In het kader van de bestrijding van faillissementsfraude is op 1 juli 2016 de Wet civielrechtelijk bestuursverbod in werking getreden. Met deze wet is (onder meer) artikel 106a tot en met artikel 106e Faillissementswet ingevoerd. Op basis van de betreffende artikelen kan een
curator
Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator of het Openbaar Ministerie een civielrechtelijk bestuursverbod vorderen van maximaal vijf jaar als bestuurders zich schuldig maken aan faillissementsfraude of wangedrag hebben vertoond in aanloop naar een faillissement. Insolventieadvocaat Marco Guit legt uit.
Als een bestuursverbod door de civiele rechter wordt opgelegd kan dit verbod, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden, worden opgenomen in het openbare overzicht dat door de
Kamer van Koophandel
Een publieke instelling gericht op advisering en ondersteuning van ondernemers en beheerder van het Handelsregister.
» Meer over kamer van Koophandel
Kamer van Koophandel online wordt bijgehouden. In dit overzicht staan de namen van de betreffende personen genoemd en is de duur van het verbod opgenomen tezamen met een link naar de gerechtelijke uitspraak. De Kamer van Koophandel kan tevens overgaan tot het uitschrijven van de betreffende bestuurders bij andere vennootschappen.
Een bestuursverbod kan worden opgelegd als onherroepelijk vast komt te staan dat een bestuurder:
– voor zijn handelen of nalaten aansprakelijk is op grond van artikel 2:138 of 2:248 BW (onbehoorlijk bestuur);
-doelbewust namens de
rechtspersoon
Het BW kent geen algemene definitie van rechtspersoon.
» Meer over rechtspersoon
rechtspersoon rechtshandelingen heeft verricht, toegelaten of mogelijk heeft gemaakt waardoor schuldeisers aanmerkelijk zijn benadeeld, en die op grond van artikel 42 of 47 Faillissementswet zijn vernietigd;
-in ernstige mate tekort is geschoten in de nakoming van zijn informatie- of medewerkingsverplichtingen jegens de curator;
-hetzij als zodanig, hetzij als natuurlijke persoon handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf, ten minste tweemaal eerder betrokken was bij een faillissement van een rechtspersoon en hem daarvan een persoonlijk verwijt treft;
-een boete wegens een vergrijp als bedoeld in de artikelen 67d, 67e of 67f van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is opgelegd.
Inmiddels staan er enkele namen op de openbare lijst van de Kamer van Koophandel. Toekomstige rechtspraak zal moeten gaan uitwijzen hoe de nieuwe wetgeving in de praktijk vorm zal krijgen.