Een pandhouder mag de aan hem verpande
goed
Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten.
» Meer over goed
goederen verkopen als de pandgever in
verzuim
De situatie dat, en de periode waarin een schuldenaar nalaat een opeisbare prestatie te verrichten.
» Meer over verzuim
verzuim is. Maar op welke wijze de verkoop dient te geschieden, kan tot discussie leiden. Zeker als de pandgever failliet gaat en een
curator
Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator de zaken onderzoekt. Heeft de pandhouder rechtmatig gehandeld of is er sprake van een paulianeuze transactie? Advocaat Hidde Reitsma, gespecialiseerd in financiële zekerheden, bespreekt een recent arrest van de Hoge Raad (HR 14 februari 2014, JOR 2014/118, Feenstra q.q. / ING) hierover.
Een ondernemer had een kredietovereenkomst gesloten met ING bank en had een faciliteit van € 400.000 tegen een
verpanding
Verpanding is het vestigen van een pandrecht op een goed.
» Meer over verpanding
verpanding van o.m. zijn voorraden. De zaken liepen niet goed en de ondernemer heeft de bank laten weten dat hij zijn onderneming gaat staken. Op grond van de Algemene Kredietvoorwaarden mag de bank in zo een geval de kredietrelatie met onmiddellijke ingang opzeggen. Dit heeft de bank ook gedaan en vervolgens heeft zij het krediet opgeëist. Omdat de ondernemer dit krediet niet kon terugbetalen, was de bank bevoegd de afgifte van de aan haar verpande goederen te vorderen en deze te verkopen teneinde de schuld af te betalen.
De bank heeft de ondernemer echter de gelegenheid gegeven om door middel van een (opheffings)uitverkoop de voorraad te verkopen en een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst te realiseren. Wel onder de voorwaarde dat de opbrengsten op zijn bankrekening zullen worden afgedragen. De ondernemer heeft vervolgens zijn resterende voorraad verkocht en de totale opbrengst van € 120.000 is op zijn bankrekening gezet. Vervolgens heeft de bank het negatieve kredietsaldo hiermee verrekend. De ondernemer is niet lang hierna failliet gegaan.
In een door de curator aangespannen rechtszaak is de vraag of de handelswijze van de bank in strijd is met de Faillissementwet. Mag de bank haar vordering op deze wijze
verrekening
Het tegen elkaar wegstrepen van schulden over en weer waardoor een verbintenis teniet gaat.
» Meer over verrekening
verrekening met het positieve saldo op de bankrekening? De vraag wordt na lang procederen uiteindelijk aan de Hoge Raad voorgelegd. De Hoge Raad stelt voorop dat wanneer een schuldenaar in verzuim is, een pandhouder bevoegd is om het verpande goed te verkopen en op de opbrengst daarvan het hem verschuldigde te verhalen. De hoofdregel is dat deze verkoop in het openbaar geschiedt (bij openbare
veiling
Een openbare verkoop.
» Meer over veiling
veiling of executieverkoop) maar onderhandse verkoop is ook mogelijk. Volgens vaste jurisprudentie mag een pandhouder ook met de pandgever overeenkomen dat de onderhandse verkoop door de pandgever zal geschieden.
In deze zaak is dit laatste aan de hand: de bank, de pandhouder, heeft de ondernemer, de pandgever, de verpande goederen laten verkopen. De opbrengsten hiervan kwamen aldus ten behoeve van de pandhouder. De opbrengsten moeten worden aangemerkt als executieopbrengst en de verrekening van de kredietschuld met het positieve saldo op de bankrekening valt nog onder de bevoegde executiehandeling van de bank. De bank heeft aldus rechtmatig gehandeld.
Een taak van de curator is om te onderzoeken of er voorafgaand aan een faillissement paulianeuze handelingen zijn verricht door de gefailleerde en crediteuren. Zo is het niet toegestaan om vlak voor een faillissement eigendommen voor een correcte verkoopprijs te verkopen aan een crediteur en de koopsom vervolgens te verrekenen met diens vordering op de onderneming. De koopsom is dan immers niet ten gunste van de gemeenschappelijke crediteuren komen te staan, maar alleen de koper van die betreffende activa heeft nog iets teruggekregen. Een curator zal daarom doorgaans (grote) transacties die hebben plaatsgevonden voor het faillissement tegen het licht houden.