Een psychiatrisch verpleegkundige staat tijdens een wandeling buiten de gesloten inrichting een (gedwongen opgenomen) patiënte toe om een glas wijn te drinken. Tijdens een wandeling enkele dagen later loopt de patiënte weg en wordt thuis in zeer beschonken toestand aangetroffen. Een klacht van de familie volgt en de werkgever wil de verpleegkundige ontslaan. Heeft zij inderdaad verwijtbaar gehandeld? Advocaat ontslagrecht Sander Schouten bespreekt deze arbeidszaak.
De werkgever grondt het
ontbindingsverzoek
De procedure bij de kantonrechter om een arbeidsovereenkomst te ontbinden.
» Meer over ontbindingsverzoek
ontbindingsverzoek primair op verwijtbaar handelen van de verpleegkundige, subsidiair op grond van een verstoorde arbeidsverhouding. Werkgever voert aan dat de patiënte een gedrongen opgenomen psychiatrische patiënte is met een complex medicijngebruik en ernstige alcoholproblematiek. Het was de verpleegkundige bekend dat de oorzaak van de crisis waarvoor opname nodig was, gelegen is in overmatig alcoholgebruik en het stoppen van de medicatie. Het werd door de behandelende psychiaters ten zeerste afgeraden om de patiënte alcohol te gunnen.
De kantonrechter wijst het verzoek van de werkgever tot ontbinding van de
arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
» Meer over arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst af. In
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep buigt het hof zich over de zaak. De vraag is of de verpleegkundige bewust in strijd met de geldende regels en afspraken heeft gehandeld door de patiënte alcohol te gunnen en dit nadien niet te rapporteren.
Het hof vindt niet dat de verpleegkundige onzorgvuldig heeft gehandeld door de patiënte toe te staan een glas wijn te drinken. Uit het medisch dossier dat door de werkgever in de procedure is overlegd blijkt wel dat alcoholgebruik en de “zucht naar alcohol” van de patiënte een groot gevaar opleverde. Echter, deze stukken kende de verpleegkundige niet. In de behandelplannen die zij wel kende, stond niet dat alcoholgebruik niet was toegestaan.
Het hof meent dat het enkele feit dat de verpleegkundige bekend was met de alcoholproblematiek van de patiënte, niet inhoudt dat zij had moeten weten dat het nuttigen van één glas wijn in een gecontroleerde setting evident contra geïndiceerd was. Bovendien kan het niet (geheel) aan de verpleegkundige worden verweten dat de patiënte enkele dagen later zou weglopen om zich volledig te bezatten. In de gegeven omstandigheden heeft de verpleegkundige niet verwijtbaar gehandeld.
Wel had zij de alcoholconsumptie nadien in het multidisciplinaire behandelteam moeten melden. Hoewel de verpleegkundige in dit opzicht verwijtbaar heeft gehandeld, is het handelen in deze context van onvoldoende gewicht om ontbinding te rechtvaardigen.
Dat er sprake zou zijn van een verstoorde arbeidsverhouding, vindt het hof prematuur. Van een professionele zorgverlener op het vlak van de psychiatrie mag worden verwacht dat zij serieuze pogingen doet om de ontstane (wederzijdse) vertrouwensbreuk te helen. Er is namelijk ook wat af te dingen op de beslissing van de psychiater om de wandeling in eerste instantie toe te staan.