Al jaren proberen werknemers hun werkgevers aansprakelijk te stellen voor schade die zij lijden bij het uitvoeren van werkzaamheden. Daarbij is doorslaggevend of de werkgever tekort is geschoten in diens zorg voor de veiligheid van de werkomgeving. Onlangs werd een dergelijke zaak voorgelegd aan het Gerechtshof Den Haag, waarin de werknemer claimde dat zijn voormalige werkgever aansprakelijk was voor de gevolgen van een tramincident. Arbeidsrecht advocaat Sander Schouten bespreekt dit arrest.
Op 1 januari 2010 trad de werknemer in dienst bij Securitas. Securitas stelde de werknemer ter
beschikking
Uitspraak in een verzoekschriftprocedure
» Meer over beschikking
beschikking aan De Rotterdamse Elektrische Tram (RET). In datzelfde jaar raakte de werknemer betrokken bij een arbeidsongeval. Op het moment dat de werknemer werkzaam was in een stilstaande tram, werd deze tram aan de achterzijde aangereden door een andere tram. De werknemer kwam daardoor ten val en moest medisch behandeld worden.
Met ingang van 22 juli 2012 was de werknemer volledig arbeidsongeschikt. Gedurende 104 weken bleef de werknemer arbeidsongeschiktheid, waarna Securitas in 2014 het UWV heeft gevraagd toestemming te verlenen om de
arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
» Meer over arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst met de werknemer te beëindigen wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Het UWV gaf toestemming, op basis waarvan Securitas de arbeidsovereenkomst opzegde.
De werknemer start een procedure en vordert een
declaratoir vonnis
Een vonnis waarmee de rechter door middel van een zogenaamde verklaring voor recht een rechtsverhouding tussen partijen vaststelt.
» Meer over declaratoir vonnis
verklaring voor recht dat zijn voormalige werkgever Securitas aansprakelijk is voor de gevolgen die hij ondervindt van het ongeval dat in 2010 plaatsvond. Daarnaast vordert hij een schadevergoeding van Securitas. De kantonrechter in eerste aanleg heeft de vorderingen van de werknemer afgewezen. De werknemer stelt
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep in.
Naar mening van de werknemer heeft de kantonrechter onterecht geoordeeld dat ervan uit moet worden gegaan dat Securitas aan haar
zorgplicht
De verplichting van een opdrachtnemer om de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen.
» Meer over zorgplicht
zorgplicht heeft voldaan en dus niet aansprakelijk en schadeplichtig is ten opzichte van de werknemer.
Het hof volgt de werknemer niet en sluit zich aan bij het vonnis van de kantonrechter. Het hof overweegt dat als een werknemer bij de uitoefening van zijn werkzaamheden schade heeft geleden, uit de wet volgt dat de werkgever dan aansprakelijk is. Tenzij – voor zover hier van belang – de werkgever aantoont dat hij zijn zorgverplichtingen is nagekomen. Met andere woorden: het is aan Securitas om te stellen en zo nodig te bewijzen dat zij haar zorgverplichtingen is nagekomen.
Het hof oordeelt dat Securitas – onder verwijzing naar stukken – heeft gesteld dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan en zij dus niet aansprakelijk kan zijn voor het ongeval uit 2010. Zo heeft Securitas instructies en training gegeven, gericht op het voorkomen van schade als gevolg van (plotselinge) bewegingen van de tram. Deze genomen maatregelen vormen weliswaar geen absolute waarborg dat zich geen incident zal voordoen, maar dat kan ook niet van een werkgever worden verwacht, aldus het hof.
De werknemer heeft daarentegen de stellingen van de werkgever niet (gemotiveerd) betwist, hetgeen van de werknemer in hoger beroep verwacht had mogen worden. Sterker nog, (de advocaat van) de werknemer heeft in eerste aanleg zelf gesteld dat Securitas niet anders of meer had kunnen doen om dit ongeval te voorkomen. Ook ziet het hof niet in wat Securitas had kunnen doen om dit ongeval te voorkomen.
In het verlengde oordeelt het hof – anders dan de werknemer stelt – dat het voorgaande niet betekent dat de werknemer verplicht is te bewijzen dat Securitas niet (volledig) aan haar zorgplicht heeft voldaan. De stelplicht, en zo nodig de bewijslast, rust op Securitas. En daaraan heeft Securitas voldaan, waardoor het op de weg van de werknemer had gelegen om dit standpunt van Securitas gemotiveerd te bestrijden. Dit liet de werknemer na waardoor de werknemer (wederom) in het ongelijk wordt gesteld.