In een recent geschil tussen een
curator
Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator en een bank probeert de bank de Hoge Raad terug te laten komen op zijn eerder ingenomen standpunten in het arrest Huijzer q.q./Rabobank. In het arrest gaat de Hoge Raad niet alleen in op het zogenoemde fixatiebeginsel, maar ook op de vraag vanaf welk moment de bank in een rekening-courantverhouding verplicht is over te gaan tot betaling als daartoe
opdracht
De overeenkomst waarbij iemand anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst diensten verrichten voor een opdrachtgever.
» Meer over opdracht
opdracht wordt gegeven. Advocaat insolventierecht Hidde Reitsma legt uit.
De (middellijk) bestuurder van een vennootschap heeft de bank op enig moment opdracht gegeven haar bankrekening te blokkeren voor uitgaande betalingen. Drie dagen later wordt de vennootschap op eigen aangifte in staat van faillissement verklaard. Enkele uren voor het uitspreken van het faillissement heeft de bestuurder van de vennootschap de bank verzocht om de blokkade op de bankrekening op te heffen en wordt voor een aanzienlijk bedrag aan (loon) betalingen gedaan. De bank heeft de betalingsopdrachten uitgevoerd. Als gevolg van de afschrijvingen vertoonde de rekening op de datum van faillissement een debetsaldo. De curator vordert van de bank betaling van het bedrag dat de boedel door de betalingen heeft misgelopen.
De curator stelt dat de vennootschap op grond van artikel 23 Faillissementswet (Fw) niet meer bevoegd was om over het tegoed te beschikken. Op grond van het fixatiebeginsel is de schuldenaar immers beschikkingsonbevoegd vanaf 00:00 uur op de dag van de faillietverklaring. De bank stelt zich op het standpunt dat zij op grond van artikel 52 Fw bevrijdend heeft betaald, omdat zij ten tijde van de betaling niet bekend was met het faillissement.
Arikel 52 Fw bepaalt dat degene die een schuld voldoet aan de failliet nà het uitspreken van het faillissement, maar vóór de bekendmaking daarvan, bevrijdend heeft betaald als hij niet bekend was met het faillissement. Voor een geldig beroep op dit artikel is vereist dat de betaling geschiedt ter nakoming van een verbintenis die voor het faillissement al bestond. In de jurisprudentie is in het verleden aan de orde geweest of een bank zich op dit artikel kan beroepen indien de bank een betaling heeft verrricht in opdracht van een failliete rekeninghouder. In het arrest Huijzer q.q./Rabobank heeft de Hoge Raad bepaald dat de verbintenis tot het doen van een betaling voor een bank pas ontstaat op het moment dat de rekeninghouder een door de bank aanvaarde concrete betalingsopdracht verstrekt. Pas vanaf dat moment is de bank verplicht om de concrete betalingsopdracht uit te voeren en gerechtigd het creditsaldo met een corresponderend bedrag te verminderen. De bank stelt zich in deze zaak op het standpunt dat de omstandigheid dat de rekening-courantverhouding tussen de bank en de failliet al bestond voor het faillissement, met zich meebrengt dat sprake is van een voor de faillietverklaring bestaande verbintenis als bedoeld in artikel 52 Fw.
In het arrest van 23 maart 2012 bekrachtigt de Hoge Raad het eerder door haar ingenomen standpunt. Hij overweegt hierbij dat een rekening-courantverhouding met een bank weliswaar tot gevolg heeft dat de bank een eventueel creditsaldo ten gunste van de rekeninghouder op ieder tijdstip verschuldigd is, maar dat dit niet betekent dat er daarom een verbintenis tot betaling voor de bank bestaat. Het verschuldigd zijn van het creditsaldo houdt slechts in dat de bank het creditsaldo voor de rekeninghouder ter
beschikking
Uitspraak in een verzoekschriftprocedure
» Meer over beschikking
beschikking moet houden, zodat de rekeninghouder op ieder gewenst tijdstip over het saldo kan beschikken. Er bestaat echter nog geen verbintenis tot uitbetaling voor de bank. Deze verbintenis ontstaat pas wanneer de rekeninghouder een concrete opdracht heeft verstrekt om een betaling ten laste van het saldo uit te voeren. De bank is dan ook gehouden het door de curator gevorderde bedrag aan de boedel te voldoen.
De advocaten van AMS Advocaten worden regelmatig aangesteld als curator in faillissementen of als bewindvoerder in surseances van betaling. Onze advocaten hebben dan ook veel ervaring met het faillissementsrecht en zijn goed in staat om schuldeisers bij te staan die een geschil hebben met een bestuurder van een failliete vennootschap of met een curator.