Een turboliquidatie is een snelle en simpele manier om een onderneming zonder baten te ontbinden. Helaas blijkt dat er in de praktijk misbruik wordt gemaakt van deze mogelijkheid om een faillissement te ontlopen. In onze blogs zijn al diverse uitspraken behandeld waarin een schuldeiser een bestuurder aansprakelijk houdt voor de keuze om tot turboliquidatie over te gaan. Doorgaans stelt de rechter dat de turboliquidatie
onrechtmatig
Ieder handelen of nalaten dat in strijd is met een wet of met de maatschappelijke betamelijkheid.
» Meer over onrechtmatig
onrechtmatig is, omdat er nog baten aanwezig zijn of omdat er nog baten te verwachten zijn. Advocaat insolventierecht Marco Guit bespreekt een uitspraak waarin de turboliquidatie wel terecht was.
In een recente zaak die bij het Hof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, speelde het volgende. Syntona, een onderneming op het gebied van online managementinformatie, huurde werkplekken bij de schuldeiser (hierna: verhuurder). Syntona liep niet goed en leed verlies. De vennootschap stond voor de keuze om een eigen faillissement aan te vragen of de vennootschap te liquideren (turboliquidatie). Voor een turboliquidatie kan worden gekozen als de vennootschap geen baten meer heeft om te vereffenen. De vennootschap houdt in dat geval ook per direct op te bestaan en wordt door de bestuurder direct uitgeschreven uit het
handelsregister
Een register waarin ondernemingen vermeld staan met hun gegevens.
» Meer over handelsregister
handelsregister.
In deze casus werd besloten tot turboliquidatie. Volgens de bestuurder waren er geen baten meer (alleen maar schulden). De verhuurder werd van dit besluit op de hoogte gebracht. Ondertussen had de verhuurder al een procedure aangespannen vanwege achterstallige huur. De rechter wees de vordering tot betaling van de huur toe.
Echter, Syntona bestond niet meer. Meestal houden de juridische middelen voor de schuldeiser hier op. Maar de verhuurder richtte zijn pijlen op de bestuurder. Volgens de verhuurder had de bestuurder onrechtmatig gehandeld door over te gaan tot turboliquidatie in plaats van een faillissement. Volgens de verhuurder waren er namelijk nog wel baten aanwezig. De verhuurder houdt de bestuurder dan ook aansprakelijk voor de schade (de oninbare huurvordering van de verhuurder)
In eerste aanleg stelt de kantonrechter verhuurder in het gelijk en veroordeelt de bestuurder tot betaling. In
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep kijkt het Hof echter heel anders tegen de zaak aan. Volgens het Hof heeft de bestuurder voldoende aangetoond dat Syntona verlies leed, dat er geen activa aanwezig was en dat er meer schulden dan baten waren. Dat er – zoals de verhuurder aanvoerde – sprake was van een goed gevulde orderportefeuille is niet (voldoende) gebleken. Het Hof oordeelt dat er terecht is gekozen voor turboliquidatie in plaats van faillissement.
Ten overvloede overweegt het Hof nog dat zelfs als de bestuurder onrechtmatig zou hebben gehandeld, de verhuurder hierdoor geen schade heeft geleden. Ook als geen turboliquidatie had plaatsgevonden, maar sprake zou zijn van een faillissement, zouden er onvoldoende baten aanwezig zijn geweest om de vordering van verhuurder (deels) te voldoen. Bovendien was de vordering van de verhuurder een concurrente vordering. Andere vorderingen zouden eerst moeten worden voldaan. Bijvoorbeeld de preferente vordering van de fiscus en de kosten van
vereffening
Liquidatie van een ontbonden rechtspersoon of op de afwikkeling van een nalatenschap
» Meer over vereffening
vereffening en het faillissement.