Als een opdrachtnemer in de clinch ligt met zijn opdrachtgever over de betaling van facturen kan de opdrachtnemer soms een retentierecht uitoefenen. Dit is het recht van een schuldeiser om een goed dat hij onder zich heeft niet af te geven aan de schuldenaar zolang zijn prestatie of inspanning niet is betaald. Het
retentierecht
Het recht van een schuldeiser om een zaak van de schuldenaar onder zich te houden totdat zijn vordering is voldaan.
» Meer over retentierecht
retentierecht kan worden uitgeoefend op roerende zaken zoals een bank, sieraad, auto of fiets. Maar een aannemer kan het retentierecht ook uitoefenen op de
onroerende zaak
Onroerend zaken zijn o.m. de grond en gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd.
» Meer over onroerende zaak
onroerende zaak die hij aan het bouwen is. Advocaat bouwrecht Marco Guit gaat nader in op dit onderwerp.
Voor een geldig beroep op een retentierecht is vereist dat de retentor (degene die het retentierecht uitoefent) een zodanige feitelijk macht heeft over de zaak dat de zaak voor de schuldenaar ontoegankelijk is. De situatie dat de retentor de feitelijke macht heeft moet vervolgens een normaal gevolg zijn van de uitvoering van de aannemingsovereenkomst.
Uiteraard moet de schuldeiser die het retentierecht uitoefent wel een deugdelijke vordering hebben op de schuldenaar. Over deze vraag boog de rechter zich in een recent bouwgeschil. De aannemer in kwestie had met een beroep op zijn retentierecht hekken om een half afgebouwde fabriek neergezet. Volgens hem liep de opdrachtgever achter met betalen. Maar de opdrachtgever betwistte dat hij nog iets verschuldigd was.
De procedure neemt behoorlijk wat tijd in beslag, ook omdat er nog andere geschilpunten zijn. Ondertussen is het bouwterrein nog steeds omheind met hekken. Daar heeft de opdrachtgever genoeg van. Hij wil weer toegang tot zijn terrein om het bouwwerk door derden te laten afbouwen. Hij stelt daarom tijdens de
bodemprocedure
De gerechtelijke procedure waarin een geschil definitief wordt beslist.
» Meer over bodemprocedure
bodemprocedure via zijn advocaat bouwrecht een incidentele vordering in: een vordering waar de rechter al een beslissing op neemt voordat er uitspraak in de hoofdzaak wordt gedaan.
De advocaat van de opdrachtgever vordert dat de aannemer de bouwplaats ontruimt zodat de opdrachtgever het werk door een derde kan laten afbouwen. Volgens de opdrachtgever komt de aannemer geen retentierecht toe. In weerwil van de contractuele afspraken zou de aannemer vooruit hebben gefactureerd. Afgesproken was echter dat er zou worden gefactureerd naar rato van de feitelijke stand van het werk, aldus de opdrachtgever.
De rechter is van oordeel dat de opdrachtgever hier weleens een punt zou kunnen hebben. Hij gelast een mondelinge behandeling om partijen op dit punt nader vragen te kunnen stellen over de stand van het werk. De opdrachtgever moet dus nog even geduld hebben.
De uitoefening van een retentierecht door een aannemer kan ernstige gevolgen voor de opdrachtgever hebben. Daarom mag het retentierecht niet te nonchalant worden uitgeoefend. Als een aannemer geen vordering blijkt te hebben, moet hij de toegang tot het bouwterrein vrijgeven. Ook kan de uitoefening van het retentierecht dan onrechtmatig worden geacht. De aannemer kan in zo een geval aansprakelijk gehouden worden voor de schade. Dus wees er als aannemer wel zeker van dat de vordering stand houdt in een procedure!