Artikel 2:247 BW schrijft voor dat rechtshandelingen tussen een vennootschap en haar aandeelhouder schriftelijk dienen te worden vastgelegd. Insolventierecht advocaat Hidde Reitsma legt uit wat de gedachte achter deze wetsbepaling is. En hij illustreert aan de hand van een uitspraak wat de gevolgen kunnen zijn als niet aan deze eis wordt voldaan.
De achterliggende gedachte achter 2:247 BW is dat intercompany rechtshandelingen (van de ene vennootschap binnen een concern/groep naar een andere) soms ten nadele van de vennootschap kunnen strekken omdat, met name bij dat soort transacties, het belang van de vennootschap niet altijd voorop staat. Door de eis te stellen dat deze rechtshandelingen schriftelijk moeten worden vastgelegd kan achteraf door een
curator
Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator (als de vennootschap failleert) de inhoud van de
rechtshandeling
Een rechtshandeling is een feitelijke handeling met rechtsgevolg.
» Meer over rechtshandeling
rechtshandeling nog goed worden vastgesteld. Dat is van belang omdat een curator zal moeten kunnen vaststellen of er door de rechtshandeling geen schuldeisers zijn benadeeld. Als schuldeisers zijn benadeeld kan de curator de rechtshandeling eventueel vernietigen op grond van de faillissementspauliana.
Als de rechtshandeling niet schriftelijk is vastgelegd kan deze door de curator ten behoeve van de vennootschap worden vernietigd. Dat kan grote gevolgen met zich meebrengen. Dat wat bijvoorbeeld geleverd is kan moeten worden teruggeven en er kan een plicht tot schadevergoeding bestaan. De eis van schriftelijkheid geldt echter niet altijd. Als het gaat om rechtshandelingen die onder de gewone bedrijfsuitoefening vallen hoeft schriftelijk vastleggen weer niet. In de rechtspraak is onder meer vastgelegd dat het een aanhouden van een reguliere rekening-courant verhouding valt onder gewone bedrijfsuitoefening. Die hoeft alsdan dus niet per se schriftelijk te zijn vastgelegd.
Een uitspraak uit 2014 van de rechtbank Limburg illustreert goed hoe de werking van artikel 2:247 BW kan uitpakken. Een vennootschap verkocht haar wagenpark aan haar aandeelhouder zonder deze verkoop schriftelijk vast te leggen. Voor de curator was dus niet goed vast te stellen of de transactie wel zakelijk was geweest, en of daar geen schuldeisers mee waren benadeeld. Toen de vennootschap kort daarop failleerde vernietigde de curator de rechtshandeling. De auto’s moesten terug naar de vennootschap die ze oorspronkelijk in
eigendom
Het het meest omvattende recht dat men op een zaak kan hebben. Eigendom is het recht om over een zaak (stuk grond, voorwerp, hoeveelheid geld enz.) naar eigen goeddunken te beschikken.
» Meer over eigendom
eigendom had en voor zover dat niet meer mogelijk was moest er schadevergoeding worden betaald. Het is bij intercompany transacties dus van belang deze goed vast te leggen.