Een geldvordering kan in kort geding worden toegewezen als de vordering aan een aantal criteria voldoet. Het belangrijkste criterium is dat de geldvordering aannemelijk moet zijn. Dit was niet het geval in een recent kort geding tussen twee advocaten en hun verzekeraar. Advocaat Hidde Reitsma, gespecialiseerd in incassozaken, licht de uitspraak toe.
Twee advocaten waren persoonlijk in een aantal procedures verwikkeld. Er liep een tuchtprocedure tegen hen in verband met onbehoorlijke taakuitoefening. Daarnaast hadden de advocaten een aansprakelijkheidsstelling gekregen van een cliënt. In verband met deze klacht hadden de advocaten zelf een procedure tegen een gemeente aangespannen.
De juridische kosten die de advocaten voor deze procedures hadden gemaakt, hadden zij bij hun verzekeraar neergelegd. Volgens de advocaten vielen de kosten onder de dekking van hun beroepsaansprakelijkheidsverzekering. De verzekeraar heeft -op een klein bedrag na- de claim afgewezen. De advocaten startten een incasso kort geding.
Bij een incasso kort geding zal de rechter eerst moeten onderzoeken of het bestaan van een vordering van de
eiser
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde. Dit in tegenstelling tot de eiser, de partij die het initiatief tot de rechtszaak heeft genomen en daartoe door een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft laten betekenen aan de gedaagde.
» Meer over eiser
eiser op de
gedaagde
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde.
» Meer over gedaagde
gedaagde voldoende aannemelijk is. Deze eis geldt natuurlijk ook bij vorderingen die in een gewone procedure worden ingediend, maar bedenk dat in kort geding geen uitgebreide bewijslevering aan de orde is. Er worden geen getuigenverhoren gehouden en ook kan de rechter geen deskundigen raadplegen. Als de gedaagde een goed onderbouwd verweer tegen de vordering heeft, wordt toewijzing in kort geding al meteen lastig.
Bovendien moet de eiser met feiten en omstandigheden aantonen dat hij niet kan wachten op een vonnis in een gewone bodemzaak. In het geval dat de eiser voor zijn levensonderhoud afhankelijk is van de betaling, is in de regel voldoende. Ook een onderneming die in grote financiële nood verkeert, heeft een
spoedeisend belang
Voor een toewijzing van een vordering in kort geding moet er sprake zijn van spoedeisend belang.
» Meer over spoedeisend belang
spoedeisend belang bij betaling.
Als een spoedeisend belang wordt aangenomen, zal de rechter de belangen van partijen moeten afwegen. Hierbij speelt met name het restitutierisico een rol. Als de vordering wordt toegewezen en de bodemrechter of een appelrechter in een later stadium de vordering alsnog afwijst, moet de eiser het geld wel kunnen terugbetalen.
In deze zaak strandde de vordering van de advocaten al op het eerste criterium: het aannemelijk maken van de vordering. De verzekeraar voerde aan dat de polis slechts dekking biedt voor vergoeding van door derden geleden schade als gevolg van een fout en kosten van verweer. De geclaimde kosten vielen hier niet onder. Zo konden de procedures die de advocaten waren begonnen niet aangemerkt worden als verweer. Daarnaast was er geen sprake van een schadeclaim van een derde. Bovendien hadden de advocaten nagelaten om voorafgaande toestemming te vragen om de kosten te maken.
De voorzieningenrechter wees de vordering van de advocaten dus af. Ten overvloede overwoog de rechter nog dat zelfs als de polis wel dekking zou bieden, de advocaten niet voldoende hadden aangetoond dat zij een spoedeisend belang hadden.