Verborgen gebreken of gebreken die pas na oplevering bekend worden zijn een bron van geschillen in bouwzaken. In een recente uitspraak zaak van de Raad van
arbitrage
Particuliere geschillenbeslechting buiten de overheidsrechtspraak om.
» Meer over arbitrage
Arbitrage voor de Bouw was na de oplevering van woningen scheurvorming op de wanden ontstaan. Wie is voor dit verborgen gebrek aansprakelijk? De onderaannemer die de betonelementen geleverd heeft, of de hoofdaannemer die deze heeft gemonteerd? Advocaat bouwrecht Marco Guit licht de zaak toe.
In deze casus ging het om een geschil tussen aannemers. Hoofdaannemer heeft in verband met de bouw van een aantal woningen aan onderaannemer
opdracht
De overeenkomst waarbij iemand anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst diensten verrichten voor een opdrachtgever.
» Meer over opdracht
opdracht gegeven voor de levering van lichtbeton-casco. Hoofdaannemer heeft deze casco-elementen vervolgens gemonteerd. Na oplevering van de woningen hebben bewoners geklaagd over scheurvorming in de binnenwanden. Hoofdaannemer stelt onderaannemer aansprakelijk voor de herstelkosten. Onderaannemer wijst deze
aansprakelijkheid
De gehoudenheid van een persoon of bedrijf om schade ontstaan uit een onrechtmatige daad of wanprestatie te vergoeden.
» Meer over aansprakelijkheid
aansprakelijkheid van de hand. Een oplossing blijft uit, advocaten gespecialiseerd in bouwrecht worden ingeschakeld.
Partijen zijn een arbitragebeding overeengekomen dus wordt het geschil aan de arbiter van de Raad van Arbitrage voor de Bouw voorgelegd. De kernvraag is of de scheurvorming te wijten is aan een gebrek in de door onderaannemer geleverde wanden of aan een uitvoeringsfout. Uit twee deskundigenrapportages blijkt dat het laatste het geval is. De eigenschappen van het toegepaste lichtbeton is dat deze –vanwege de aanwezigheid van water- nog krimpt. Volgens de deskundigen hebben de wanden onvoldoende de ruimte gehad om te kunnen krimpen. Dit is een fout in de uitvoering en geen gebrek in het product, aldus de arbiter.
De elementen zijn gemonteerd door de hoofdaannemer. Maar hoofdaannemer voert aan dat een montagebegeleider van onderaannemer betrokken is geweest bij de montage. Dus onderaannemer is aansprakelijk voor de uitvoering. Die stelling wordt niet gevolgd door de arbiter. Uit de verklaringen van werklui blijkt dat de montagebegeleider enkel aanwezig is geweest om vooraf instructies over de montage te geven. Bij de daadwerkelijke uitvoering was hij niet aanwezig. Niet is gebleken dat de gegeven instructies onjuist waren. Het blijft dus een fout in de uitvoering waarvoor hoofdaannemer aansprakelijk is. Zij zal de kosten van het herstel dus moeten dragen.
Vaak is in een bouwcontract een bepaling opgenomen dat bij geschillen uitsluitend de Raad van Arbitrage voor de bouw (RvA) bevoegd is van het geschil kennis te nemen en daarover een oordeel te geven. Een advocaat bouwrecht kan u begeleiden om een juridisch geschil voor te leggen aan de RvA.