Rechters hebben in twee recente zaken verzoeken van werknemers om ontheven te worden uit concurrentie- en relatiebedingen afgewezen. Het grondwettelijke recht van een persoon om vrij te kunnen kiezen waar hij/zij gaat werken legt het af tegen het belang van de werkgever om een (ex)werknemer te houden aan een
concurrentiebeding
De contractuele beperking voor een werknemer om na beëindiging van het dienstverband werkzaam te zijn in concurrerende functies of in een zekere aan de werkgever gerelateerde branche.
» Meer over concurrentiebeding
concurrentiebeding en
relatiebeding
Een relatiebeding is een afspraak tussen een werkgever en een werknemer die de werknemer verbiedt na het einde van de arbeidsovereenkomst werkzaam te zijn voor klanten of relaties van de werkgever.
» Meer over relatiebeding
relatiebeding. Advocaat arbeidsrecht Sander Schouten legt de gevolgen van deze trend uit. [Geüpdatet november 2017]
Het concurrentiebeding beperkt een (ex)werknemer gedurende een bepaalde tijd in zijn mogelijkheden om na het eindigen van zijn vorige dienstverband in een bepaalde beroepsgroep werkzaam te zijn. Een relatiebeding verbiedt de (ex)werknemer om na het einde van zijn dienstverband gedurende een bepaalde periode werkzaam te zijn voor klanten en/of relaties van zijn (ex)werkgever. Voornamelijk een concurrentiebeding heeft vergaande gevolgen voor een werknemer. Een dergelijk beding beperkt immers het recht van een persoon om zelf te kiezen waar en in welk beroep hij werkzaam is en dus op welke wijze hij in zijn levensonderhoud voorziet. Aan de andere kant is diezelfde werknemer partij bij een
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst waarin hij zich (bewust) heeft beperkt in die keuzevrijheid.
Normaal gesproken dient een contractpartij zich te houden aan zijn contractuele verplichtingen, maar wegens de grote impact die een concurrentiebeding kan hebben zal een rechter altijd een afweging maken tussen het belang van de werkgever en de (ex)werknemer. Daarbij kan hij er voor kiezen de werknemer uit het concurrentiebeding en relatiebeding te ontslaan, of om de bedingen in stand te laten maar de werking en de duur van deze bedingen te beperken.
In uitspraken van de rechtbank ‘s Gravenhage (nu: Rechtbank Den Haag) en het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van respectievelijk 24 januari 2012 en 14 februari 2012 zijn verzoeken van werknemers om te worden ontheven uit hun concurrentie- en relatiebeding afgewezen. In beide zaken spitste het geschil zich voornamelijk toe op het concurrentiebeding en de vraag of het redelijk is dat een werkgever een (ex)werknemer aan zijn concurrentiebeding houdt.
In beide zaken werd geoordeeld dat de belangenafweging in het voordeel van de werkgever moet uitvallen. in de zaak die speelde bij de rechtbank te Den Haag achtte de rechter het van belang dat de werknemer bij het tekenen van het relatiebeding zich volledig bewust moet zijn geweest van de inperking van haar vrijheid van arbeidskeuze. Daarnaast achtte de rechter het van belang dat de
arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
» Meer over arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer was geëindigd. Wel werd de duur van het relatiebeding van twee jaren ingekort tot zes maanden, zodat de werknemer relatief kort last hield van het concurrentiebeding.
In de zaak die bij het Hof Den Bosch speelde viel de belangenafweging in het nadeel van de werknemer uit omdat hij door de kennis die hij had opgedaan bij de vorige werkgever zijn vorige werkgever rechtstreeks concurrentie zou kunnen aandoen en daarmee zichzelf of de nieuwe werkgever een ongerechtvaardigde voorsprong in concurrerend handelen zou kunnen bezorgen. Door die bij de vorige werkgever opgedane kennis bestond gerechtvaardigd de vrees dat klanten van de oude werkgever zouden overstappen naar de nieuwe werkgever van de (ex)werknemer.
Volgens het Hof gaat het er dus niet om dat het concurrentiebeding in zijn algemeenheid concurrentie moet kunnen tegengaan, maar wel moet kunnen voorkomen dat een (ex)werknemer met gebruikmaking van kennis die hij bij de vorige werkgever heeft opgedaan die vorige werkgever concurrentie bezorgt.
Bij geschillen over de werking van concurrentiebedingen en relatiebedingen maakt de rechter dus telkens opnieuw een belangenafweging. Het is dan ook van belang om bij een dergelijk geschil de feiten en belangen goed aan de rechter te presenteren zodat de belangenafweging naar de juiste kant kan uitvallen. De advocaten van AMS Advocaten zijn gespecialiseerd in dergelijke geschillen en staan u graag bij indien u te maken heeft met een dergelijk geschil. Indien u vragen heeft over een een concurrentiebeding of relatiebeding, kunt u contact met ons opnemen.