Bij stille
verpanding
Verpanding is het vestigen van een pandrecht op een goed.
» Meer over verpanding
verpanding is het voor derden in beginsel niet kenbaar dat deze zaken zijn verpand, omdat ze zich nog in de macht van de pandgever bevinden. Bij een vuistpand is dat anders; dan is de verpande zaak daadwerkelijk in de macht van de pandnemer gebracht en is de verpanding dus ook sowieso naar buiten toe goed kenbaar. De vraag is hoe dit werkt als een derde beslag legt op een vordering die stil is verpand? Moet de beslaglegger een stil
pandrecht
Een pandrecht is een beperkt recht strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen.
» Meer over pandrecht
pandrecht respecteren? Advocaat beslagrecht Hidde Reitsma gaat hier op in.
Een pandrecht kan ook rusten op een vordering. In de zaak die in dit blog wordt besproken had onderneming Van der Heiden vorderingen die zij heeft op Cono aan de Rabobank verpand. Er is sprake van een stil pandrecht: Cono, ookwel de panddebiteur genoemd, weet niet dat de vordering van Van der Heiden is verpand.
Een stil pandrecht kan worden omgezet in een openbaar pandrecht. Dan moet de pandhouder (Rabobank) aan de panddebiteur (Cono) meedelen dat zij een pandrecht heeft op de betreffende vordering. Zodra dit openbaar is gemaakt, is alleen de pandhouder tot inning bevoegd. Voor de openbaarmaking was alleen de pandgever (Van der Heiden) bevoegd.
Terug naar onze zaak. Op een dag wordt er door een schuldeiser van Van der Heiden conservatoir beslag gelegd op de Cono-vordering. In kort geding vordert Van der Heiden vervolgens dat de schuldeiser het beslag opheft. Volgens Van der Heiden maakt de schuldeiser
misbruik van bevoegdheid
Misbruik van een op zichzelf bestaande bevoegdheid. Of hier sprake van is hangt af van de concrete omstandigheden.
» Meer over misbruik van bevoegdheid
misbruik van recht want de Cono-vordering is verpand. Als er een pandrecht rust op het beslagen goed, moet de schuldeiser het pandrecht resprecteren. Ook als van dat pandrecht nog geen mededeling is gedaan en er dus sprake is van een stil pandrecht, aldus Van der Heiden.
De voorzieningenrechter ziet dit anders. De stil pandhouder kan zijn rechten namelijk pas te gelden maken nadat het pandrecht door de pandhouder aan de panddebiteur is medegedeeld. Het respecteren van het stil pandrecht door de beslaglegger is pas van belang op het moment dat de pandhouder deze mededeling heeft gedaan. Want tot die tijd is de pandgever (Van der Heiden) zelf inningsbevoegd en kan (ook) een beslaglegger zich op de stil verpande vordering verhalen.
Ondanks een dreiging daartoe, heeft de pandhouder (Rabobank) haar pandrecht nog niet openbaar gemaakt. En zij heeft hier ook geen reden voor. Zolang Van der Heiden haar verplichtingen aan de Rabobank nakomt, heeft de Rabobank geen opeisbare vordering. De schuldeiser maakt dus geen misbruik van recht door het beslag op de vordering gestand te doen laten. De vordering tot opheffing wordt afgewezen.