De rechtbank Amsterdam heeft vandaag geoordeeld dat de burgemeester van Amsterdam ten onrechte een vergunning voor de Sinterklaasintocht van 2013 heeft afgegeven. Hij heeft verzuimd rekening te houden met de gevoelens van zwarte mensen. Doordat bij het verlenen van de vergunning niets is geregeld omtrent Zwarte Piet is volgens de rechtbank inbreuk gemaakt op het privé leven van de eisers. Advocaat Sander Schouten licht de uitspraak toe.
Er hebben 21 personen beroep ingesteld tegen de afwijzing van het door hen ingediende bezwaar tegen de afgegeven vergunning voor de in 2013 in Amsterdam gehouden Sinterklaasintocht. Hun bezwaren richtten zich op de figuur van Zwarte Piet die naar hun mening een racistische onderstroom in stand houdt omdat hij een negatief stereotype van de zwarte mens is. De knecht van Sinterklaas is altijd zwart, heeft rode lippen, zwart kroeshaar en ringoorbellen en spreekt gebroken Nederlands.
De bezwaarmakers vinden dat het fenomeen van Zwarte Piet emoties opwekt die doen herinneren aan het verleden van slavernij en onderdrukking en dat het zelfrespect van de menselijke waardigheid van zwarte Nederlanders als burgers van de Europese Unie wordt aangetast. De bezwaarmakers hebben een beroep gedaan op diverse internationale verdragen, waaronder het EVRM, het Verdrag inzake de rechten van het Kind en het Internationale verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie.
De rechtbank komt op grond van e-mails van het College voor de rechten van de mens, een onderzoeksrapport van het Bureau voor de Statistiek en de verklaringen van de eisers zelf tot de conclusie dat Zwarte Piet een negatieve stereotypering is van zwarte mensen. De rechtbank oordeelt dat de eisers die blank zijn niet persoonlijk worden geraakt door de negatieve stereotypering van de figuur van Zwarte Piet. Zij kunnen daarom geen beroep doen op artikel 8 van het EVRM.
De zwarte eisers kunnen dat volgens de rechtbank echter wel. Sommige eisers stelden dat zij zich gedurende de intocht gediscrimineerd voelen, in die zin dat zij zich minderwaardig voelen dan de witte mens. Enkele eisers wezen op de negatieve impact die Zwarte Piet sinds hun kindertijd op hen heeft.
De rechtbank oordeelt dat niet elk effect van negatieve stereotypering leidt dat een inbreuk wordt gemaakt op het privéleven. Het effect van negatieve stereotypering moet een zekere ernst hebben. Naar het oordeel van de rechtbank is dit het geval omdat de intocht het begin is van een weken durende Sinterklaasviering waarbij Zwarte Piet gedurende die gehele periode een niet te missen onderdeel uitmaakt van de Nederlandse samenleving. Daarom oordeelt de rechtbank dat de vergunning, waarin niets is geregeld over Zwarte Piet, een inbreuk maakt op het privéleven van de eisers. De vergunning wordt daarom alsnog vernietigd en de burgemeester zal binnen zes weken een nieuw besluit moeten nemen.