Een schuldeiser die zijn vordering wil incasseren zal eerst een executoriale titel moeten halen. Een vonnis bijvoorbeeld. Na het verkrijgen van een titel kan de schuldeiser executoriaal beslag leggen. Naast bekende vormen van beslag zoals beslag op een woning of loonbeslag, kan ook beslag worden gelegd op
aandeel
De gedeelten waarin het kapitaal van een BV of NV is verdeeld.
» Meer over aandeel
aandelen van de schuldenaar in een vennootschap. De uitwinning van een
executoriaal beslag
Executiemiddel waarbij de goederen van de schuldenaar te gelde te maken zodat de schuldeiser zijn vordering uit de verkregen opbrengst kan voldoen.
» Meer over executoriaal beslag
executoriaal beslag op aandelen gaat echter niet zo makkelijk als bij andere beslagen. Advocaat incassorecht Hidde Reitsma gaat hier nader op in.
Bij een executoriaal beslag op aandelen zal de executant eerst de rechtbank via een verzoekschrift moeten verzoeken of de aandelen waar het beslag op rust mogen worden verkocht en overgedragen, en voorts binnen welke termijn dit dient te geschieden.
Dit
verzoekschrift
Zaken die niet met een dagvaarding beginnen, worden ingeleid met een verzoekschrift. De wet verbindt een aantal minimumvereisten aan de inhoud van een verzoekschrift.
» Meer over verzoekschrift
verzoekschrift moet op straffe van verval binnen een maand na het gelegde beslag worden ingediend. Voordat de rechtbank toestemming geeft, worden de betrokkenen opgeroepen om op het verzoek te reageren. Vervolgens neemt de rechtbank een beslissing. Dit is geregeld in artikel 474g Rechtsvordering (Rv).
In een recent geschil was er door de advocaat van de schuldeiser in kwestie een verzoekschrift ex 474g Rv ingediend. De rechtbank had hierop nog geen beslissing genomen. Lopende deze procedure is de advocaat van de schuldenaar een executie kort geding gestart. In dit kort geding vorderde hij schorsing van de tenuitvoerlegging van het beslag. De advocaat voerde o.m. aan dat de schuldeiser misbruik van zijn bevoegdheid zou maken om al tot executie van het beslag over te gaan. Er liep namelijk nog een procedure in het buitenland over de omvang van de vordering.
De Voorzieningenrechter wees deze vordering af. Nu er al een verzoekschriftprocedure ex art. 474g Rv liep, was het aan de rechter in die procedure om te oordelen over de vraag of er gronden zijn de tenuitvoerlegging van het beslag te schorsen. De rechter in de verzoekschriftprocedure kan namelijk ook de rol van executierechter vervullen. Blijkens jurisprudentie van het Hof is dit niet alleen mogelijk, maar verdient dit uit proces-economisch oogpunt ook de voorkeur.
Daar komt bij dat de ex artikel 474g Rv gevraagde toestemming ook kan worden geweigerd als de rechter van oordeel is dat de geëxecuteerde in voldoende mate heeft aangetoond dat de executant misbruik maakt van zijn bevoegdheid. Kortom, er is geen aanleiding om in een aparte procedure op de stellingen van de schuldenaar in te gaan. Deze kunnen door de rechter in de 474g procedure worden meegenomen.