In januari van dit jaar heeft de Hoge Raad een bijzonder arrest gewezen. De Hoge Raad boog zich over de vraag of een aannemer aansprakelijk was voor de schade die tijdens de bouwwerkzaamheden was ontstaan aan een naastgelegen pand.
In de uitspraak gaat de Hoge Raad in op de vraag of er zorgvuldig door de aannemer is gehandeld en of dit er bij de vraag naar de
aansprakelijkheid
De gehoudenheid van een persoon of bedrijf om schade ontstaan uit een onrechtmatige daad of wanprestatie te vergoeden.
» Meer over aansprakelijkheid
aansprakelijkheid toe doet. Uiteindelijk komt de Hoge Raad met een verrassend oordeel. Advocaat bouwrecht Rosa Ruimschotel bespreekt de zaak.
In de zaak speelde het volgende. Een aannemer had in
opdracht
De overeenkomst waarbij iemand anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst diensten verrichten voor een opdrachtgever.
» Meer over opdracht
opdracht van de eigenaar van een pand een afzinkkelder geplaatst. Bij het plaatsen hiervan raakte de aannemer een obstakel in de grond waardoor er schade ontstond aan het naastgelegen pand (ernstige scheuren en een gebarsten etalageruit).
De eigenaar en bewoners van het naastgelegen pand stellen o.a. de aannemer aansprakelijk voor de schade en vorderen schadevergoeding. Zowel de Rechtbank als het Hof wijzen de vordering van de eisers af.
Het Hof stelt dat de aannemer in dit geval op grond van
onrechtmatige daad
Onrechtmatig handelen leidt tot aansprakelijkheid. In sommige gevallen geeft de wet aan dat een derde aansprakelijk is voor door een ander veroorzaakte schade.
» Meer over onrechtmatige daad
onrechtmatige daad aansprakelijk kan zijn, als de aannemer zijn zorgvuldigheidsplicht heeft geschonden. Het Hof overweegt vervolgens dat de aannemer zowel bij de voorbereiding als de uitvoering van het werk zorgvuldig heeft gehandeld.
De Hoge Raad overweegt dat er aan de bouwwerkzaamheden van de aannemer een aanmerkelijk risico verbonden was dat schade aan het buurpand zou ontstaan ook indien maatregelen ter voorkoming van schade werden getroffen en de werkzaamheden zorgvuldig werden uitgevoerd. Waar dit risico zich vervolgens heeft verwezenlijkt, kan niet zonder meer worden aanvaard dat eisers de daardoor veroorzaakte schade dienen te dragen.
De Hoge Raad wees erop dat de werkzaamheden geen voordeel opleverden voor eisers en vond dat de schade bij bouwwerkzaamheden van een ander niet zonder meer door een derde in het maatschappelijk verkeer moet worden geduld. Tot slot speelde voor het oordeel mee dat de aannemer zich kan verzekeren tegen aansprakelijkheid voor dit soort schade.
De conclusie is dan ook dat zelfs als een aannemer bij de voorbereiding en de uitvoering van werkzaamheden voldoende maatregelen heeft getroffen ter voorkoming van schade aan zaken van derden en de werkzaamheden op zorgvuldige wijze heeft uitgevoerd, zij toch aansprakelijk kan zijn voor de schade die derden door de bouwwerkzaamheden hebben geleden.
Hiermee lijkt de Hoge Raad met de heersende leer op dit punt – dat een schending van een norm (zoals de
zorgplicht
De verplichting van een opdrachtnemer om de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen.
» Meer over zorgplicht
zorgplicht) vereist is voor aansprakelijkheid – te breken.