Op 1 juli 2012 is de Incassowet en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten in werking getreden. Deze nieuwe wet beoogt consumenten en eenmanszaken te beschermen tegen het in rekening brengen van te hoge
incassokosten
Kosten die zijn gemaakt bij de incassering van een vordering.
» Meer over incassokosten
incassokosten. Deze regeling heeft grote gevolgen voor de incassopraktijk. Incasso advocaat Thomas van Vugt geeft een overzicht van de gevolgen van de inwerkingtreding van deze nieuwe wet voor zowel consumenten als voor bedrijven.
De incassowet wet normeert de incassokosten van geldvorderingen, waarbij de hoogte van de incassokosten wordt vastgesteld aan de hand van een percentage van de hoofdsom van de vordering. Naarmate de hoofdsom van de vordering hoger wordt, wordt het percentage trapsgewijs lager. Bij deze normering geldt tevens een minimumbedrag en een maximumbedrag.
Voorbeeld incassokosten
Voor een hoofdsom tot € 2.500,- bedragen de incassokosten 15%, met een minimum van € 40,- (!); voor de volgende € 2.500,- 10%, en voor de volgende € 5.000,- 5%, zodat hoofdsommen tot € 10.000,- het maximum € 875,- bedraagt. Tussen de € 10.000,- en de € 200.000,- bedragen de incassokosten 1% (derhalve een maximum van € 2.775,-), en voor alles boven de € 200.000,- 0,5%, tot een maximum van € 6.775,-.
Doordat deze staffel nu wettelijk is vastgelegd, is het voor partijen veel duidelijker welke incassokosten in rekening gebracht mogen worden. Vragen over de redelijkheid van de hoogte van de incassokosten hoeven in principe niet meer aan de rechter te worden voorgelegd. Er wordt aldus voorkomen dat de schuldenaar ten onrechte te hoge incassokosten in rekening brengt. Indien een hoger bedrag aan incassokosten in rekening wordt gebracht dan dat de wet toelaat, zal de schuldenaar het teveel aan in rekening gebrachte incassokosten niet te hoeven voldoen.
De incassowet geldt in de eerste plaats uitsluitend voor vorderingen die na inwerkingtreding, dus na 1 juli 2012, opeisbaar zijn geworden. Indien de schuldenaar voor 1 juli 2012 in
verzuim
De situatie dat, en de periode waarin een schuldenaar nalaat een opeisbare prestatie te verrichten.
» Meer over verzuim
verzuim is geraakt, dienen de incassokosten berekend te worden op grond van de voorgaande regeling (het rapport Voorwerk II), waarbij de incassokosten werden vastgesteld aan de hand van de staffel buitengerechtelijke incassokosten (BIK).
Wanneer de schuldenaar een
consument
Een natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
» Meer over consument
consument betreft, dan zijn partijen voor het vaststellen van de hoogte van incassokosten gebonden aan toepassing van bovenstaande rekenwijze. Anders geformuleerd: van genoemde percentages mag niet ten nadele van de consument worden afgeweken.
Wanneer de schuldenaar geen consument is, maar handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, geldt dat zij bij
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst nadere afspraken mogen maken over de rekenwijze ten aanzien van de hoogte van de incassokosten (bv. in de algemene voorwaarden). Echter, indien hieromtrent geen (nadere) afspraken zijn gemaakt, dan geldt de wettelijke regeling zoals hierboven omschreven.
Is betaling van de vordering door de consument uitgebleven, dan dient aan de betreffende consument eerst een aanmaning verstuurd te worden voordat er überhaupt incassokosten in rekening gebracht mogen worden. Bij deze
sommatie
Een schriftelijke aanmaning om binnen een bepaalde termijn een contractuele of wettelijke verplichting na te komen.
» Meer over sommatie
aanmaning moet een termijn van veertien dagen in acht genomen worden, waarbinnen de consument nog eenmaal de gelegenheid krijgt om tot betaling van de vordering over te gaan. Na het verstrijken van de termijn in de aanmaning is de vergoeding van de incassokosten direct opeisbaar. In genoemde aanmaning mag wel de hoogte van de incassokosten (als percentage van de hoofdsom) worden aangezegd.
Bij zakelijke vorderingen (b2b) kan de vergoeding van de incassokosten al direct in rekening gebracht worden zodra de betalingstermijn van de vordering is verstreken. Voor bedrijven is dus niet wettelijk voorgeschreven dat er een aanmaning moet worden verstuurd. Het staat bedrijven ook vrij onderling een betalingstermijn overeen te komen. Deze termijn moet in ieder geval als redelijk bestempeld kunnen worden. Indien de factuur van de schuldeiser geen betalingstermijn vermeldt, dan geldt wettelijk een termijn van dertig dagen.