. gewetensbezwaar
g. verstoorde arbeidsverhouding
h. andere gronden (bijvoorbeeld detentie of illegaliteit van de werknemer)
Een ontslag moet gebaseerd zijn op één van de hierboven opgenomen gronden. Voor een ontslag op de a- of b-grond dient toestemming te worden gevraagd aan het UWV of de ontslagcommissie, voor een ontslaggrond die valt onder c t/m h dient de kantonrechter te worden benaderd.
Het betreft een zogenaamd limitatief stelsel. Als het ontslag niet volledig onder één van deze gronden valt, dan wijst verleent het UWV geen toestemming om de
arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
» Meer over arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst op te zeggen (a- of b-grond) of de kantonrechter het
ontbindingsverzoek
De procedure bij de kantonrechter om een arbeidsovereenkomst te ontbinden.
» Meer over ontbindingsverzoek
ontbindingsverzoek (c t/m h- grond) af. Een ontslag gebaseerd op 50% sub d (disfunctioneren) en 50% sub g. (verstoorde arbeidsverhouding) leidt dus niet tot een redelijke ontslaggrond. In die situatie zal de rechter het verzoek tot ontbinding afwijzen. Het ontslag moet dus gegrond kunnen worden op enkel disfunctioneren of enkel een verstoorde arbeidsverhouding.
Dit gaat veranderen. In de toekomst wordt het mogelijk om meerdere ontslaggronden te combineren. Een redelijke grond voor ontslag wordt dus mogelijk indien er bijvoorbeeld sprake is van 33% sub d, 33% sub e en 33% sub g. Met andere woorden: een combinatie van verwijtbaar handelen, disfunctioneren en een verstoorde arbeidsrelatie. De coalitiepartijen geven als reden dat werkgevers tegen situaties aanlopen waarin op basis van elke van de afzonderlijke bestaande ontslaggronden onvoldoende wettelijke basis is voor ontslag, maar waar wel bij meerdere gronden gedeeltelijk sprake is van problemen.
Als tegemoetkoming voor de werknemer kan de rechter straks naast de verschuldigde
transitievergoeding
De ontslagvergoeding waar werknemers met een dienstverband van minimaal 2 jaar recht op hebben bij onvrijwillig ontslag.
» Meer over transitievergoeding
transitievergoeding aan een werknemer een extra vergoeding toe te kennen van maximaal de helft van de transitievergoeding.
Zover is het echter nog (lang) niet. Het wetsvoorstel dient nog te worden opgesteld en alle parlementaire stappen – waarin ook weer wijzigingen kunnen worden aangebracht in het wetsvoorstel – dienen nog te worden doorlopen. Wij houden u op de hoogte.