Ook een werknemer is verplicht mee te werken aan zijn of haar re-integratie. Als een werknemer ten onrechte blijft weigeren mee te werken aan zijn re-integratie, kan dit leiden tot verlies van de aanspraak op loon en zelfs tot verlies van de opzegbescherming. Voordat een
ontbindingsverzoek
De procedure bij de kantonrechter om een arbeidsovereenkomst te ontbinden.
» Meer over ontbindingsverzoek
ontbindingsverzoek wegens niet meewerken aan de re-integratie wordt gehonoreerd, dient de werkgever aan te tonen dat stopzetting van het loon niet tot het gewenste resultaat heeft geleid en dient de werkgever te beschikken over een deskundigenoordeel van het UWV. Dat het niet meewerken aan re-integratie ook kan leiden tot niet uitbetaling van een WW-uitkering blijkt wel uit een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Arbeidsrecht-advocaat Sander Schouten bespreekt deze uitspraak.
De werknemer was werkzaam als industrieel schoonmaker voor 40 uur per week. Begin oktober 2015 meldde de werknemer zich ziek. Hij had klachten ten gevolge van COPD en longemfyseem. Naar het oordeel van de bedrijfsarts was de werknemer niet 100% arbeidsongeschikt. De werknemer was in staat om in aangepast werk volgens een opbouwschema zijn werk te hervatten, aldus de bedrijfsarts.
Naar aanleiding van het oordeel van de bedrijfsarts stelde de werkgever een re-integratievoorstel op. De werknemer meende dat hij niet in staat was om dit (aangepaste) werk te verrichten. Volgens de werknemer was het voor hem niet mogelijk om 55 kilometer met de auto naar zijn werk te rijden in verband met zijn medicatie.
In oktober 2016 heeft de werkgever de werknemer gewaarschuwd in verband met het niet meewerken aan de re-integratie. Tegelijkertijd vroeg de werkgever een deskundigenoordeel bij het UWV aan met betrekking tot het door de werkgever gedane werkaanbod. Dit deskundigenoordeel was in het voordeel van de werkgever.
Omdat de werknemer inmiddels al enkele maanden zonder deugdelijke grond bleef weigeren mee te werken aan zijn re-integratie, verzocht de werkgever de kantonrechter om de
arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
» Meer over arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang ontbonden. Volgens de kantonrechter was er sprake van ernstig verwijtbaar nalaten aan de zijde van de werknemer. De werknemer kreeg dan ook geen
transitievergoeding
De ontslagvergoeding waar werknemers met een dienstverband van minimaal 2 jaar recht op hebben bij onvrijwillig ontslag.
» Meer over transitievergoeding
transitievergoeding en billijke vergoeding toegekend.
Nadat de arbeidsovereenkomst was ontbonden, wendde de werknemer zich tot het UWV met het verzoek een WW-uitkering aan hem toe te kennen. Het UWV oordeelde dat de werknemer weliswaar recht heeft op een WW-uitkering, maar dat deze uitkering niet tot uitbetaling komt. Volgens het UWV is er sprake van verwijtbare werkloosheid omdat de werknemer ontslagen is omdat hij geen enkel initiatief toonde om van zijn re-integratie een succes te maken. Het bezwaar en beroep tegen dit besluit van het UWV zijn beide ongegrond verklaard. De werknemer heeft
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat artikel 24 lid 1 sub a WW aan een werknemer de verplichting oplegt te voorkomen dat hij/zij verwijtbaar werkloos wordt. Voor de vraag of er sprake is van verwijtbare werkloosheid, dient een materiële beoordeling plaats te vinden van de vraag of aan de werkloosheid een
dringende reden
Een gedraging van een werknemer die zodanig is dat van de werkgever niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
» Meer over dringende reden
dringende reden ten grondslag ligt en of de werknemer daarvan een verwijt kan worden gemaakt. Daarbij is artikel 7:678 BW de maatstaf en moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen.
In deze kwestie weigerde de werknemer herhaaldelijk om te hervatten in de hem aangeboden passende werkzaamheden. Dit ondanks het oordeel van de bedrijfsarts en het deskundigenoordeel van het UWV. Daarnaast was de werknemer meerdere keren niet telefonisch bereikbaar voor de werkgever, waardoor het voor de werkgever niet mogelijk was de werknemer te spreken en afspraken met hem te maken. Ook de officiële waarschuwing die de werknemer had gekregen sorteerde geen effect. Bovendien heeft de werknemer, zonder voorafgaand bericht, verzuimd gehoor te geven aan een schriftelijke uitnodiging. Zo verscheen de werknemer niet op het spreekuur van de bedrijfsarts en niet bij de werkgever voor een re-integratiegesprek. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dan ook dat deze omstandigheden ertoe leiden dat er sprake is van een dringende reden. De werknemer is daarmee verwijtbaar werkloos. Nu er ook geen aanwijzingen zijn dat de werkloosheid de werknemer niet in overwegende mate kan worden verweten, heeft het UWV terecht een bedrag in mindering gebracht op de WW-uitkering.
Deze uitspraak laat zien dat het niet meewerken aan re-integratie verschillende (financiële) gevolgen met zich mee kan brengen. Allereerst is het een werkgever toegestaan om – nadat zij de desbetreffende werknemer heeft gewaarschuwd – het loon stop te zetten als de werknemer niet meewerkt aan het re-integratietraject. Als dat onvoldoende effect heeft, kan de werkgever zelfs een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter indienen wegens het verwijtbaar niet meewerken aan re- integratie. Naar alle waarschijnlijkheid leidt dit ertoe dat de werknemer geen aanspraak kan maken op een transitievergoeding en billijke vergoeding. Tot slot kan het UWV besluiten om geen WW-uitkering uit te keren omdat aan de werkloosheid een dringende reden ten grondslag ligt. Het gezegde “een gewaarschuwd mens telt voor twee”, geldt dus niet voor niets.