De relatieve werking van de pauliana kan met zich meebrengen dat niet altijd op informatie uit het kadaster kan worden vertrouwd. Advocaat insolventierecht en
curator
Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator Sander Schouten legt aan de hand van een recente uitspraak uit hoe dit mogelijk is.
In sommige gevallen kan een schuldeiser die door een
rechtshandeling
Een rechtshandeling is een feitelijke handeling met rechtsgevolg.
» Meer over rechtshandeling
rechtshandeling tussen zijn schuldenaar en een derde in zijn verhaalsmogelijkheden wordt benadeeld, de betreffende rechtshandeling vernietigen. Dit wordt “
actio pauliana
De mogelijkheid van een schuldeiser of een curator om een benadelende rechtshandeling te vernietigen.
» Meer over actio pauliana
actio pauliana” genoemd. Deze vernietigingsactie speelt vooral bij (aanstaande) faillissementen, maar kan in principe te allen tijde worden gedaan. De pauliana heeft een relatieve werking.
De relatieve werking van de pauliana wil zeggen dat op de vernietiging slechts een beroep kan worden gedaan door de schuldeiser die de pauliana met succes heeft ingeroepen, en dat de vernietiging geen verder effect heeft dan nodig is om de door deze schuldeiser ondervonden benadeling op te heffen. Hoe die relatieve werking kan uitpakken wordt goed weergegeven in een zaak die onlangs speelde bij het Gerechtshof Amsterdam.
Y was verwikkeld in een procedure met een opdrachtgever die schadevergoeding van hem wilde in verband met
wanprestatie
Niet nakomen van verplichtingen uit overeenkomst maakt schadeplichtig.
» Meer over wanprestatie
wanprestatie. Hangende die procedure verkoopt Y zijn
onroerende zaak
Onroerend zaken zijn o.m. de grond en gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd.
» Meer over onroerende zaak
onroerende zaak aan X. De opdrachtgever van Y riep vervolgens met succes de pauliana van artikel 3:45 BW in, waardoor de koop en levering van de onroerende zaak aan X vernietigd werd. Na die vernietiging vestigde Y ten gunste van X op diezelfde onroerende zaak een recht van eerste hypotheek. De opdrachtgever vorderde in een andere procedure rondom die hypotheekvestiging vervolgens ook weer vernietiging.
Vanwege de relatieve werking van de pauliana kon de opdrachtgever dus nog verhaal nemen op de ten aanzien van hem niet aan X verkochte en geleverde onroerende zaak. Dat kwam in het voorkomend geval neer op de waarde van het pand min de aan de oorspronkelijk hypotheekhouder en eerdere beslagleggers toekomende bedragen. In de relatie tussen opdrachtgever en Y gold, vanwege de relatieve werking van de pauliana, namelijk dat de onroerende zaak nog aan Y toebehoorde.
In de relatie tussen Y en X bleef de onroerende zaak (gelet op de relatieve werking waardoor de vernietiging alleen ten aanzien van de schuldenaar die de pauliana inroept werkt) echter wel gewoon verkocht en geleverd. Y kon, immers na levering aan X was Y beschikkingsonbevoegd geworden, geen hypotheek op dit aan hem niet toebehorende pand vestigen. Het feit dat het kadaster na de vernietiging van de koop en levering van de onroerende zaak, Y weer als eigenaar had ingeschreven, maakte dit ook niet anders. Vervolgens oordeelde het hof in deze procedure dat indien Y geen hypotheek op het pand had kunnen vestigen, de opdrachtgever van Y van die hypotheekvestiging dus ook niet de vernietiging kon vorderen. Y stond in het kadaster weliswaar aangegeven als (beschikkingsbevoegde) eigenaar, maar die inschrijving bracht volgens het hof geen rechtsgevolgen met zich mee. Er was zo bezien door Y dus helemaal geen hypotheek gevestigd, omdat Y de onroerende zaak daarvoor al aan X had verkocht.