In sommige gevallen kan een schuldeiser, die door een
rechtshandeling
Een rechtshandeling is een feitelijke handeling met rechtsgevolg.
» Meer over rechtshandeling
rechtshandeling tussen zijn schuldenaar en een derde in zijn verhaalsmogelijkheden wordt benadeeld, de betreffende rechtshandeling vernietigen. Dit wordt “
actio pauliana
De mogelijkheid van een schuldeiser of een curator om een benadelende rechtshandeling te vernietigen.
» Meer over actio pauliana
actio pauliana” genoemd. Deze vernietigingsactie speelt vooral bij (aanstaande) faillissementen, maar kan in principe te allen tijde worden gedaan. Advocaat Hidde Reitsma licht toe aan de hand van een recente uitspraak.
In deze zaak had een huurder, een exploitant van een zorginstelling, een hoge huurachterstand laten oplopen. Niettemin ging de huurder een managementovereenkomst aan met X, één van haar bestuurders. Uit hoofde van deze
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst was de huurder gehouden tot het betalen van een managementfee van ruim € 4.000 per maand. De verhuurder wilde hier een stokje voor steken en heeft de managementovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden op grond van artikel 3:45 BW.
Artikel 3:45 BW schrijft voor dat een onverplichte rechtshandeling die door de schuldenaar wordt verricht, vernietigbaar is indien de schuldenaar wist of behoorde te weten dat daarvan benadeling van een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden het gevolg zou zijn. Betreft het een meerzijdige rechtshandeling (zoals een overeenkomst) dan is tevens vereist dat de degene met wie de schuldenaar de rechtshandeling verrichtte, wist of behoorde te weten dat schuldeisers daardoor zouden kunnen worden benadeeld.
De vraag die voorligt aan de rechter is of de verhuurder door het aangaan van de managementovereenkomst in zijn verhaalsmogelijkheden is benadeeld en of huurder en X van deze benadeling op dat moment kenden of behoorden te kennen. Verhuurder stelt in dit verband dat huurder in een financieel deplorabele toestand verkeert. Het aangaan van een extra verplichting, zoals volgend uit de managementovereenkomst, heeft tot gevolg dat verhuurder als schuldeiser nog verder achteraan komt te staan, hetgeen hem benadeelt.
Volgens verhuurder had huurder wetenschap van deze benadeling, omdat huurder al in januari 2016 (datum managementovereenkomst) niet meer kon voldoen aan de op haar rustende betalingsverplichtingen. Ook X was, uit hoofde van zijn functie als bestuurder van huurder, op de hoogte van deze financiële problemen.
Huurder betwist dat de managementovereenkomst paulianeus is. Zij wijst erop dat het woonzorgcentrum eerst in november 2015 zijn deuren heeft geopend, waardoor slechts sprake is van aanloopverliezen en een faillissement niet aan de orde is. Daarnaast voert de huurder aan dat verhuurder door het aangaan van de managementovereenkomst niet in zijn verhaalsmogelijkheden is beperkt. Er is sprake van een betalingsverplichting waartegenover een corresponderende verbintenis staat. X voerde overigens reeds vóór het aangaan van de managementovereenkomst werkzaamheden uit voor huurder en werd hiervoor ook betaald.
De voorzieningenrechter overweegt dat het aan verhuurder is om aannemelijk te maken dat hij door het aangaan van de managementovereenkomst is benadeeld in zijn verhaalsmogelijkheden. Door huurder is met kracht van argumenten betoogd dat geen sprake is van benadeling. Verhuurder heeft dit verweer onvoldoende weersproken. Verhuurder heeft geen bewijs voor benadeling geleverd.