Vooral bij duurovereenkomsten (zoals een distributieovereenkomst) kom je het tegen: de insolventieclausule. Hierin wordt geregeld wat met de
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst gebeurt als één van beide partijen failliet gaat. Zo kan zijn afgesproken dat in geval van surseance of faillissement, de
wederpartij
De tegenpartij in een procedure of de partij met wie een contract is gesloten.
» Meer over wederpartij
wederpartij de overeenkomst direct kan beëindigen. Soms is zelfs bepaald dat dit van rechtswege geschiedt. De regeling biedt helderheid voor de contractpartijen maar de keerzijde is dat andere crediteuren bij het faillissement kunnen worden benadeeld. Advocaat insolventierecht Hidde Reitsma bespreekt een recent arrest over dit onderwerp.
In deze zaak ging het om een geschil tussen de curatoren van de failliete witgoedketen Megapool en kredietverschaffer Laser. Megapool had met Laser een overeenkomst gesloten op grond waarvan consumenten in staat werden gesteld om bij financiering van aankopen bij Megapool gebruik te maken van kredietfaciliteiten van Laser. Consumenten waren bij gebruik van deze kredietmogelijkheid verplicht de koopsom binnen 6 maanden aan Laser te voldoen. Voor de kredietfaciliteit bracht Laser aan de
consument
Een natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
» Meer over consument
consument een ‘transactie-fee’ in rekening ter hoogte van 3,25%. Dit bedrag werd in mindering gebracht op het aankoopbedrag dat Laser aan Megapool moest voldoen. Als de consument het aankoopbedrag niet binnen 6 maanden aan Laser had voldaan, was hij verplicht om een lening af te sluiten bij Laser met een looptijd van maximaal drie jaar. In dat geval ontving Megapool “uitloopprovisie” van Laser.
In de overeenkomst is een insolventiebeding opgenomen waarin is bepaald dat bij faillissement van een contractspartij de overeenkomst door de wederpartij mag worden beëindigd en dat er alsdan geen recht meer op provisie bestaat. Megapool gaat in 2004 failliet en Laser beëindigt conform het insolventiebeding de overeenkomst. De curatoren van Megapool maken bezwaar en dagvaarden Laser in een civiele procedure. Zij stellen zich op het standpunt dat het beding onredelijk is. Immers, het faillissement heeft door het beding tot gevolg dat Laser niet langer de uitloopprovisie is verschuldigd terwijl Megapool wel al de tegenprestatie heeft verricht (namelijk het aanbrengen van een consument die een kredietovereenkomst aangaat). Door het beding wordt de boedel dus actief onthouden dat Megapool toekwam. Dit gaat ten koste van de overige schuldeisers, aldus de curatoren.
De Hoge Raad stelt voorop dat een insolventiebeding op grond waarvan een wederpartij de overeenkomst kan opzeggen en niet meer hoeft te presteren terwijl deze partij al wel de tegenprestatie van de failliete partij heeft ontvangen, een onaanvaardbare inbreuk kan opleveren op het Faillissementsrecht. Maar, zo overweegt de Hoge Raad, in dit geval is het wegvallen van de uitloopprovisie redelijk omdat de prestatie van Megapool niet alleen zag op het aanbrengen van nieuwe kredietnemers (zoals de curatoren betoogden), maar ook op bemiddelende en administratieve werkzaamheden. Nu Megapool failliet is zal zij deze prestatie niet meer kunnen verrichten, terwijl Laser een hoger risico op niet-betalende klanten loopt omdat deze klanten mogelijk problemen kunnen ondervinden met de levering of garanties van hun bij Megapool aangeschafte producten. Laser heeft juist gehandeld.