De rechtbank Noord-Nederland heeft gisteren bepaald dat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) de schade aan een Groningse woning moet vergoeden die ontstond door aardbevingen door gaswinning. In maart oordeelde de rechter in Assen dat de NAM aansprakelijk is voor de
immateriële schade
Ander nadeel dan vermogensschade.
» Meer over immateriële schade
immateriële schade van een aantal aardbevingsgedupeerden. Daar komt nu dus, voor zover bekend voor het eerst, aardbevingsschade bij. Deze uitspraak, die leunt op een recente wetswijziging, is belangrijk omdat ook andere woningeigenaren met aardbevingsschade er een beroep op kunnen doen.
De woning waar het in deze zaak om gaat ligt in het dorp Termunterzijl (gemeente Delfzijl), aan de rand van het Groningenveld. De NAM doet daar aan gaswinning. Daardoor doen zich in de omgeving veel bodembewegingen en aardbevingen voor. Dat zorgt voor schade bij de vaak hele oude gebouwen. Het gaat vooral om scheuren in het metselwerk, de afwerking van de gevels, schade aan de binnenwanden en aan de plafonds. Bij de woning waar het in deze zaak om gaat was er naast scheurvorming zelfs sprake van een zodanig vervorming, dat de woning onbewoonbaar is geworden.
In de wet is bepaald dat de exploitant van een mijnbouwwerk (zoals de NAM) aansprakelijk is voor schade die ontstaat door gaswinning. Dat staat in artikel 6:177 BW. Maar vaak is het op juridische wijze aantonen van het verband tussen de gaswinning en de schade problematisch. Veel Groningse woningeigenaren zagen zich met dat probleem geconfronteerd. Daarom heeft de wetgever artikel 6:177a BW ingevoerd. Dat artikel is op 31 december 2016 in werking getreden. Dat roept een bewijsvermoeden in het leven.
De woningeigenaar hoeft alleen te bewijzen dat er schade is, en dat die schade het gevolg zou kunnen zijn van de gaswinning in het Groningenveld. Als hij daarin slaagt, wordt de
aansprakelijkheid
De gehoudenheid van een persoon of bedrijf om schade ontstaan uit een onrechtmatige daad of wanprestatie te vergoeden.
» Meer over aansprakelijkheid
aansprakelijkheid van NAM in beginsel aangenomen. Het ligt dan op de weg van de NAM om te bewijzen dat het anders ligt. Dat kan de NAM doen door aannemelijk te maken dat de schade een andere oorzaak heeft. De woningeigenaar krijgt door de nieuwe wet dus een processueel voordeel. Hard
bewijs
In het Nederlandse procesrecht geldt als hoofdregel dat de rechter alleen die feiten of rechten aan zijn beslissing ten grondslag mag leggen, die in de rechtszaak aan hem ter kennis zijn gekomen of zijn gesteld en die zijn komen vast te staan.
» Meer over bewijs
bewijs is niet meer nodig.
Dat gebeurde dus ook in de zaak waarin de rechtbank Noord-Nederland gisteren uitspraak deed. De rechtbank overweegt dat er tot eind 2014 geen signalen waren dat de rond 1860/1870 gebouwde woning onveilig zou zijn. Weliswaar was er sprake van enige scheefstand en zetting, maar uit niets is gebleken dat die scheefstand voordat er aardbevingen waren een gevaar voor de constructieve veiligheid heeft opgeleverd. Daarom vindt de rechtbank dat de schade het gevolg zou kunnen zijn van de gaswinning. Omdat de NAM niet slaagde in tegenbewijs, moet zij van de rechtbank de schade van de woningeigenaar vergoeden.
De NAM werd al eerder dit jaar veroordeeld tot het betalen van immateriële schadevergoeding. In maart oordeelde de rechtbank dat de NAM de immateriële schade van 127 Groningers moet vergoeden, die door de aardbevingen niet meer het ongestoord woongenot hadden en waarbij daarnaast sprake was van geestelijk lijden. De NAM werd toen ook aansprakelijk gehouden voor de
materiële schade
Schade aan het vermogen van de benadeelde
» Meer over materiële schade
materiële schade door gederfd woongenot. De uitspraak van gisteren is anders omdat het gaat om materiële schade aan de woning en niet de materiële schade door gederfd woongenot (bijvoorbeeld de kosten voor alternatieve huisvesting) of vergoeding van immateriële schade.