Op 16 maart 2016 vond in Loosdrecht een ernstig ongeval plaats tijdens een illegale straatrace. Vader en zoon – de zoon is de piloot van Transavia – raceten door een woonwijk in Loosdrecht met een dodelijk ongeluk tot gevolg. Transavia wilde de
arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
» Meer over arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst met haar werknemer (de zoon) ontbinden naar aanleiding van de strafrechtelijke veroordeling van de piloot. De rechter deed op 12 februari 2018 uitspraak. Arbeidsrecht advocaat Lennard Noordzij legt uit.
Vader en zoon rijden door een woonwijk in Loosdrecht met meer dan twee keer de toegestane snelheid. Vader rijdt vooraan in zijn Porsche, zijn zoon volgt hem met zijn Mini. De race heeft een verschrikkelijk ongeluk tot gevolg: vader raakt de auto van een jonge vrouw van 19 jaar vol in de flank. Deze vrouw overlijdt twee weken later aan haar verwondingen. Vader en zoon worden strafrechtelijk vervolgd. Eind 2017 wordt de vader door de rechtbank veroordeeld voor vier jaar cel, taakstraf en 5 jaar rijontzegging, zijn zoon (de piloot) krijgt een werkstraf van 100 uur en 1 jaar rijontzegging. Vader en zoon stellen
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep in tegen deze beslissing.
De zoon werkte eerst als piloot bij Ryan Air en vervolgens vanaf mei 2016 voor Transavia. De arbeidsovereenkomst tussen de zoon en Transavia was al eerder, in maart 2016, tot stand gekomen. Het ongeluk vond dus plaats (maart 2016) voorafgaand aan het ingaan van de arbeidsovereenkomst (mei 2016). Nog voordat de zoon start bij Transavia, vindt er een gesprek plaats tussen Transavia en de zoon, die op dat moment als verdachte is gehoord door de politie. In mei 2016 – enkele dagen nadat de zoon startte bij Transavia – stuurt de zoon het proces-verbaal van zijn verhoor door aan Transavia.
Zoals gezegd, in november 2017 wordt de piloot veroordeeld tot een werkstraf en rijontzegging. Tien dagen na deze veroordeling wordt de werknemer door Transavia op non-actief gesteld vooruitlopend op de door haar gewenste beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Transavia verzoekt de arbeidsovereenkomst met de piloot te ontbinden. Transavia baseert dit op – kort gezegd – (ernstig) verwijtbaar handelen van de piloot zodanig dat van Transavia in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Op grond van de gedragingen die in het strafvonnis bewezen zijn verklaard is sprake geweest van extreem gevaarzettend gedrag van de werknemer in het verkeer en het overtreden van (verkeers)veiligheidsnormen, waarmee een directe relatie met zijn functie als piloot is gegeven, waarin hij bij uitstek verantwoordelijk is voor de veiligheid van anderen in de lucht, aldus Transavia.
De zoon is het oneens met het strafvonnis van de rechtbank en zijn advocaat heeft daarom hoger beroep ingesteld. Maar daarnaast – zo stelt hij – dicht Transavia hem een grotere rol toe aan het ongeval dan door de rechtbank is vastgesteld en wordt hij in feite meegezogen in de verwijtbaarheid die de rechtbank zijn vader vooralsnog toedicht. Indien dit rookgordijn wordt weggehaald blijft over een overtreding van gevaar veroorzaken op de weg over, waar Transavia bij indiensttreding al rekening mee heeft gehouden. De advocaat van werknemer betwist dat er enig gevaar zou zijn voor de vliegveiligheid dan wel van andere bezwaren om zijn werk te hervatten.
De kantonrechter stelt in deze zaak voorop dat de onderhavige kwestie nauw samenhangt met een dodelijk ongeval dat morele verontwaardiging in de samenleving en publiciteit heeft opgeroepen. Daarbij is het beeld van een straatrace veelvuldig naar voren gekomen, een beeld dat zich moeilijk laat rijmen met het zijn van een verantwoordelijk piloot. Immers, het volgen van veiligheidsvoorschriften en verantwoordelijkheid nemen voor de veiligheid van anderen maakt onmiskenbaar onderdeel uit van de werkzaamheden van een piloot en is ook de basis van de verkeerswetgeving die de werknemer in ernstige mate zou hebben overtreden.
Eenmalig extreem gevaarzettend gedrag in het verkeer, dat ondanks de ernst in het strafrecht beperkt is gebleven tot overtreding van artikel 5 WvW, hetgeen een overtreding is en geen misdrijf, acht de kantonrechter onvoldoende om te oordelen dat sprake is van onverenigbaarheid met (de aard van) de functie van piloot. Dat sprake is van meer dan een incident, met risico’s voor de vliegveiligheid, is niet gebleken, aldus de rechtbank.
De kantonrechter voegt hier nog aan toe dat er geen beleid is binnen Transavia waaruit blijkt dat ernstige verkeersovertredingen gevolgen kunnen hebben voor het uitoefenen van het beroep van piloot. Ook heeft Transavia, ondanks de gemotiveerde betwisting van de werknemer, niet onderbouwd dat de ontzegging van de rijbevoegdheid gevolgen kan hebben voor het vliegbrevet of voor de Verklaring Geen Bezwaar (voorheen verklaring goed gedrag) van de zoon. De rechtbank wijst de door Transavia verzochte ontbinding af en veroordeelt Transavia om de werknemer te werk te stellen in zijn functie.
Dit oordeel van de rechtbank is in lijn met gangbare jurisprudentie. Detentie of veroordeling vanwege een in de privésfeer gepleegd delict is in principe alleen grond voor ontslag als de werknemer in kwestie hierdoor ook zijn functie niet meer goed kan uitoefenen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als een werknemer schuldig is bevonden aan het bezit en vervaardigen van kinderporno, terwijl integriteit een voorwaarde is voor zijn functie of wanneer een werknemer op Schiphol wordt verdacht van drugssmokkel. In deze zaak oordeelde de rechtbank dan ook – hoe wrang ook – dat er geen reden is om aan te nemen dat de werknemer zijn functie niet meer goed kan uitoefenen.