Eerder blogden wij al dat de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW) 1.0 en NOW 2.0 van kracht waren. Het kabinet heeft de NOW verlengd per 1 oktober 2020. De NOW voorziet in een tegemoetkoming in de loonkosten voor bedrijven die minder omzet hebben door de aanhoudende coronacrisis. Het doel van de NOW is (en blijft) zoveel mogelijk banen en inkomens te behouden. Daarnaast heeft de NOW 3.0 tot doel werkgevers de mogelijkheid te bieden om zich samen met hun werknemers voor te bereiden op de nieuwe economische situatie. De NOW 3.0 heeft andere voorwaarden dan de twee voorgaande steunpakketten en loopt tot en met 30 juni 2021. Arbeidsrechtadvocaat Sander Schouten bespreekt de nieuwe NOW 3.0.
Over welke periode geldt de NOW 3.0?
Deze nieuwe noodmaatregel is met ingang van 1 oktober 2020 verlengd met nog eens negen maanden en loopt tot 1 juli 2021. De NOW 3.0 kent drie tijdvakken van steeds drie maanden:
- NOW 3.1: van 1 oktober 2020 tot 1 januari 2021
- NOW 3.2: van 1 januari tot 1 april 2021
- NOW 3.3: van 1 april tot 1 juli 2021
Wie kunnen de NOW 3.0 aanvragen en hoe wordt de omzet- en loondaling bepaald?
- NOW 3.1: alle werkgevers met een (verwacht) omzetverlies van ten minste 20%, mits zij voldoen aan de voorwaarden.
- NOW 3.2 en 3.3: alle werkgevers met een (verwacht) omzetverlies van ten minste 30%, mits zij voldoen aan de voorwaarden.
- Ook werkmaatschappijen waarbij het concern minder dan het geldende omzetverlies heeft terwijl de werkmaatschappij ten minste het geldende omzetverlies heeft, komen in aanmerking mits ze aan de aanvullende voorwaarden voor een aanvraag op werkmaatschappijniveau voldoen. Voorwaarde daarbij is dat de werkmaatschappij wel een eigen rechtspersoonlijkheid heeft.
- De omzetdaling wordt bepaald door een kwart van de omzet over 2019 te vergelijken met de omzet in een door werkgevers te kiezen periode van drie aaneengesloten maanden. Indien werkgevers aanspraak maken op de verschillende NOW-subsidies, dienen deze omzetperiodes op elkaar aan te sluiten.
- De voorschotten van alle drie de tijdvakken worden gebaseerd op de loonsom van juni 2020 of bij gebreke daarvan de loonsom van april 2020.
Wat zijn de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van NOW 1.0 en 2.0?
- In de NOW 1.0 en 2.0 bedroeg het maximale percentage van de loonkosten dat een werkgever vergoed kon krijgen 90%. Dit percentage wordt aangepast. In het eerste tijdvak (NOW 3.1) daalt dit percentage naar 80%. Deze daling zet door in 2021: in NOW 3.2 krijgen werkgevers nog 70% van de loonkosten vergoed en in NOW 3.3 60%.
- In de NOW 1.0 en 2.0 bedroeg het maximumloon van werknemers waarop de tegemoetkoming werd gebaseerd nog tweemaal het maximumdagloon. Vanaf NOW 3.3 (april 2021) wordt maximale loon per werknemer verlaagd naar één keer het maximum dagloon. Het maximumdagloon bedraagt thans € 4.845,47 bruto per maand en wordt per 1 januari 2021 opnieuw vastgesteld.
- In de NOW 1.0 en 2.0 gold dat de tegemoetkoming in gevaar kwam als de loonsom over de subsidiemaanden daalde. Bij gebruik van de NOW 3.0 is een beperkte loonsomdaling mogelijk zonder dat dit invloed heeft op de definitieve subsidievaststelling. Werkgevers krijgen dus meer ruimte om hun bedrijfsvoering aan te passen: in het eerste tijdvak mag de loonsom 10% dalen, in het tweede tijdvak 15% en in het derde tijdvak 20%.
- In de NOW 1.0 kregen werkgevers een korting op de subsidie als zij bij het UWV een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen indiende. Deze korting vervalt met de NOW 3.0. Dit betekent niet dat werkgevers hun werknemers zomaar kunnen ontslaan, het normale ontslagstelsel blijft uiteraard gelden.
- Onder de NOW 2.0 golden er voor werkgevers aanvullende voorwaarden bij een collectief ontslag. Ook gold er een korting van 5% op het gehele subsidiebedrag als werkgevers bij collectief ontslag geen overeenstemming bereikten met de vakbonden. Deze aanvullende voorwaarden zijn geschrapt in de NOW 3.0. Wel blijven de regels uit de Wet melding collectief ontslag gelden.
- De inspanningsverplichting onder de NOW 3.0 is aangescherpt. Deze nieuwe inspanningsverplichting houdt concreet in dat werkgevers voor de werknemers waarvoor zij een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen hebben ingediend in het tijdvak waarin zij subsidie hebben aangevraagd, contact met het UWV dienen op te nemen via de UWV-telefoon NOW. Bij het vaststellen van de subsidie controleert het UWV of de werkgever dit heeft gedaan. Als de werkgever dit niet doet, wordt een korting van 5% op het subsidiebedrag toegepast.
Welke voorwaarden veranderen niet?
- Werkgevers die aanspraak maken op de NOW 3.0 hebben nog steeds een inspanningsverplichting om hun werknemers te stimuleren om aan scholing te doen.
- Ook onder de NOW 3.0 geldt er een verbod op het uitkeren van bonussen, dividenden en inkoop van eigen aandelen.
- De opslag op de loonkosten blijft bedoeld ongewijzigd. Deze opslag van 40% is als tegemoetkoming voor bijkomende loonkosten, zoals het vakantiegeld.
Vanaf wanneer kunnen bedrijven de NOW 3.0 aanvragen?
De aanvraagperiode verschilt per tijdvak:
- NOW 3.1: vanaf 16 november tot 13 december 2020 kunnen bedrijven met terugwerkende kracht een aanvraag indienen voor het eerste tijdvak.
- NOW 3.2: de beoogde aanvraagperiode is 15 februari tot en met 14 maart 2021.
- NOW 3.3: er wordt gestreefd naar een aanvraagperiode tussen 17 mei en 13 juni 2021.
Kunnen bedrijven gebruikmaken van de NOW 3.0 als zij geen NOW 1.0 en NOW 2.0 hebben aangevraagd?
Ja dat kan! Bedrijven kunnen voor elk tijdvak besluiten om wel of geen tegemoetkoming aan te vragen. De definitieve vaststelling van de subsidie vindt plaats als alle drie de tijdvakken zijn verlopen. Dit zal dan ook in de zomer van 2021 zijn. Als bedrijven vanaf 16 november 2020 voor de eerste keer gebruik maken van de NOW, dan kunnen zij de periode voor omzetverlies laten beginnen op 1 oktober, 1 november of 1 december. Als bedrijven al eerder een beroep hebben gedaan op de NOW 1.0 en (of) NOW 2.0 dan moet de omzetperiode aansluiten op de periode gekozen in het tijdvak daarvoor.