In de Faillissementswet is bepaald dat een partij die zowel
debiteur
De schuldenaar, iemand die nog moet betalen voor een bepaald product of dienst.
» Meer over debiteur
debiteur als crediteur van een gefailleerde is, zijn schuld met de vordering op deze gefailleerde kan verrekenen. Vereist is wel dat zowel de schuld als de vordering zijn ontstaan voor faillietverklaring, of dat zij voortvloeien uit handelingen die voor faillietverklaring met gefailleerde zijn verricht. Afspraken tot
verrekening
Het tegen elkaar wegstrepen van schulden over en weer waardoor een verbintenis teniet gaat.
» Meer over verrekening
verrekening die niet aan één van deze vereisten voldoen, mag de
curator
Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator in principe negeren. Advocaat insolventierecht Marco Guit licht toe.
In een recente uitspraak van het hof, was de vraag of de curator een afspraak tot verrekening tussen de failliete crediteur, de debiteur en de verhuurder van de crediteur moest respecteren. De gewone regels omtrent verrekening en faillissement waren niet van toepassing omdat de verrekenafspraak tussen drie partijen was gemaakt die niet over en weer schuldenaar en schuldeiser zijn. De feiten waren als volgt.
De crediteur heeft werk verricht voor de debiteur en haar hiervoor declaraties verzonden. De debiteur heeft deze declaraties niet betaald. Nadat de crediteur failliet is gegaan vordert de curator in een incassoprocedure betaling van de declaraties. De debiteur doet echter een beroep op verrekening. Zij voert aan dat tussen de crediteur en de debiteur is afgesproken dat de debiteur de openstaande declaraties zou verrekenen met de huurschuld die de crediteur had laten oplopen bij de verhuurder. De verhuurder is indirect aandeelhouder van de debiteur.
De curator betwist dat er een verrekeningsafspraak zou zijn gemaakt vóór het faillissement. Dit is relevant omdat een curator een dergelijke verrekeningsafspraak gemaakt ná het uitspreken van het faillissement mag negeren. In dat geval kan de curator alsnog betaling van de facturen vorderen namens de boedel.
In deze zaak was er -zoals wel vaker- niets schriftelijk vastgelegd over de verrekening. Er bestond enkel een mondelinge afspraak. De debiteur had getuigen opgeroepen om te bewijzen dat de afspraak ruim voor het faillissement was gemaakt.
Het hof acht het bewezen dat de verhuurder, de debiteur en de crediteur hebben afgesproken om de huur met de declaraties te verrekenen. Bovendien is bewezen dat die afspraak vóór het faillissement van de crediteur is gemaakt. De bestuurder van de verhuurder heeft dit namelijk verklaard en dit blijkt ook uit de door de debiteur overgelegde stukken. De eerste verrekening vond plaats op 19 maart 2015.
Verder heeft de voormalig bestuurder van de debiteur verklaard dat hij niet tegen deze wijze van verrekening heeft geprotesteerd. In ieder geval blijkt uit dit laatste dat verhuurder en de debiteur feitelijk hebben verrekend en dat de crediteur daar stilzwijgend mee heeft ingestemd, nu protest is uitgebleven. De boedel heeft dus geen vordering op de debiteur nu de declaraties rechtsgeldig waren verrekend met de huurschuld.