De faillissementsaanvraag heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld als een geducht incassomiddel. Dat een faillissementsaanvraag niet in alle gevallen het juiste incassomiddel is blijkt uit een zaak die onlangs speelde bij de rechtbank Den Haag. Advocaat insolventierecht Sander Schouten bespreekt de uitkomst van een verzoek tot faillietverklaring dat daar onlangs diende.
De wet bepaalt dat voor een faillietverklaring is vereist dat summierlijk blijkt van omstandigheden die aantonen dat de schuldenaar verkeert in de toestand te zijn opgehouden met betalen. Om deze toestand te kunnen aannemen moet volgens vaste rechtspraak voldaan zijn aan twee voorwaarden:
1. Er moet sprake zijn van meer dan één schuldeiser en de schuldenaar betaalt niet meer;
2. Bij een verzoek om faillietverklaring door een schuldeiser is daarnaast ook vereist dat het vorderingsrecht van de aanvrager uit een simpel onderzoek moet kunnen blijken.
In dit geval ging het om een man die kennelijk geen kinderalimentatie betaalde. Op het moment dat de advocaat van de vrouw het
verzoekschrift
Zaken die niet met een dagvaarding beginnen, worden ingeleid met een verzoekschrift. De wet verbindt een aantal minimumvereisten aan de inhoud van een verzoekschrift.
» Meer over verzoekschrift
verzoekschrift tot faillietverklaring indiende had de vrouw namelijk een vordering uit hoofde van kinderalimentatie van (slechts) € 125,86. Voorafgaand aan de zitting had de man het grootste gedeelte van de vordering overigens voldaan zodat tijdens de zitting nog een vordering van slechts € 2,79 resteerde. De man betaalde de vrouw dit bedrag met klinkende munt op de zitting.
Ondanks het feit dat de hele vordering dus ter zitting was voldaan en partijen dat als zodanig ook erkende weigerde de vrouw het faillissementsverzoek in te trekken en wilde zij het verzoek aanhouden om te zien of man ook aan zijn toekomstige verplichtingen zou voldoen. De rechtbank maakte met dat verzoek korte metten en stelde vast dat de faillissementsaanvraag nodeloos was gehandhaafd.
Gelet op de houding van de vrouw in de hele procedure (zij vroeg faillissement aan voor een vordering van slechts € 125,86 en zij handhaafde nodeloos het verzoek tot faillietverklaring) veroordeelde de rechtbank de vrouw daarnaast ambtshalve tot betaling in de proceskosten van de man. AMS Advocaten heeft veel ervaringen met dergelijke procedures. Overweegt u een vordering te incasseren door middel van een faillissementsaanvraag of wordt u geconfronteerd met een tegen u gerichte faillissementsaanvraag dan kunt u daarvoor met een van onze advocaten contact opnemen.