Bouwprojecten kunnen lange tijd duren. Soms wel jaren. Het komt dan ook regelmatig voor dat tijdens de bouw een aannemer of een opdrachtgever omvalt. Dan kan er discussie ontstaan wie er aansprakelijk is voor de schuld. Dit was ook het geval in een bouwgeschil dat onlangs bij de Raad van
arbitrage
Particuliere geschillenbeslechting buiten de overheidsrechtspraak om.
» Meer over arbitrage
Arbitrage voor de Bouw werd behandeld. Advocaat bouwrecht Marco Guit licht de zaak toe.
In deze kwestie had een aannemer twee bouwopdrachten met twee verschillende opdrachtgevers overgenomen van een aannemer die failliet was gegaan tijdens de bouw. De opdrachtgevers waren twee aan elkaar gelieerde bedrijven. Tijdens de bouw ontstaat een geschil over betaling van de
aanneemsom
De prijs die een opdrachtgever aan een aannemer verschuldigd is in het kader van een aannemingsovereenkomst.
» Meer over aanneemsom
aanneemsom. Aannemer en beide opdrachtgevers hebben een
vaststellingsovereenkomst
De overeenkomst waarin partijen bindende afspraken maken ter voorkoming of beëindiging van een bestaande onzekerheid of een bestaand geschil.
» Meer over vaststellingsovereenkomst
vaststellingsovereenkomst gesloten waarin de vorderingen van aannemer zijn neergelegd. Maar de vorderingen worden niet volledig betaald.
Aannemer start een arbitrageprocedure. In deze procedure vordert hij o.m. opdrachtgevers
hoofdelijke aansprakelijkheid
schuldenaren gezamenlijk aansprakelijk voor een en dezelfde schuld. Betaling van de een werkt bevrijdend voor de ander, jegens de schuldeiser.
» Meer over hoofdelijke aansprakelijkheid
hoofdelijk te veroordelen tot betaling van het openstaande bedrag. Nadat het geschil bij de Raad van Arbitrage aanhangig is gemaakt, gaat opdrachtgever II failliet. Hierdoor wordt het geschil van rechtswege geschorst. De zaak wordt aldus enkel tegen opdrachtgever I voortgezet.
Aannemer stelt zich op het standpunt dat opdrachtgever I hoofdelijk aansprakelijk is voor de schuld van opdrachtgever II. Dat zien de arbiters echter anders. Opdrachtgever I en opdrachtgever II zijn twee afzonderlijke
rechtspersoon
Het BW kent geen algemene definitie van rechtspersoon.
» Meer over rechtspersoon
rechtspersonen. Dat zij binnen eenzelfde
holding
De hiërarchisch gezien hoogste vennootschap binnen een concern.
» Meer over holding
holding vallen en beide dezelfde
directeur
De leidinggevende van een onderneming of organisatie.
» Meer over directeur
directeur hebben maakt niet dat opdrachtgever I hoofdelijk aansprakelijk is voor de schulden van opdrachtgever II of vice versa.
Ook blijkt deze
hoofdelijke aansprakelijkheid
schuldenaren gezamenlijk aansprakelijk voor een en dezelfde schuld. Betaling van de een werkt bevrijdend voor de ander, jegens de schuldeiser.
» Meer over hoofdelijke aansprakelijkheid
hoofdelijkheid evenmin uit de vaststellingsovereenkomst. Er is voor beide vorderingen een afzonderlijke bepaling opgenomen. Dat de vorderingen beide mogen verrekend worden met een vordering die (alleen) opdrachtgever I op een derde had, betekent niet dat deze opdrachtgever aansprakelijk wordt voor vorderingen van de ander.
Hoofdelijke aansprakelijkheid volgt uit de wet of uit een
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst. In dit geval was er geen wettelijke grond voor hoofdelijkheid. De opdrachtgevers waren ieder afzonderlijk aansprakelijk voor voldoening van hun eigen schuld aan aannemer. Wat wel een mogelijkheid was geweest was de hoofdelijkheid in de vaststellingsovereenkomst overeenkomen als zekerheid tot betaling van beide vorderingen. Immers, het komt niet zelden voor dat aan elkaar gelieerde BV’s met vermogen schuiven waardoor één van de schuldenaren opeens een lege BV blijkt te zijn. Bij het overeenkomen van hoofdelijke
aansprakelijkheid
De gehoudenheid van een persoon of bedrijf om schade ontstaan uit een onrechtmatige daad of wanprestatie te vergoeden.
» Meer over aansprakelijkheid
aansprakelijkheid ondervang je dat risico.
Een ander juridisch aspect was het faillissement van de opdrachtgever terwijl de aannemer nog een vordering had. Bij faillissement van een opdrachtgever, heeft de aannemer echter twee sterke troeven in handen: het retentierecht en het voorrecht. Op grond van het
retentierecht
Het recht van een schuldeiser om een zaak van de schuldenaar onder zich te houden totdat zijn vordering is voldaan.
» Meer over retentierecht
retentierecht kan een aannemer een
onroerende zaak
Onroerend zaken zijn o.m. de grond en gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd.
» Meer over onroerende zaak
onroerende zaak onder zich houden totdat zijn vordering is voldaan. Bij uitoefening van het voorrecht mag de aannemer zich met voorrang verhalen op de opbrengsten van de verkoop van een bouwwerk waaraan hij heeft gewerkt.