Tot 1 januari 2020 was de hoofdregel: ‘geen arbeid, geen loon’. Het nadeel van deze regeling was dat de werknemer moest bewijzen dat hij wél recht had op loon. Met ingang van 1 januari 2020 is de hoofdregel aangepast en deze luidt tegenwoordig als volgt: ‘geen arbeid, toch loon, behalve als het niet-werken voor rekening en risico van de werknemer komt.’ De bewijslast ligt dus bij de werkgever, wat ertoe leidt dat de lat voor werkgevers om het loon stop te zetten hoger is komen te liggen. De werkgever moet immers onderbouwen en bewijzen waarom het niet-werken voor rekening van de werknemer behoort te komen. Dat werkgevers niet te lichtvaardig over deze bewijslast moeten denken, blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Arbeidsrechtadvocaat Sander Schouten bespreekt dit vonnis.
De werknemer trad in september 2018 in dienst bij de Miegroup. Op 22 juni 2020 overhandigde Miegroup een concept-beëindigingsovereenkomst aan de werknemer. Op diezelfde dag werd de werknemer vrijgesteld van werkzaamheden. De werknemer ging niet akkoord met de
vaststellingsovereenkomst
De overeenkomst waarin partijen bindende afspraken maken ter voorkoming of beëindiging van een bestaande onzekerheid of een bestaand geschil.
» Meer over vaststellingsovereenkomst
vaststellingsovereenkomst en heeft op 24 juni 2020 zijn werkzaamheden hervat. Enkele dagen later meldde de werknemer zich ziek.
Miegroup riep de werknemer op bij de arbodienst. De bedrijfsarts schreef in zijn terugkoppeling van het spreekuur dat de werknemer geen beperkingen als gevolg van ziekte heeft, maar dat er sprake is van forse spanningen in de werksituatie. In diezelfde terugkoppeling nam de bedrijfsarts op dat mediation zinvol kan zijn om de lucht te klaren en een oplossing te zoeken voor de ontstane situatie. Enkele dagen na het gesprek met de bedrijfsarts vond er een gesprek plaats tussen Miegroup en de werknemer, zonder de aanwezigheid van een mediator. Toch meldde de werknemer zich weer hersteld.
Als gevolg van de betermelding riep Miegroup de werknemer op om zijn werkzaamheden per 10 augustus 2020 weer te hervatten. Dit deed de werknemer niet. Bij e-mail van 10 augustus riep de werkgever wederom de werknemer op zijn werkzaamheden per 12 augustus 2020 te hervatten. In die e-mail kondigde de werkgever aan dat als de werknemer geen gehoor gaf aan deze oproep, Miegroup zijn salaris zou opschorten.
Op 13 augustus 2020 liet Miegroup per e-mail weten dat als de werknemer de volgende dag niet op het werk zou verschijnen, zij het loon in zijn geheel zou stopzetten. De werknemer verscheen niet en Miegroup heeft het salaris tot 12 augustus 2020 betaald.
In deze procedure vordert de werknemer dat Miegroup wordt veroordeeld tot doorbetaling van zijn loon.
De kantonrechter komt tot het eindoordeel dat Miegroup het loon van de werknemer onterecht heeft stopgezet. De kantonrechter legt dat als volgt uit: Miegroup brengt naar voren dat de werknemer structureel en zonder deugdelijke reden heeft geweigerd gehoor te geven aan diverse oproepen om zijn werk te hervatten. Miegroup meent dat het niet-werken voor rekening en risico van de werknemer komt.
Miegroup is er naar het oordeel van de kantonrechter ten onrechte aan voorbijgegaan dat er volgens de bedrijfsarts sprake was van forse spanningen in de werksituatie en dat de bedrijfsarts niet voor niets adviseerde om (samen met een mediator) in gesprek te gaan. Miegroup mocht niet verwachten dat de spanningen na één gesprek op 7 augustus waren opgelost. Het is niet ongebruikelijk om in een dergelijke situatie een mediator in te schakelen en in ieder geval meerdere gesprekken te laten plaatsvinden. In plaats daarvan heeft Miegroup ervoor gekozen de werknemer meteen na het eerste gesprek op straffe van een loonstop op te roepen om zijn werkzaamheden te hervatten. Ook weegt de kantonrechter daarbij mee dat in de terugkoppeling van de bedrijfsarts niet was vermeld dat de werknemer zijn werk zou moeten hervatten.
Dit alles zorgt ervoor dat de kantonrechter oordeelt dat het voor rekening en risico van Miegroup komt dat de werknemer na 10 augustus 2020 niet heeft gewerkt. Daarom behoudt de werknemer zijn recht op loon. De loonvordering wordt dan ook toegewezen.