De laatste dagen ontstond er ophef over een besluit van voetbalvereniging VV Bladella uit Bladel om vier jeugdspelers te royeren. In verschillende media en ook vanuit de KNVB werd afkeurend gereageerd op het besluit. Ook worden leden van het bestuur inmiddels bedreigd. Het bestuur heeft zich echter op het standpunt gesteld dat de besluitvorming deugdelijk en conform afspraak heeft plaatsgevonden. Ook hebben andere sportclubs zich achter het besluit geschaard. De vraag dringt zich daarom op of de voetbalclub over mocht gaan tot royement van de spelers of dat zij ten onrechte daartoe heeft besloten. Advocaat ondernemingsrecht Onno Hennis bespreekt of het royement juridisch houdbaar is.
De achtergrond van de ‘ontzetting’ – de wettelijke term voor royement – was een eerder besluit van de algemene ledenvergadering om voor de Nieuwjaarsloterij alle leden te verplichten ten minste 25 loten van één euro te verkopen. Lukte dat niet, dan dienden de leden, of althans hun ouders, zelf een bijdrage van ten hoogste EUR 25 te leveren. Met de verplichtstelling was beoogd een zekere opbrengst te genereren, teneinde – bij gebrek aan voldoende vrijwilligers – de verenigingskosten te kunnen (blijven) voldoen. Aan de leden was schriftelijk gecommuniceerd dat indien deze afspraak niet zou worden nagekomen, het betreffende lid zou worden geroyeerd.
De moeder van één van de voetballers bleek niet bereid om de niet-verkochte loten van haar zoontje over te nemen. Daarop is het bestuur in gesprek gegaan met de betreffende ouders om tot een oplossing te komen. De moeder hield echter voet bij stuk. Het bestuur is vervolgens overgegaan tot royement van haar zoontje.
Als wettelijk uitgangspunt geldt dat het bestuur van de voetbalvereniging bevoegd is een lid te royeren, wanneer het betreffende lid in strijd met de
statuten
De statuten vermelden bij rechtspersonen met in aandelen vermeld kapitaal het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en het soort, aantal en het bedrag van de aandelen. Voorts bevatten de statuten bepalingen over bestuur, aandeelhoudersvergadering, een eventuele raad van commissarissen, ontbinding en vereffening.
» Meer over statuten
statuten, reglementen of een besluit van de vereniging heeft gehandeld. Op grond van het eerdere besluit van de algemene ledenvergadering had het bestuur dus inderdaad de (formele) bevoegdheid om het besluit te nemen. De vraag is evenwel of het bestuur deze bevoegdheid ook mocht gebruiken om daadwerkelijk over te gaan tot royement.
Als (de ouders van) het jongetje het besluit ongedaan willen maken, is de eerste stap om binnen één maand bij de algemene ledenvergadering van VV Bladella in beroep gaan tegen de opgelegde straf. Er zal dan dus een nieuwe ledenvergadering bijeen worden geroepen, waarop besloten zal worden het besluit in stand te laten of te vernietigen. De uitkomst daarvan staat niet bij voorbaat vast. Immers, de algemene ledenvergadering heeft zelf eerder tot de verplichte verkoop en de sanctie van royement besloten. Aan de andere kant, wellicht zijn er (inmiddels) voldoende leden die de maatregel bij nader inzien te radicaal vinden. Bovendien heeft het voetballertje een klein voordeel. Blijkens de statuten van VV Bladella hoeft hij slechts éénderde (of meer) van de bij die ledenvergadering aanwezige leden achter zich te krijgen om het besluit onderuit te halen.
Pas in het geval dat de ledenvergadering het besluit in stand zou houden (of de beroepstermijn van één maand ongebruikt is verstreken), kan de jeugdspeler naar de rechter stappen om zijn lidmaatschap te herkrijgen. Daartoe zal hij succesvol moeten betogen dat het eerdere besluit van de algemene ledenvergadering en/of het (uitvoerings)besluit van het bestuur nietig is, dan wel vernietigd moet worden.
Een besluit is nietig, indien het in strijd met de wet of de statuten is genomen. Strijd met de wet zal in dit geval niet snel aan de orde zijn. Strijd met de statuten komt eerder in aanmerking. De statuten van VV Bladella vereisen voor royement namelijk dat het betreffende lid ‘in ernstige mate’ de regeling van de verplichte verkoop moet hebben overtreden. In dat verband wordt het mogelijk relevant dat voetballertje weliswaar niet het minimum van 25 loten wist te verkopen, maar er toch 10 had verkocht.
Een besluit is voorts vernietigbaar, indien het niet op adequate wijze tot stand is gekomen of wanneer het indruist tegen de door de wet voorgeschreven ‘
redelijkheid en billijkheid
Een bron van ongeschreven objectief recht waaraan mensen zich moeten gedragen jegens elkaar.
» Meer over redelijkheid en billijkheid
redelijkheid en billijkheid’ (art. 2:8 BW). De rechter toetst hierbij echter marginaal. Met andere woorden, de rechter beoordeelt slechts of het betreffende orgaan – in het licht van alle omstandigheden en na afweging van de belangen van alle betrokkenen – in redelijkheid tot het besluit had kunnen komen. Bij de beoordeling van de vraag of het besluit (van hetzij de algemene ledenvergadering, hetzij het bestuur) vernietigbaar is vanwege strijd met de redelijkheid en billijkheid, zullen de volgende elementen in ieder geval een rol spelen:
Het staat buiten kijf dat het besluit verregaande consequenties heeft. Het betreffende jongetje kan niet meer met zijn vriendjes meespelen in het voetbalteam. Dat valt zeer te betreuren. Ook zou kritiek kunnen worden geuit op de verplichtstelling bij de verkoop van de loten. Men zou bijvoorbeeld kunnen betogen dat met de verplichte lotenverkoop de contributie op verkapte wijze wordt verhoogd. Andere sportclubs hebben echter inmiddels in de media uitgelegd dat verplichte lotenverkoop (of vergelijkbare regelingen) gebruikelijke afspraken zijn om te zorgen dat de club uit de kosten komt. In ieder geval kun je je afvragen of de sanctie van royement wel in verhouding staat tot het te bereiken doel van de verplichte verkoop.
Het bestuur zal zich op het standpunt kunnen stellen dat zij slechts uitvoering heeft gegeven aan het rechtsgeldig besluit van het hoogste orgaan van de vereniging. Zij kan zich in zekere zin verschuilen achter het eerder rechtsgeldig tot stand gekomen besluit van de algemene ledenvergadering. Zij kan voorts stellen dat zij bij de uitvoering van haar besluit zorgvuldig heeft gehandeld door eerst met de ouders in gesprek te gaan over een oplossing en pas toen dat niet mogelijk bleek is overgegaan tot de ‘ultimum remedium’ van royement (welke bovendien kenbaar was voor alle leden).
Een relevant punt in dit verband is voorts dat een vereniging in zekere zin een democratisch karakter heeft. De rechtbank Utrecht bepaalde eerder al dat indien de meerderheid van de algemene ledenvergadering voor een bepaald besluit stemt, dat besluit in beginsel bindend voor alle leden. Een individueel lid heeft zich – hoe onaangenaam dat besluit ook moge zijn – naar dat besluit te voegen. De onwelgevallige gevolgen van het besluit dient het betreffende lid dan ook voor zijn rekening te nemen en vormen in zichzelf geen grond voor vernietiging van het besluit.
Het is nog te vroeg om te zeggen hoe deze zaak zal eindigen, mocht het voor een rechter komen. Er bestaan nog (te)veel onduidelijkheden over de precieze totstandkoming en implementatie van het besluit. Hoe het ook zij, (de ouders van) het voetballertje doen er verstandig aan om de algemene ledenvergadering te vragen het besluit te heroverwegen. Hopelijk komt de club dan weer in wat rustiger vaarwater. Op dit moment zijn er alleen maar verliezers. En in het voetbal probeer je dat nu juist te voorkomen.