Op 15 januari 2025 oordeelde de rechtbank Amsterdam dat een
regresvordering
Vordering tot verhaal op een medeschuldenaar.
» Meer over regresvordering
regresvordering die ontstaat door betaling na homologatie van een WHOA-akkoord wél op een schuldenaar kan worden verhaald als die regresvordering is versterkt met een zekerheidsrecht.
In de zaak die tot dit vonnis leidde speelde het volgende. Drie B.V.’s van hetzelfde concern exploiteren ieder een restaurant, waarvoor ieder van hen een
bedrijfsruimte
Een gebouwde onroerende zaak bestemd voor de uitoefening van een winkelbedrijf, horeca of ambachtsbedrijf en waar een voor het publiek toegankelijke ruimte aanwezig is voor rechtstreekse levering van roerende zaken of voor dienstverlening.
» Meer over bedrijfsruimte
bedrijfsruimte huurde (hierna: de restaurants). Ten behoeve van de verhuurders van die locaties had ABN AMRO
bankgarantie
De garantstelling van een bank om een geldbedrag aan de begunstigde uit te keren als de wederpartij niet nakomt of niet betaalt.
» Meer over bankgarantie
bankgaranties afgegeven. De restaurants hadden op hun beurt contragaranties afgegeven en tot
zekerheidsrecht
Zakelijke rechten die strekken tot ter zekerheid van een vordering, zoals pand en hypotheek.
» Meer over zekerheidsrecht
zekerheid van hun betalingsverplichtingen onder die contragaranties bedragen op geblokkeerde bankrekeningen bij ABN AMRO gestort. Deze creditsaldo zijn verpand aan ABN AMRO.
In 2023 hebben de restaurants akkoorden aangeboden onder de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). In het kader van die WHOA-procedure heeft de rechtbank in een aspectenbeslissing geoordeeld dat ABN AMRO haar regresvordering(en) niet op de restaurants zou kunnen verhalen als ABN AMRO na de homologatie van het akkoord onder de bankgaranties zou moeten uitkeren.
De WHOA-akkoorden zijn uiteindelijk niet door de rechtbank gehomologeerd, omdat de restaurants daar niet om hebben verzocht – mogelijk omdat alle stemgerechtigden met de akkoorden hadden ingestemd.
Na de totstandkoming van de akkoorden hebben de verhuurders een beroep gedaan op de bankgaranties. ABN AMRO heeft daaronder uitbetaald en zich verhaald op het geblokkeerde creditsaldo.
In deze procedure vorderen de restaurants vrijgave van het creditsaldo dat zij voor de contragaranties op een geblokkeerde bankrekening hebben gestort en ten behoeve van ABN AMRO hebben verpand. Daardoor wordt de vraag die in de aspectenbeslissing aan de orde kwam (kan ABN AMRO zich op de creditsaldo verhalen als zij na homologatie van het akkoord moet betalen onder de bankgaranties), nogmaals aan de rechtbank voorgelegd.
Allereerst oordeelt de rechtbank dat ABN AMRO niet gebonden is aan de aspectenbeslissing, omdat – hoewel zij haar zienswijze heeft gegeven in de zin van art. 379 lid 8 en 9 Fw – zij op dat moment geen schuldeiser of aandeelhouder van de restaurants was. ABN AMRO had immers nog niet uitgekeerd onder de bankgaranties. Volgens de rechtbank valt ABN AMRO daarmee buiten de categorie van partijen voor wie de aspectenbeslissing bindend is. Zij heeft om diezelfde reden ook niet over het akkoord kunnen stemmen en/of zich tegen de homologatie kunnen verzetten.
Daarna komt de rechtbank toe aan beantwoording van de inhoudelijke vraag: mag ABN AMRO zich voor haar regresvordering verhalen op de het creditsaldo? Het antwoord luidt: ja, dat mag, omdat het regresverbod in art. 370 lid 2 Fw niet geldt voor vorderingen die versterkt zijn met een zekerheidsrecht (in dit geval: het
pandrecht
Een pandrecht is een beperkt recht strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen.
» Meer over pandrecht
pandrecht op het creditsaldo).
De rechtbank zoekt aansluiting bij art. 136 lid 2 sub c Fw en wijst op de achtergrond van die bepaling: concurrente crediteuren ondervinden geen nadeel van verhaal door een zekerheidsgerechtigde, omdat de verpande zaken niet beschikbaar waren voor verhaal door hen en dat na uitwinning door de zekerheidsgerechtigde nog steeds niet zijn. De rechtbank wijst verder op het no creditor worse off principe, dat erop neerkomt dat een schuldeiser niet slechter af mag zijn met het akkoord dan in faillissement. In faillissement had ABN AMRO zich als separatist op het creditsaldo kunnen verhalen en het is dus niet gerechtvaardigd als zij dat na homologatie van een WHOA-akkoord niet meer zou kunnen.
Deze uitspraak is goed nieuws voor banken, die regelmatig bankgaranties verstrekken en daarbij contragaranties verlangen in de vorm van een geblokkeerd creditsaldo dat ten behoeve van de bank wordt verpand.
De bank kan in theorie nog steeds in de problemen komen, bijvoorbeeld als de schuldenaar failliet gaat en de
bankgarantie
De garantstelling van een bank om een geldbedrag aan de begunstigde uit te keren als de wederpartij niet nakomt of niet betaalt.
» Meer over bankgarantie
bankgarantie ook strekt tot dekking van leegstandschade. Als de verhuurder in dat geval voor die schade een beroep doet op de bankgarantie, moet de bank uitkeren. De bank kan zich vervolgens echter niet op het creditsaldo verhalen, omdat die regresvordering niet kan worden uitgeoefend jegens de failliete boedel van de huurder. Het is overigens de
curator
Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator die zich tegen verhaal door de bank moet verzetten. Als de curator dit niet doet, kan hij zich vervolgens niet op het standpunt stellen dat de verhuurder ongerechtvaardigd is verrijkt. In de praktijk hebben banken dit risico beperkt door geen bankgaranties te verstrekken voor leegstandschade.
AMS advocaten heeft ruime ervaring met regresvorderingen, bankgaranties, al dan niet in combinatie met een WHOA-akkoord en/of faillissement. Heeft u een vergelijkbare kwestie of vragen over dit onderwerp? De gespecialiseerde insolventierecht advocaten adviseren u graag. Neem contact op met Marleen Jonckers of één van onze andere insolventierecht advocaten.