Wie zwijgt, stemt toe. Dit bleek letterlijk het geval in een recente bouwzaak bij de Raad van
arbitrage
Particuliere geschillenbeslechting buiten de overheidsrechtspraak om.
» Meer over arbitrage
Arbitrage voor de Bouw. De vordering van de aannemer ter zake van
meerwerk
Verrichtingen van de aannemer aan een werk die buiten het overeengekomen werk vallen.
» Meer over meerwerk
meerwerk werd grotendeels toegewezen. De arbiters waren van oordeel dat de opdrachtgevers niet tijdig bezwaar hadden gemaakt tegen de door de aannemer opgegeven meerwerkprijs. Bouwrecht advocaat Marco Guit licht aan de hand van deze uitspraak toe hoe het zit met meerwerk en
minderwerk
Werkzaamheden die niet door de aannemer zijn uitgevoerd doch wel in de opdracht waren inbegrepen.
» Meer over minderwerk
minderwerk als een vaste
aanneemsom
De prijs die een opdrachtgever aan een aannemer verschuldigd is in het kader van een aannemingsovereenkomst.
» Meer over aanneemsom
aanneemsom is afgesproken.
Bijna iedere opdrachtgever wordt tijdens een bouwopdracht een keer geconfronteerd met meerwerk. Simpelweg omdat er tijdens het werk onverwachte werkzaamheden noodzakelijk blijken of omdat tijdens de uitvoering een andere keuze voor een ontwerp of materiaal beter uitpakt. Meerwerk ziet op door de aannemer verrichte werkzaamheden die niet zijn inbegrepen in de vaste aanneemsom. Minderwerk ziet op niet uitgevoerde werkzaamheden. Deze twee posten kunnen met elkaar verrekend worden. Zolang aannemer en opdrachtgever goed met elkaar communiceren, kunnen in de praktijk de meeste (rechts)geschillen hierover voorkomen worden.
Helaas verliep die communicatie in de hier besproken zaak gebrekkig en was er een geschil tussen de opdrachtgever en de aannemer ontstaan. Omdat in de
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst van aanneming een arbitragebeding was opgenomen, werd het geschil aan de Raad van Arbitrage voor de Bouw voorgelegd. De aannemer vorderde naast betaling van de laatste bouwtermijn ook een bedrag van ruim € 10.000,- ter zake van uitgevoerd meerwerk. Opdrachtgevers betwistten dat er sprake was van meerwerk en stelden dat die werkzaamheden waren inbegrepen in de aanneemsom. Daarnaast betwistten zij dat zij het meerwerk vooraf hadden goedgekeurd.
Bij de beoordeling van het meerwerk gaat de arbiter allereerst in het bestek, de begroting en de tekeningen na welke werkzaamheden precies zijn aangenomen. Hij komt tot het oordeel dat het meerwerk waarvan vergoeding door de aannemer wordt gevorderd inderdaad niet in de aanneemsom is inbegrepen. Vervolgens is de vraag of opdrachtgevers met het meerwerk hebben ingestemd.
In de overeenkomst van aanneming tussen partijen is bepaald dat alle wijzigingen (zoals meerwerk) mondeling en/of schriftelijk kunnen worden geoffreerd. Voorts bepaalt artikel 7:755 Burgerlijk Wetboek dat de aannemer in geval van een door de opdrachtgever gewenste toevoeging of verandering in het werk slechts dan een verhoging van de prijs kan vorderen, wanneer hij de opdrachtgever heeft gewezen op de noodzaak van een daaruit voortvloeiende prijsverhoging, tenzij de opdrachtgever die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen. De achtergrond hiervan is dat door de informatie over de noodzaak van een prijsverhoging als gevolg van meerwerk de opdrachtgever de gelegenheid krijgt om te beslissen of hij het meerwerk ondanks de hogere prijs aan de aannemer wil opdragen. Dit wettelijk voorschrift is van
dwingend recht
Wetsbepalingen waarvan partijen niet (contractueel) van mogen afwijken.
» Meer over dwingend recht
dwingend recht, dat wil zeggen dat de aannemer hiervan niet (ten nadele van de opdrachtgever) mag afwijken.
In deze kwestie had de aannemer voor het eerst op 8 december 2010 een lijst verstrekt van meerwerk(prijzen). Opdrachtgevers hebben hier niet direct op gereageerd maar pas in een veel later stadium. In de overeenkomst is echter bepaald dat indien opdrachtgevers niet binnen 7 dagen nadat de aannemer een overzicht van meer- en minderwerk heeft gezonden reageren, opdrachtgevers automatisch akkoord geven voor de uitvoering. De arbiter overweegt dat het meerwerk dat op 8 december 2010 is opgegeven en nadien is uitgevoerd, door de opdrachtgevers betaald moet worden. Zij hebben immers bij gebreke van tijdig bezwaar het meerwerk automatisch goedgekeurd. Daarentegen kan de aannemer ten aanzien van het meerwerk dat reeds op 8 december 2010 was uitgevoerd, geen vergoeding vorderen. Immers, de aannemer heeft opdrachtgevers niet vooraf gewezen op de (noodzaak van een) prijsverhoging.