In een recente uitspraak van de
ondernemingskamer
Een afdeling van het Gerechtshof te Amsterdam dat bevoegd is kennis te nemen van diverse ondernemingsrechtelijke en sociaal- of financieel-economisch georiënteerde zaken.
» Meer over ondernemingskamer
Ondernemingskamer heeft een rechter zich voor het eerst uitgelaten over de vraag of het adviesrecht van een ondernemingsraad (OR) ook geldt tijdens het faillissement van een vennootschap. Advocaat insolventierecht Sander Schouten ligt deze uitspraak toe.
Op grond van artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden dient een ondernemingsraad door de ondernemer in de gelegenheid te worden gesteld advies uit de brengen over sommige voorgenomen besluiten. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een besluit tot
overdracht
Overdracht is het overdragen van een recht (indien het een recht van eigendom betreft: in eigendom) aan een ander.
» Meer over overdracht
overdracht van de zeggenschap over (een deel van) de onderneming, of het besluit tot beëindiging van (een belangrijk deel van) de werkzaamheden van de onderneming.
In onderhavige kwestie werd eind 2015 surseance van betaling verleend aan twee tot het DA drogisterij concern behorende vennootschappen. Tijdens de surseance en ook nadat het faillissement van DA was uitgesproken is door de
curator
Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator gewerkt aan een doorstart van activiteiten van DA door middel van verkoop van activa. Er werd een gegadigde gevonden en vervolgens een
koopovereenkomst
De overeenkomst waarbij de verkoper zich verbindt een zaak te geven aan de koper tegen betaling van een prijs.
» Meer over koopovereenkomst
koopovereenkomst gesloten. Pas na de totstandkoming van de
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst informeerde de curator de OR.
De OR van DA kon zich hier niet in vinden en wendde zich tot de Ondernemingskamer (OK) van het hof Amsterdam. De OR vorderde onder meer intrekking van het besluit, en een verbod tot tenuitvoerlegging daarvan. De curator verweerde zich door o.a. te stellen dat het adviesrecht (in dezen) conflicteert met het faillissementsrecht, de onderneming niet werd voortgezet, de wachttijd van artikel 25
WOR
Wet op de Ondernemingsraden waarin o.m. is geregeld hoe een OR wordt gekozen en welke taken en bevoegdheden de OR heeft.
» Meer over wOR
WOR tot onoverkomelijke problemen had geleid en een advies van de OR, gezien de positie van de bank, ook geen wezenlijke invloed had kunnen hebben.
De OK wijst het verzoek af. Hij concludeert dat hoewel een faillissementscurator er over het algemeen goed aan kan doen de OR te informeren over de stand van zaken en ontwikkelingen na datum faillissement, het adviesrecht in beginsel onverenigbaar is met taken en de rol van de curator.
Dit lijkt een wenselijk besluit. In surseance- en faillissementssituaties probeert een bewindvoerder of curator over het algemeen onder grote tijdsdruk zoveel mogelijk baten voor de boedel en daarmee voor gezamenlijke schuldeisers te realiseren. Een curator dient hierbij zoveel mogelijk ook de maatschappelijke gevolgen van zijn handelen in acht te nemen. In het onderhavige geval koos de curator om die reden niet voor de hoogste verkoopopbrengst, maar voor een bod waarbij de meeste werkgelegenheid werd behouden. De curator hield dus sowieso goed rekening met de belangen van het personeel.
Overleg met de OR had het verkoopproces op zijn minst kunnen vertragen, waardoor de waarde van de activa na datum faillissement snel had kunnen afnemen. Het oordeel van de OK dat een curator in principe geen rekening hoeft te houden met de OR is in deze zaak verstandig.
AMS advocaten heeft ruime ervaring op het gebied van het faillissementsrecht, als u vragen over de gevolgen van een surseance of een faillissement heeft.