De Raad voor
arbitrage
Particuliere geschillenbeslechting buiten de overheidsrechtspraak om.
» Meer over arbitrage
Arbitrage heeft onlangs een interessante uitspraak gedaan over de vervaltermijn bij verborgen gebreken. Op heldere wijze zet de Raad uiteen wanneer een beroep op een vervaltermijn kan slagen en wanneer niet. Advocaat bouwrecht Marco Guit vat de uitspraak samen.
In deze zaak hadden een opdrachtgever en een aannemer een geschil over een gebrekkige vloer. De vloer maakte deel uit van een bouwwerk welke in 2004 al was opgeleverd door de aannemer. In 2005 zijn er ongelijkheden geconstateerd in de vloer. Hierna heeft de aannemer in de periode van mei 2006 tot maart 2012 werkzaamheden verricht aan de vloer. De problematiek werd echter niet adequaat verholpen.
In verband met het verborgen gebrek besluit de opdrachtgever in 2012 een
arbitrage
Particuliere geschillenbeslechting buiten de overheidsrechtspraak om.
» Meer over arbitrage
arbitrageprocedure aanhangig te maken bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Aannemer heeft zich in deze procedure onder meer op het standpunt gesteld dat de vordering van opdrachtgever
niet-ontvankelijk
Een partij in een gerechtelijke procedure (rechtszaak) is niet-ontvankelijk als er niet is voldaan aan de formele vereisten.
» Meer over niet-ontvankelijk
niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat deze is vervallen. De Raad stelt de aannemer in het gelijk. In paragraaf 12 lid 4 van de op de
aannemingsovereenkomst
De opdracht aan een aannemer om tegen een aanneemsom een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen.
» Meer over aannemingsovereenkomst
aannemingsovereenkomst toepasselijke
UAV (Uniforme Administratieve Voorwaarden)
Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken
» Meer over uAV (Uniforme Administratieve Voorwaarden)
UAV is bepaald dat iedere rechtsvordering uit hoofde van een
verborgen gebrek
Gebreken aan een werk die pas na oplevering worden ontdekt en niet tijdens de oplevering ontdekt hadden kunnen worden.
» Meer over verborgen gebrek
verborgen gebrek niet-ontvankelijk is indien zij wordt ingesteld na verloop van vijf jaren na oplevering. Dit betekent dat de rechtsvordering van de opdrachtgever in deze zaak al in 2009 is vervallen.
Dit is echter anders indien er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 7a:1645 BW (oud). In dit artikel is bepaald dat indien een in
opdracht
De overeenkomst waarbij iemand anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst diensten verrichten voor een opdrachtgever.
» Meer over opdracht
opdracht gemaakt gebouw geheel of gedeeltelijk vergaat door een gebrek in de samenstelling, de aannemers daarvoor gedurende tien jaren aansprakelijk zijn. Hoewel dit artikel niet meer in het huidige Burgerlijk Wetboek is opgenomen, verwijst de UAV nog wel naar deze langere aansprakelijkheidstermijn. Volgens de Raad is er echter in casu geen sprake van een dreigend vergaan van de vloer. Tijdens de bezichtiging hebben zij zelfs geconstateerd dat het gebouw gewoon in gebruik is conform de bestemming.
De opdrachtgever voert voorts aan dat er een nieuwe vervaltermijn is ontstaan. Ook dit verweer wordt door de arbiters gepasseerd. Een eventuele nieuwe vervaltermijn heeft alleen betrekking op de kwaliteit van het verrichte herstel. In deze zaak is de vloer nimmer substantieel hersteld. De uitgevoerde (herstel)werkzaamheden op zich leveren dan ook geen nieuwe vervaltermijn op.
Ook het laatste verweer van opdrachtgever dat het beroep op de vervaltermijn door aannemer in strijd is met de
redelijkheid en billijkheid
Een bron van ongeschreven objectief recht waaraan mensen zich moeten gedragen jegens elkaar.
» Meer over redelijkheid en billijkheid
redelijkheid en billijkheid gaat niet op. Er is volgens de arbiters geen sprake van een situatie waarin de aannemer bijvoorbeeld de opdrachtgever heeft verleid de vervaltermijn te laten verlopen door middel van toezeggingen. Evenmin is het gebrek jaren na de vervaltermijn ontdekt terwijl de aannemer reeds ten tijde van de uitvoering had behoren te voorzien dat het gebrek zich zou manifesteren ver binnen de normaal te verwachten gebruiksduur. Onder deze bijzondere omstandigheden zou een beroep op de vervaltermijn inderdaad onredelijk kunnen zijn.