Op het internet zijn veel foto’s beschikbaar. Soms worden deze zonder toestemming en/of bronvermelding overgenomen op eigen websites of socialmediapagina’s. In zo’n geval kan er een geschil ontstaan over de vraag of er inbreuk is gemaakt op de auteursrechten op de foto. Wanneer kunnen er eigenlijk auteursrechten op een foto worden geclaimd? Advocaat Hidde Reitsma bespreekt dit aan de hand van een recente uitspraak.
Het geschil in deze zaak speelt zich af tussen een reisorganisatie en een Amerikaanse onderneming. De Amerikaanse onderneming biedt via het internet foto’s aan van een Amerikaanse fotograaf. Die foto’s kunnen worden gekocht of er kan tegen betaling een gebruiksrecht(licentie) worden verkregen. De fotograaf heeft via een
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst zijn auteursrechten op de foto’s overgedragen aan de Amerikaanse onderneming.
De Amerikaanse onderneming spreekt vervolgens een Nederlandse reisorganisatie aan op het feit dat er zonder toestemming een van de foto’s, te weten een luchtfoto van een landgoed, is verwerkt in een slideshow op de eigen website. De reisorganisatie betwist dat er auteursrechten kunnen worden geclaimd op de luchtfoto en betaalt niets. De Amerikaanse onderneming start een
bodemprocedure
De gerechtelijke procedure waarin een geschil definitief wordt beslist.
» Meer over bodemprocedure
bodemprocedure en vordert daarin een schadevergoeding van ruim € 20.000.
De kantonrechter oordeelt allereerst dat de foto wél voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, nu voldoende is gesteld dat sprake is van op de foto waarneembare creatieve keuzes van de Amerikaanse fotograaf. Die creatieve keuzes zijn zichtbaar in de compositie, kadering, wijze van belichting en vooral in de nabewerking. Door de foto zonder toestemming te gebruiken, heeft de reisorganisatie inbreuk gemaakt op dat recht.
Voor het vaststellen van een schadevergoeding, overweegt de kantonrechter, is niet van belang wat men voor een foto vraagt. Het is vooral van belang wat men krijgt, rekening houdend met de aard en de omvang van de bedrijfsvoering van de gebruiker. Het gaat om de reële marktwaarde. De hoogte van de schadevergoeding begroot de kantonrechter vervolgens op € 1.750, omdat de Amerikaanse onderneming er niet in is geslaagd de gestelde hoogte van de schade genoegzaam te onderbouwen. Voor boetes of verhogingen van de gebruikelijke licentievergoeding is geen plaats, nu die niet vooraf zijn overeengekomen.
Beide partijen maken in
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep bezwaar tegen onderdelen van de uitspraak van de kantonrechter. Zo vindt de reisorganisatie dat er aan de compositie en kadering van vaste locaties, zoals een gebouw en tuin, niets noemenswaardig kan worden veranderd (hooguit in- of uitzoomen) en dat het vergroten van het contrast van een foto of het ophalen van kleuren wordt gedaan om het beeld te verduidelijken. Daarbij is volgens de reisorganisatie ook geen sprake geweest van creatieve keuzes. De Amerikaanse onderneming maakt bezwaar tegen de vastgestelde schadevergoeding van de kantonrechter en onderbouwt dit met een aantal vaststellingsovereenkomsten.
Echter, het hof vindt de luchtfoto toch het resultaat van (creatieve) keuzes die iets verder gaan dan uitsluitend het zo objectief en duidelijk mogelijk weergeven van het gebouw en de tuin, zodat aan de foto auteursrechtelijke bescherming toekomt. Verder acht het hof dat de overgelegde vaststellingsovereenkomsten onvoldoende aanknopingspunten bieden voor een schadevergoeding, nu deze doorgaans tot stand komen onder dreiging van een procedure en niet in een vrije onderhandelingssfeer. Deze zijn daarmee niet representatief voor een reële marktwaarde.