Een onderneming verliest na faillietverklaring (met terugwerkende kracht) de beheers- en beschikkingsbevoegdheid over het ondernemingsvermogen. Deze bevoegdheden komen vanaf dat moment toe aan de
curator
Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator. Eventueel kan ter vernietiging van een faillietverklaring een rechtsmiddel worden ingesteld. In de periode tussen vernietiging van de faillietverklaring en het onherroepelijk worden daarvan kunnen door de curator nog wel handelingen zijn verricht. De Hoge Raad moest onlangs antwoord geven op de vraag of een curator gedurende deze periode nog wel bevoegd is. Advocaat Insolventierecht Hidde Reitsma licht de uitspraak toe.
Een failliet kan tegen zijn faillietverklaring verschillende rechtsmiddelen instellen. Het instellen van
verzet
De gedaagde die door de rechter bij verstek is veroordeeld, kan daar in verzet tegen komen.
» Meer over verzet
verzet is hier een voorbeeld van. Dit is slechts mogelijk wanneer de failliet bij de mondelinge behandeling van zijn faillissementsaanvraag niet is verschenen, en het faillissement is uitgesproken. De termijn voor het instellen van verzet bedraagt in beginsel veertien dagen. Is de failliet wel verschenen, dan kan hij tegen de faillietverklaring
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep instellen. De termijn voor het instellen van hoger beroep bedraagt acht dagen.
Indien de rechter overgaat tot vernietiging van de faillietverklaring heeft dat tot gevolg dat de schuldenaar geacht wordt nooit failliet te zijn geweest. De curator zal echter in de periode rondom de vernietiging wel (rechts)handelingen hebben verricht, dit roept de vraag op of de schuldenaar hieraan gehouden kan worden. Uit de wet blijkt dat voor handelingen die door de curator zijn verricht vóór vernietiging geldt dat deze geldig en verbindend zijn voor de schuldenaar. Over handelingen verricht ná vernietiging, maar vóór het verstrijken van de termijn waarbinnen een rechtsmiddel kan worden ingesteld, schrijft de Faillissementswet niets en heeft de Hoge Raad zich onlangs uitgelaten.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat (rechts)handelingen van de curator verricht ná vernietiging van de faillietverklaring, maar vóór het onherroepelijk worden van deze vernietiging geldig en verbindend zijn voor de schuldenaar. Deze tussenperiode bedraagt in de regel acht dagen, dit is slechts anders indien er daadwerkelijk een rechtsmiddel tegen de vernietiging wordt ingesteld. In laatstgenoemd geval bedraagt de tussenperiode de duur van de beroepsprocedure.
De handelingen van de curator kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor zowel schuldenaar als schuldeisers en belanghebbende(n). Daarom verdient het volgens de Hoge Raad opmerking dat van een curator mag worden verwacht dat in een situatie waarin het vonnis tot faillietverklaring is vernietigd, maar deze vernietiging nog niet onherroepelijk is geworden, terughoudendheid van zijn bevoegdheid mag worden verwacht.
Indien de gevolgen van het uitoefenen van een bevoegdheid onomkeerbaar zijn dient deze uitoefening te worden beperkt tot gevallen waarin het belang van de boedel om die handeling vraagt, en uitstel niet kan worden geduld.
Het is dus goed om u te realiseren dat ook ná vernietiging van uw faillietverklaring, maar vóór het onherroepelijk worden van deze vernietiging de curator nog handelingsbevoegd is en u in beginsel aan deze (rechts)handelingen bent gebonden. Daarbij geldt wel dat van de curator mag worden verwacht dat hij van deze bevoegdheid terughoudend gebruik maakt.