Wel of niet failliet, het moet de schuldenaar in de zaak die recent voorlag bij de Hoge Raad inmiddels duizelen. Zijn faillissement werd in
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep teruggedraaid tot de Hoge Raad toch anders besloot en het vonnis van het hof vernietigde. Insolventieadvocaat Sander Schouten bespreekt de zaak.
Een man wordt op verzoek van een bank in staat van faillissement verklaard. Er is voldaan aan de voorwaarden voor faillietverklaring. Naast het bestaan van een vordering van de bank wordt aangetoond dat de man in een toestand verkeerd dat hij is opgehouden te betalen en dat hij meer dan één schuldeiser onbetaald laat (het pluraliteitsvereiste).
Failliet laat het er niet bij zitten en stelt hoger beroep in tegen het faillissementsvonnis. Tijdens de behandeling van het hoger beroep beoordeelt het hof opnieuw of op dat moment (nog) wordt voldaan aan alle vereisten voor een faillissement.
Gefailleerde kan tijdens de behandeling van het hoger beroep aantonen dat hij, met uitzondering van de bank, alle andere schuldeisers heeft voldaan of dat met hen een betalingsregeling is getroffen. De afspraken met schuldeisers zijn echter gemaakt op voorwaarde dat het faillissement wordt vernietigd. De zus van gefailleerde stelt een geldbedrag ter
beschikking
Uitspraak in een verzoekschriftprocedure
» Meer over beschikking
beschikking waaruit de afspraken en de kosten van de curator kunnen worden voldaan. Het hof oordeelt dat er niet langer sprake is van de vereiste pluraliteit en vernietigt het faillissement.
Maar nu is de bank ook wakker. Zij is het oneens met de vernietiging van het faillissementsvonnis door het hof en stelt
cassatie
Het beroep dat tegen een arrest van het Hof kan worden ingesteld bij de Hoge Raad
» Meer over cassatie
cassatie in bij de Hoge Raad. De bank voert onder meer aan dat het hof ten onrechte heeft geconcludeerd dat er geen sprake meer was van pluraliteit. Hoewel er namelijk regelingen met alle schuldeisers (met uitzondering van de bank) waren getroffen, waren die afspraken nog niet nagekomen. Dat zou pas plaatsvinden als vernietiging van het faillissement door het hof zou plaatsvinden.
De bank stelt om die reden dat er op het moment dat het hof een oordeel moest uitspreken, er naast de bank nog meerdere schuldeisers bestonden. Er was om die reden wel sprake van pluraliteit en daarom wel voldaan aan de vereisten voor een faillietverklaring, aldus de bank.
De Hoge Raad gaat in cassatie mee in het betoog van de bank en stelt vast dat er geen sprake was van pluraliteit ten tijde van de beoordeling door het hof. De Hoge Raad stelt echter vast dat het hof desondanks (ten onrechte) niet is toegekomen aan het andere vereiste; de beoordeling of ook sprake was van een situatie waarin de man was opgehouden te betalen. Het is om deze reden dat de Hoge Raad het vonnis van het hof vernietigt en voor een nieuwe beoordeling verwijst naar een ander gerechtshof. De man is met vernietiging van het arrest toch weer failliet en moet het oordeel van het nieuwe hof afwachten.