Morgen dient het kort geding tussen ADO Den Haag en grootaandeelhouder Wang Hui bij de rechtbank Den Haag. ADO eist 2,3 miljoen euro van de Chinese eigenaar. Wang zou dat geld hebben toegezegd aan ADO om extra investeringen te doen. Eerder vond de
ondernemingskamer
Een afdeling van het Gerechtshof te Amsterdam dat bevoegd is kennis te nemen van diverse ondernemingsrechtelijke en sociaal- of financieel-economisch georiënteerde zaken.
» Meer over ondernemingskamer
Ondernemingskamer al dat deze betalingsverplichting op zich deugdelijk is vastgelegd. Toch sluit advocaat Thomas van Vugt niet uit dat ADO bot zal vangen bij de rechter.
Uit de dagvaarding blijkt dat Wangs bedrijf United Vansen op 28 augustus 2015 een storting van 3.728.000 heeft toegezegd aan ADO Den Haag om extra investeringen te doen. Hierbij ging het om investeringen in het stadion en meerjarige verplichtingen aan nieuwe spelers (transferkosten en salarissen).
Als een crediteur in kort geding betaling van een geldsom vordert zal de voorzieningenrechter terughoudend optreden. Er dient te worden voldaan aan drie strenge eisen: (i) er moet sprake zijn van een
spoedeisend belang
Voor een toewijzing van een vordering in kort geding moet er sprake zijn van spoedeisend belang.
» Meer over spoedeisend belang
spoedeisend belang, (ii) de vordering moet in hoge mate vaststaan en (iii) er het restitutierisico (het risico dat een betaalde geldsom niet kan worden terugbetaald) mag niet aan toewijzing in de weg staan.
De hobbel van het spoedeisend belang zal naar verwachting eenvoudig genomen worden. ADO verkeert door het ontbreken van deze miljoenen in acute problemen, zo verklaarde ADO Den Haag recentelijk voor de Ondernemingskamer. Zij heeft zelfs al meerdere keren uitstel gevraagd voor het indienen van de jaarbegroting en moet nu ook vrezen voor het verlies van haar licentie van de KNVB.
Maar als het gaat om de aannemelijkheid van de vordering en het restitutierisico, lijkt de zaak een stuk minder eenvoudig voor ADO. In kort geding is geen tijd voor bewijsvoering; het moet gaan om een ‘harde vordering’. En het is maar de vraag of daar sprake van is. Wang stelt zich op het standpunt dat hij allang aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan door onder andere een bedrag van 5,5 miljoen euro in ADO te hebben geïnvesteerd.
En voor toewijzing van geldvorderingen in kort geding geldt nóg eis: als later zou blijken dat de vordering toch niet klopt terwijl de
gedaagde
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde.
» Meer over gedaagde
gedaagde naar aanleiding van het kort geding al wel betaald heeft aan
eiser
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde. Dit in tegenstelling tot de eiser, de partij die het initiatief tot de rechtszaak heeft genomen en daartoe door een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft laten betekenen aan de gedaagde.
» Meer over eiser
eiser, dan moet de gedaagde dat bedrag wel kunnen terugbetalen. Deze eis wordt aangeduid met het begrip restitutierisico: het risico dat iemand een aan hem betaald bedrag niet meer zal kunnen terugbetalen. Dat risico lijkt in deze zaak groot. Het is dus nog maar de vraag of aan deze twee vereisten is voldaan. In ieder geval zal ADO flink aan de bak moeten tijdens de zitting.