5 min lezen

Bodembeslag & bodemvoorrecht: wat is het verschil?

NL

De begrippen bodemvoorrecht en bodembeslag worden vaak met elkaar verward. Het zijn weliswaar sterk verwante begrippen, maar het verschil is in de praktijk van groot belang: het bodemvoorrecht geldt namelijk altijd, maar er is niet altijd bodembeslag gelegd. Als bodembeslag dreigt, moet een derde die eigenaar is van goed Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten.
» Meer over goed
goederen
op de werkvloer van een belastingplichtige soms snel in actie komen. Advocaat faillissementsrecht Hidde Reitsma legt uit.

Bodemvoorrecht is superpreferentie fiscus op bodemzaken

Artikel 21 van de Invorderingswet bepaalt dat de Belastingdienst een voorrecht heeft op alle goederen van de belastingschuldige. Dit is de bekende preferentie van de Belastingdienst. De Belastingdienst kan zich hiermee in principe bij voorrang op het gehele vermogen van de schuldenaar verhalen (lees over de rangorde bij faillissementen). Hoewel de wet bepaalt dat zekerheidsrechten (pand en hypotheek) voor voorrechten gaan, maakt de Invorderingswet hierop één belangrijke uitzondering. Artikel 21 lid 2 van de Invorderingswet bepaalt namelijk dat het fiscale voorrecht voor sommige belastingen (de belangrijkste zijn de loonheffingen en de omzetbelasting) soms sterker is dan een stil pandrecht op bepaalde roerende zaken. Het fiscale voorrecht gaat boven een stil pandrecht Een pandrecht is een beperkt recht strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen.
» Meer over pandrecht
pandrecht
, voor zover het pandrecht rust op een zogenaamde bodemzaak: dit is het bodemvoorrecht, ook wel bodemrecht genoemd.

Inventaris: wat is een bodemzaak?

Een bodemzaak is letterlijk een zaak die zich op de bodem (lees: de bedrijfsvloer, of die nu gehuurd, in bruikleen of in eigendom Het het meest omvattende recht dat men op een zaak kan hebben. Eigendom is het recht om over een zaak (stuk grond, voorwerp, hoeveelheid geld enz.) naar eigen goeddunken te beschikken.
» Meer over eigendom
eigendom
is) van de belastingschuldige bevindt, en die dient “tot stoffering van een huis of landhoef, of tot bebouwing of gebruik van het land”. Deze nogal ouderwetse formulering komt er op neer dat het moet gaan om inventaris (wat een ruim begrip is; ook machines of bijvoorbeeld een heftruc hoort tot de inventaris en is dus een bodemzaak). Als vuistregel geldt dat het bij inventaris gaat om bodemzaken, en dat voorraden geen bodemzaken zijn. Over de vraag of een zaak een bodemzaak is of niet, is veel getwist. Over de meeste situaties bestaat nu wel duidelijkheid. Het gaat het kader van dit blog te buiten om deze problematiek hier te bespreken, maar als u hier vragen over heeft kunt u gerust contact met een van onze advocaten opnemen.

Bodemvoorrecht zet recht pandhouder opzij

Met het bodemvoorrecht kan de fiscus dus zijn (algemene) voorrecht voor sommige belastingen ook doen gelden ten aanzien van de opbrengst van stil verpande bodemzaken. De belastingdienst gaat dan dus vóór de stille pandhouder. Het bodemvoorrecht geldt altijd, dus zowel in als buiten faillissement.  Wil het bodemvoorrecht effect hebben, dan moet wel beslag zijn gelegd, of sprake zijn van faillissement (wat in feite een algeheel beslag is).  Buiten faillissement heet een beslag op bodemzaken dan ook wel een bodembeslag.

Bodembeslag en faillissement

Omdat een faillissement zoals gezegd een alomvattend beslag op alle goederen van de schuldenaar is, speelt het bodemvoorrecht in faillissement vrijwel altijd een rol.  In dat geval moet de curator Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator
ten behoeve van de fiscus het bodemvoorrecht te gelde maken door de (opbrengst van de) bodemzaken in de boedel te brengen en daarmee de belastingdienst te voldoen. De curator mag dat pas doen als het vrije actief – dat is het niet met zekerheidsrechten belaste boedelactief – niet toereikend is om de fiscale vordering te voldoen, maar dat is bij vrijwel alle faillissementen het geval. De (stil) pandhouder bodemzaken vist dan als gevolg van de werking van het bodemvoorrecht naast het net.

Bodembeslag door de fiscus: pandhouder buitenspel

De Belastingdienst kan voor openstaande belastingvorderingen beslag leggen op goederen van de belastingschuldige. Als dat een beslag is dat (ook) bodemzaken betreft, wordt het wel een bodembeslag genoemd. Door het leggen van bodembeslag kan, als gevolg van de hiervoor genoemde werking van het bodemvoorrecht, de Belastingdienst zich ook op de beslagen goederen verhalen, als die zaken aan stil zijn verpand (meestal: aan de huisbank van de belastingschuldige). Stille pandhouders (lees: banken) dienen er daarom voor te waken dat zij, voordat de belastingdienst bodembeslag, legt ofwel hun stil pandrecht omzetten in een vuistpand (door die zaken onder zich te nemen, waarvoor meestal een procedure nodig is), ofwel door “de bodem” onder de stil verpande zaken weg te halen. Vaak gebeurt dit met een zogenoemde bodemverhuurconstructie.

Wat is een bodemverhuurconstructie?

Deze constructie – er zijn nogal wat varianten van – komt er op  neer dat de (stil) pandhouder van de bodemzaken het perceel (“de bodem”) van de belastingplichtige huurt, waardoor de goederen niet langer bodemzaken zijn: zij bevinden zich dan immers niet meer op de bodem van de belastingplichtige. Het is dan wel zaak dat de belastingplichtige niet feitelijk kan beschikken over de door de pandhouder gehuurde bodem. De Hoge Raad heeft deze constructie in verschillende uitspraken toelaatbaar geacht. Problematisch is wel dat het omzetten van een stil pandrecht in een vuistpand, of het toepassen van de bodemverhuurconstructie de gewone bedrijfsvoering onmogelijk maakt: het luidt in de meeste gevallen onherroepelijk het faillissement van de bepastingplichtige in. De stil pandhouder zit hier dus vaak met een dillemma: als zij de bodemverhuurconstructie niet toepast, kan zij geen verhaal halen op de inventaris, maar als zij dat wel doet, betekent dat vaak het einde van de onderneming.

Bodembeslag kan zich ook uitstrekken op goederen van derden

Bodembeslag kan ook – bedoeld of onbedoeld – zaken raken die (in juridische zin) van een derde zijn, zoals goederen die onder huurkoop De koopovereenkomst waarbij de zaak wel aan koper wordt geleverd maar pas in eigendom overgaat als de koopprijs is afbetaald.
» Meer over huurkoop
huurkoop
zijn gekocht, geleased, of die onder eigendomsvoorbehoud zijn geleverd. Artikel  22 van de Invorderingswet bepaalt dat derden die een recht menen te hebben op deze zaken, via een beroepsschrift aan de Belastingdienst kunnen trachten hun eigendom terug te krijgen. Dit beroepschrift moet zijn ingediend voor de datum van de verkoop van de in beslag genomen spullen, en uiterlijk binnen 7 dagen na de datum van het beslag. De Belastingdienst dient zo spoedig mogelijk een beslissing te nemen.

Wanneer is sprake van reële eigendom?

In de zogenaamde Leidraad Invordering is bepaald hoe de Belastingdienst dergelijke beroepszaken dient te beoordelen. Uit artikel 22.8.10 van de Leidraad Invordering 2008 blijkt dat in gevallen dat sprake is van reële eigendom, de eigenaar in het gelijk wordt gesteld. Onder reële eigendom wordt verstaan de situatie waarin een zaak zowel in juridisch als in economisch opzicht in overwegende mate aan de derde toebehoort. Bij een onder eigendomsvoorbehoud Een eigendomsvoorbehoud is de meest geëigende wijze voor een leverancier om zich tegen een slecht betalende klant te beschermen.
» Meer over eigendomsvoorbehoud
eigendomsvoorbehoud
geleverd goed en bij financial lease De overeenkomst waarbij een leasemaatschappij de aanschaf van een zaak financiert en vervolgens aan de gebruiker verhuurt met de intentie de zaak uiteindelijk te verkopen.
» Meer over lease
lease
(dat meestal wel door de koper voor normaal gebruik mag worden doorverkocht) is hiervan meestal geen sprake: het goed wordt daarbij geacht in economische zin wel aan de belastingschuldige toe te behoren.

Hidde Reitsma

Hidde Reitsma

Hidde heeft een gevarieerde proces- en adviespraktijk en bezit een diepgaande kennis van het beslag- en executierecht. Het zwaartepunt van zijn praktijk ligt op het gebied van het ondernemingsrecht (waaronder zaken op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid en  bedrijfsovername), het insolventierecht, het contractenrecht en het vastgoedrecht. Volg Hidde op LinkedIn of Twitter.
Ravel Residence