Wat gebeurt er met een
arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
» Meer over arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst als een werknemer wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf? Het is duidelijk dat de werknemer dan zijn of haar werkzaamheden niet meer kan verrichten. Dit betekent allereerst dat de werknemer geen recht heeft op doorbetaling van het loon, want het niet-werken komt immers voor rekening van de werknemer. Maar kan het opleggen van een gevangenisstraf ook een reden zijn om de arbeidsovereenkomst te beëindigen? Maakt het dan nog uit dat de werknemer in
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep is gegaan tegen zijn strafvonnis? Onlangs wees de Rechtbank Noord-Nederland hier een
beschikking
Uitspraak in een verzoekschriftprocedure
» Meer over beschikking
beschikking over. Arbeidsrecht advocaat Sander Schouten bespreekt deze uitspraak.
De werknemer is sinds juli 2017 werkzaam bij de gemeente No Noardeast-Fryslân als applicatiebeheerder. Op de werkvloer is een buitenechtelijke liefdesrelatie ontstaan tussen de werknemer en een van zijn vrouwelijke collega’s. Helaas is deze relatie uiteindelijk in een conflict geëindigd met diverse incidenten tot gevolg.
In april 2020 liepen de gemoederen zeer hoog op en heeft zich een ernstig incident voorgedaan. De werknemer heeft zijn vrouwelijke collega zwaar mishandeld en heeft brandgesticht in haar woning.
Hierop is de werknemer in voorlopige hechtenis genomen in afwachting van zijn strafzaak. Als gevolg van die voorlopige hechtenis heeft de gemeente de werknemer geschorst.
In april van dit jaar heeft de rechtbank de werknemer veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 jaar wegens poging tot doodslag en brandstichting. Op het moment dat deze kwestie aan de kantonrechter werd voorgelegd, had de werknemer al hoger beroep aangetekend tegen dit strafvonnis.
De gemeente verzoekt daarom in deze procedure de arbeidsovereenkomst met de werknemer te ontbinden op grond van (onder meer) verwijtbaar handelen en (of) een verstoorde arbeidsverhouding. De werknemer is het niet eens met beide ontbindingsgrondslagen en verzoekt zelf ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van ‘overige gronden’ onder toekenning van de wettelijke
transitievergoeding
De ontslagvergoeding waar werknemers met een dienstverband van minimaal 2 jaar recht op hebben bij onvrijwillig ontslag.
» Meer over transitievergoeding
transitievergoeding. Ook verzoekt de werknemer een billijke vergoeding omdat hij meent dat de gemeente ernstig verwijtbaar zou hebben gehandeld ten opzichte van hem.
De kantonrechter overweegt dat als onherroepelijk zou komen vast te staan dat de werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling van zijn vrouwelijke collega en brandstichting in haar woning, dit voldoende grond zou zijn om de arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen te ontbinden. Hoewel het gaat om gedragingen in de privésfeer zou namelijk niet kunnen worden uitgesloten dat deze gebeurtenis zijn weerslag heeft op de arbeidsverhouding tussen de werkgever en de gemeente. Maar ook al zijn er – gelet op het strafvonnis – sterke aanwijzingen dat de werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan deze gedragingen, is van belang dat dit strafvonnis ten tijde van deze procedure nog niet in kracht van gewijsde is gegaan. De hogerberoepsprocedure loopt nog. Daarom oordeelt de kantonrechter dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van verwijtbaar handelen niet gerechtvaardigd is.
De kantonrechter gaat vervolgens verder met het
ontbindingsverzoek
De procedure bij de kantonrechter om een arbeidsovereenkomst te ontbinden.
» Meer over ontbindingsverzoek
ontbindingsverzoek wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Volgens de kantonrechter staat het buiten kijf dat de arbeidsovereenkomst op deze grondslag moet worden ontbonden, zelfs als de strafrechtelijke veroordeling van de werknemer in de hoger beroepszaak zou worden teruggedraaid. De kantonrechter acht het in dit kader van belang dat deze kwestie veel stof heeft doen opwaaien binnen de gemeente, de kwestie uitvoerig in de pers is besproken en heeft geleid tot gevoelens van onbegrip, ongeloof, ongemak en tot geschonden vertrouwen bij de gemeente. Daar komt bij dat het contact tussen de werknemer en zijn overige collega’s en leidinggevenden door de diverse uitlatingen over en weer in de strafzaak zodanig ernstig onder druk is komen te staan dat het niet redelijk is te verwachten dat dit contact hersteld kan worden.
De kantonrechter komt dan ook tot het oordeel dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Er kan van de gemeente niet gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De kantonrechter overweegt tot slot dat de werknemer bij een ontbinding op de g-grond wel aanspraak kan maken op de wettelijke transitievergoeding. Het verzoek van de werknemer tot toekenning van de billijke vergoeding wordt echter afgewezen. De kantonrechter ziet niet in waarom de gemeente ernstig verwijtbaar zou hebben gehandeld.